Hoofdstuk 13 Flashcards

1
Q

Persoonlijkheidstoornis

A

Blijvend rigide patroon van innerlijke everarinf en uitlerlijk gedrag dat herhaaldelijk iemand gevoel van eigenwaarde, emtionelen ervaringen, doelen, vermogen tot empathie en intimiteit aantast.

Als iemand aan twee of meer stoornissen lijdt wordt dit co’moribideit genoemd.

DSM-5 noemt drie groepen:
- Vreemd of excentriek gedrag
- Dramatisch gedrag
- Hogere mate van angst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Paranoïde persoonlijkheidsstoornis

A

Gekenmerkt door een patroon van wantrouwe en achterdocht jegens andere

Uitleg:
-Psychodynamisch: Mensen zien de omgeving als bijandig als gevolg van de aanhoudende en onredelijke eisen van de ouder

  • Cognitief- gedragsmatig: mensen hoduen er brede malaptieve verontstellingen op na
  • Biologisch: Gentische oorzaken

BheandelingL
Wantouwen tgeen therapeuten
Objectrelatietherapeuten: richten zich op wat zij zien als een diepe wens voor een bevredigende relatie

Cognitieve gedragstherapie

antipsychotische medicijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Schizoïde persoonlijkheidstoornis

A

Aanhoudende vermijding van sociale relaties en weinig expressie van emoties

Uitleg:
PsychodynamischL Wort in onvevredige behoefte aan mensenlijk contact als gevolg van opvoeding

Cognitief gedragsmatig: Lijden aan tekortkomingen in het denken

Behandelingen:
Cognitieve gedragstherapie
Groepstherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Schizotypische persoonlijkheidsstoornis

A

gekenmerkt door extreem ongemak in nauwe relaties, zeer vreemde patronen van denken en waarnemen, en excentrieke gedragingen.

Uitleg:
▪ Vaak gekoppeld aan familieconflicten en psychologische stoornissen.

▪ Defecten in aandacht en kortetermijngeheugen.

▪ Biologisch: hoge activiteit van dopamine, vergrote hersenkamers, kleinere temporale kwabben en verlies van grijze stof

Behandeling
Weer contact maken met de werled en hun grenzen herkennen

Cognitieve gedragstherapie

Antipsychotica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Antisociale personlijkheid

A

Structureel over de grenzen van andere heen gaan

Psychodynamisch: wezens met afwijzigheid van ouderelijke liefde

Cognitief gedragsmatig: coditionering, modeeling en imitatie en hiuding die het belang van andermans behoeften begatelliseer

Biologisch: Genetice, lage activiteit van serptine gevrekkig functioneren.

Behandeling: Cognitieve gedragstherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Borderline persoonlijkheidsstoornis

A

gekenmerkt door herhaalde instabiliteit in interpersoonlijke relaties, zelfbeeld en stemming en door impulsief gedrag.

Uitleg:
Psychodynamisch: vroegtijdig gebrek aan acceptatie door ouders. Leidt tot verlies van eigenwaarde, grotere afhankelijkheid en onvermogen om met scheiding om te gaan

Biologsich: Gentetisch, lagere serotinine activiteit in de hersnenen, abnormale activiteit in bepaalde structuren

Sociocultureel: Ontstaat waarschijnlijk in culturen die snel veranderen

Biosociaal: Combinatie van interne krachten en externe krachten

Ontwikkelingspsychopathologie: Onvermogen om te mentaliseren

Behandeling:

Psychotherapie

Relationele psychoanalitische therapie = therapeuten nemen een ondersteunende houding aan.

Dialectische gedragstherapie DBT: Speciale nadruk op pogingen tot zelfbeschadiging en zelfmoord.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Histrionische persoonlijkheidsstoornis

A

Gekenmerkt door een patroon van buitensporige emotionaliteit en aandacht vragen.

Uitleg:
psychodynamisch: hadden koude en controlerende ouders die hen het gevoel gaven niet geliefd te zijn en bang om verlaten te worden, om zich te verdedigen tegen dramatisch gedrag.

Cognitief gedragsmatig: op zichzelf gerichte en emtioneel, algemene verontstelling dat ze hulpeloos zijn om voor zichzelf te zorgen

Sociocultureel: geproduceerd door culturele normen en verwachtingen.

Behandeling:
Cognitieve gedragstherapie
Groepstherapie
Psychodyanmische therapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Nacistische persoonlijkheidsstoornis

A

Gekenmerkt door een breed patroon van drandioosheid, behoefte aan bewondering en gebrek aan empathie.

Uitleg:
Psychodynamisch: begint met koude ouders, die zich verdedigen tegen afwijzing door zichzelf wijs te maken perfect te zijn

Congnitief-gedragsmatige: mensen worden te positief behandeld, kinderen krijgen een supererieure en grandioze houding.

Sociocultureel: Gezinswaarden en sociale idealen in samenlevingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vermijdende persoonlijkhiedsstoornis

A

gekenmerkt door consequent ongemak en terughoudendheid in sociale situaties, overweldigende gevoelens van ontoereikendheid, en extreme gevoeligheid voor negatieve evaluatie.

psychodynamisch: schaamte van jeugdervaringen, herhaaldelijk straffen van ouders, ontwikkelen van negatief zelfbeeld.

cognitief-gedragsmatig: Harde kritiek en afwijzing in de kindertijd leiden tot de veronderstelling dat anderen in de omgeving hen altijd negatief zullen beoordelen en er niet in slagen effectieve sociale vaardigheden te ontwikkelen.

Behandeling:
Vertrouwen opbouwen
Psychodynamische therapie
Cognitieve gedragstherapie
Groepstherapie
Medicijntherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis

A

Grote behoefte om verzorgd te worden. Enorm afhankelijk van andere personen

Psychodynamisch: onopgeloste conflicten tijdens de kindertijd, vroeg ouderlijk verlies of afwijzing die leiden tot verlatingsangst of overbetrokken en overbeschermende ouders

Cognitief-gedragsmatig: onbedoeld beloond als kind bij het vertonen van aanhankelijk gedrag, het straffen van onafhankelijkheid, dichotomisch denken.

Behandeling:

Psychodynamische therapie
Cognitieve gedragstherapie
Groepstherapie
Antidepressive

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis

A

Gekenmerkt door zo’n intense focus op ordelijkheid, perfectionisme en controle dat de persoon flexibiliteit, openheid en efficiëntie verliest

Freudiaans anaal-retentief: te harde zinfelijkheistraining en fixeerd raken

Psychodynamisch: vroege strijd met ouders over controle en onafhankelijk

Cognitief-gedragsmatig: stellen voor dat onlogische denkprocessen het in stand houden

Behandeling:
Psychodynamische therapie
Cognitief gedragstherapie
SRRI’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Alternatief voor DSM-5

A

Big five - Neuroticisme, extraversie, openheid voor ervaringen, aangenaamheid en consciëntieusheid.

Persoonlijkheidsstoornis - eigenschap gespecificeerd (PDTS) - Persoonlijkheidsstoornis die wordt bestudeerd met het oog op mogelijke opname in de DSM. Mensen zouden de diagnose krijgen als zij door een of meer zeer problematische trekken aanzienlijk in hun functioneren worden belemmerd

Negatieve affectiviteit - vaak en intens negatieve emoties ervaren.

Onthechting: Terugtrekken van andere mensen en sociale interacties

Antagonisme: zich gedragen op een manier die hen in conflict brengt met andere mensen

Ontremming: impulsief gedrag zonder na te denken over mogelijke toekomstige gevolgen

Psychoticisme: Ongewone en bizarre ervaringen hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly