HOOFDSTUK H5 Flashcards
icrobiële genetica
hoe komen virussen voor?
- enkelstrengig DNA
- dubbelstrengig DNA
- enkelstrengig RNA
- dubbelstrengig RNA
wat zijn mutaties?
= kleine veranderingen in de nucleotiden van het DNA
-> genotype wijzigt
wat zijn de verschillende soorten puntmutaties?
- stille mutatie
- missense mutatie
- nonsense mutatie
stille mutatie
= geen verandering in aminozuursequentie van de polypeptide
G verandert, F verandert niet
missense mutatie
kleine verandering in aminozuursequentie van de polupeptide
G verandert, F verandert soms
nonsense mutatie
polypeptide synthese stopt
inbouw stopcodon.
frameshift?
het afleesraam wijzigt
- insertie = toevoegen van nucleotide
- deletie = verwijderen van nucleotide
prototroof
wild-type bacterie
auxotroof
bacterie heeft niet meer de mogelijkheid om een bepaald aminozuur aan te maken
= nutritioneel deficiënt
chemische mutagenen (soorten?)
- basen of nucleotide analogen
- alkylerende agentia
- deaminering agentia
- frameshift mutagenen
basen of nucleotide analogen
- 5-bromouracil = analoog van thymine
- verkeerde base-analoog wordt ingebouwd = mutatie na replicatie
- toepassingen = kankers behandelen, antivirale GM
alkylerende agentia
- substanties die alkylgroepen toevoegen aan andere moleculen
- zonder replicatie
deaminering agentia
- aminogroep van base wordt eraf gehaald
- reactie met HNO2
- puntmutatie
frameshift mutagenen
- chemische stoffen kruipen tussen naastliggende nucleotiden in DNA
- DNA-polymerase gaat foutief dochterstrengen synthetiseren
ames test
= test het mutageen karakter van een stof