Hoofstuk 10 Flashcards
Drug
Elke andere stof dan voedsel die het lichaam of de geest beinvloedt, met inbegrup van alcohol, tabak en cafeïne.
Substance intoxication
Cluster van veranderingen in gedrag, emotie of gedachten veroorzaakt door stoffen
Stoornis in middelengebruik
Onaangepaste gedragspatronen en reacties veroozaakt door herhaaldelijke middelengebruik
Toleratie
Behoefte aan toenemende doses van stoffen om het gewenste effect te bereiken
Ontwenning
Oonaangename en soms gevaarlijke symptomen die optreden bij het stoppen of afbouwen van drugs
Depressiva
Geneesmiddelen die de acitviteit van het CZS vertragen doordat zijn spanningen en remmingen verminderen en het beoordelingsvermogen, de moteriek en de concentratie kunnen verminderen
Alchohol
Alchohol moleculen binden zich aan de GABA receptor. Waardoor GABA beter in staat is om neuronen te remmen.
De mate van verzwakking hangt samen met de hoeveelheid ethylalcohol in het bloed.
Alcohol use disorder
Grote hoeveelheden alcohol consumeren waardoor het het dagelijkse en sociale leven beïnvloed.
Deltirium tremens DT
Extreme ontwenningsreactie met onderandere extreme hallicunaties en een benevelde geest.
Het syndroom van Korsakoff
Vitamine B tekort door overmatig gebruik van alcohol. Gekenmerkt door door geheugenverlies. Problemen met het zenuwstelsel
Foetaal alcholsyndroom
Afwijking in de foetus, doordat moeder tijdens de zwangerschap blijft drinken. Vooral te zien in vorm gezicht, gaat ook gekenmerkt met harproblemen, trage groei, verstandelijke handicap, en hyperacitiviteit en hebben later ook een kans om vroegtijdig te stoppen met school
Sedatief-hypnotische drugs
Maken je slaperig en ontspannen.
Twee soorten:
Lage dosis: Kalmerend effect
Hoge dosis: Maken slaperig
Barbituranten: verslavende en gevaarlijke drug die aan het begin van de 20ste eeuw werden voorgeschreven door sommige artsen
Benzodiazepinen: Verlagen anst. Verhogen GABA-activiteit
Opioïden
Veroorzaken CNS depressie. Hier valt morfine en heroïne onder. Drug hecht aan endofrine gerelateerde hersenreceptoren. Vroeger werd het gebruikt als pijnstiller, maar het is zeer verslavend opium werd omgezet in morfine. Morfine is sterker dan opium.
Van morfine kun je heroïne maken, wat nog verslavender is.
Een overdosis van heroïne kan een verlamming van de ademhaling zorgen, en kan dus leiden tot de dood.
Opioïde gebruikstoornis
Overmatig gebruik van opioïde, dat het dagelijks functioneren belemmert
Gevaar, naast de dood, ook besmetting met naalden.
Stimulerende middelen
stoffen die de activiteiten in het CZS verhogen door verhogging van de bloeddruk, hartslag en alertheid en die sne gedrag en denken veroorzaken omvatten:
Cocaïne = activieve stoffen van de cocaplant. Verhoogt het niveau van dopamine, noradrenaline en serotonine. Die het zenuwstelsel overstumuleren/
Cocaïnevergifting wanneer hoge doses wordt genomen kan dat leiden tot agressie, woede, grootheidswaarzin en dwangmatig gedrag, verwarring, angst en slecht beoordelingsvermogen.
Cocaïne kan ook psychoses veroorzaken.
Freebasing: techniek om cocaïne in te nemen waarbij de pure basisalkaloïde cocaïne chemisch wordt gescheiden van de bewerkte cocaïne, door hitte van een vlam wordt verdampt en met een pijp wordt geïnhaleerd.
Crack: het roken van cocaïne
Gevaar: Overdosis, te hoge doses - verminderen de ademhalingsfunctie van de hersenen en stoppen de ademhaling, hartfalen en verhoogde kans op een miskraam en op het krijgen van kinderen met afwijkingen.