Hoofdstuk 6 Flashcards
Depressie
Lage mentale toestand gekenmerkt door een aanzienlijke mate van droefheid, gebrek aan energie, lage eigenwaarde, schuldgevoel of daarmee verband houdende symptomen
Depressieve stoornis
groep stoornissen gekenmerkt door unipolaire depressie = depressie zonder voorgeschiedenis van manie.
Zware depressieve episode
Tenminste 5 symtomen, waaronder een sombere stemming of verlies van plezier en die tenminste twee weken duren, het ervaren van leed en herhaalde aandacht voor de dood.
Grote depressieve stoornis
Grote depressieve episode en geen patroon van manie of hypomanie
Peripatrum
Treed op tijdens of na de bevalling. Kan seizoensgebonden zijn.
Melacholisch
Wanneer aangename gebeurtenissen de persoon niet raken
Catatonische vorm
wanneer deze wordt gekenmerkt door immobiliteit of juist door overmatige beweeglijkheid en rigide bewegingen.
Persisterende depressieve stoornis
Wanneer de depressieve stoornis gedurende ten minste 2 jaar aanwezig is
Premenstruele dysforie
Depressieve symtomen in de week voor de menstruatie
Verwoestende stemmingsstoornis
Gekenmerkt door een combinatie van aanhoudende depressieve symtomen en terugkerende uitbarstingen van hevige stemmingen/
Oorzaken van unipolaire depressie
Biologische visie
- Genetische factoren
- Biochemische factorene, onevenwichtige niveaus van neurotransmitters. Vooral lafe noradrenaline en serotonine activiteit. Heromen en HPA-wegen zouden ook een relatie kunnen hebben met depressie
- Anatomie van de hersenen - lafe activiteit in de PFC, kleine hippocampus, minder neuronale groei, hoge activiteit in de amygdala, kleine en meer actieve Brodmann Area 25
- Immuunsysteem - langdurige stress veroorzaakt ontregeling, wat kan bijdragen tot depressie
Psychodynamische kijk op depressie
Depressie als gevolg van het niet verder kunnen na het verlies van een dierbare.
Depressie zonder verlies van een dierbare, de oorzaak is symbolisch on ingebeeld verlies. Onbewust iets interpreteren als verlies van een dierbare.
Cognitief-gedragsmatige visie
Depressie is het gevolg van problematisch gedrag en disfunctioneel denken.
Theorerische perspectieven:
Gedragsdimensie - wanneer er niet voldoende belong is, kunnen mensen hun interesse verliezen om deel te nemen aan activiteiten, wat bijdraagt tot negatieve gevoelens.
Negatief denken: Sommige mensen ontwikkelen een negatieve houding die leidt tot drie soorten maladaptieve denkpatronen (=cognitieve traid): ervaringen, zelfbeeld en ideën over de toekost worden negatief geïnterpreteerd. Depressieve mensen hebben ook last van automatische gedachten = doorlopende gedachteketen die steeds pessimistische dingen voorstelt.
Aangeleerde hulpeloosheid - mensen denken dat zij geen controle hebben over beloningen en straffen in hun leven en dat zij verantwoordelijk zijn voor deze hulpeloosheid
Behandeling van unipolaire depressie
Biologisch gezien:
Elektroconvulsietherapie: het sturen van elektrische signalen door de hersenen, die verschillende hersengebieden activeren, waardoor een mini-aanval ontstaat en de depressie wordt verlicht.
MAO-remmers: vertragen de productie van het enzym MAO, het enzym breekt norandrenaline af, dus MAO blokkeert dit, wat de depressieve symptomen verlicht
Tricyclics: Blokkeren de heropname van noradrenaline en serotonine, blijven langer in de synaptische spleet en stumuleren de buurcellen
Selectieve sertonineheropnameremmers SSRI’s - blokkeren de heropname van serotine
Herstenstimulatie
Stimulatie van de nervus vagus = de nervus vagus wordt gestimuleerd om verlichting te brengen
Transcraniële magnetische stimulatie TMS = elektromagnetische spoed wordt boven het hoofd geplaatst om de PFC te stunuleren, vermindert depressieve symtomen
Diepe hersenstimulatie DBS = elektroden worden geïmplanteerd in Brodmann Area 25, vermindert depressie
Psychodynamische kijk:
Zoeken naar onbewuste oorzaken en psychodynamische produres gebruiken om ze te verwerken - niet ondersteund
Cognititief-gedragsmatige visie: cognitieve gedragstherapie- gedragsactivitering herkennen en veranderen van negatieve cognitieve processen.
Socioculturele visie:
Familiaal-sociaal perspectief:
Interpersoonlijke psychotherapie IPT = opsporen en oplossen van vier soorten problemen, tot depressie kunnen leiden: verlies, rolconflict, roltransitie en tekorten
Relatietherapie: Het oplossen van depressies in verband met slecht functionerende erelaties door verbetering van de communicatie en probleemoplossende vaardigheden.