HOOFDSTUK 14 + 15 Flashcards

bioveiligheid

1
Q

4 klassen van bioveiligheid

A
  • 1 = niet gevaarlijk
  • 2 = kan ziekte veroorzaken, behandelbaar, verspreiding wss niet
  • 3 = ernstige ziekte, behandelbaar, wel verspreidingsrisico
  • 4 = levensbedreigende ziekte, geen behandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

activiteit van ontsmetting meten we in?

A

= reductiefactor (RF)
= 5log reductie, gedurende 5 minuten, bij 25°C
=> NIET MIC-waarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

sterilisatie

A

= alle µ-org doden, met inbegrip van hoge conc bact sporen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

high level desinfectie

A

= alle µ-org doden, met inbegrip van lage conc bact sporen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

intermediate level desinfectie

A

= alle vegetatieve bacteriën, de meeste virussen en fungi doden, maar niet noodzakelijk bact sporen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Low level desinfectie

A

= de meeste bacteriën, sommige virussen en fungi, maar niet noodzakelijk Mycobacterium spp. en bact sporen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

kritiek niveau volgens Spaulding?

A
  • instrument komt in contact met steriel weefsel of vasculair systeem
  • sterilisatie
  • voorkeur = dmv autoclaaf indien hittelabiel = ethyleenoxide

= implantaten, naalden, chirurgische instrumenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

semi-kritisch niveau volgens Spaulding

A
  • instrument komt in contact met muceuze membranen of niet-intacte huid

= laryngoscopen = sterilisatie dmv autoclaaf anders high level

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

niet kritisch niveau volgens Spaulding

A
  • laag risico op infectie = let op secundaire transmissie via handen
  • instrument komt in contact met intacte huid
    = bedpan, bloeddrukmeter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ideaal desinfectans?

A

= breed spectrum tegen bacteriën, fungi, protozoa en virussen

  • geen slechte geur
  • geringe toxiciteit
  • geringe absorptie aan rubber
  • geringe corrosieve eigenschappen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ideaal antisepticum?

A

= breed spectrum tegen bacteriën, fungi, protozoa en virussen

  • snelle werking + lange nawerking
  • lage toxiciteit
  • geringe absorptie door huid en slijmvliezen
  • niet irriterend voor huid en slijmvliezen
  • geen vermindering van werkzaamheid door aanwezigheid van organisch materiaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

doel van ontsmettingsmiddel
verschil desinfectans + antisepticum

A

= kiemgetal te doen dalen
- antisepticum = levend materiaal
- desinfectans = abiotisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

opdeling van ontsmettingsmiddelen?

A
  • kwaternaire ammoniumverbindingen
  • biguanidines
  • fenolderivaten
  • alcohol
  • jodium en jodoforen
  • chloorverbindingen
  • oxydantia
  • aldehyden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

kwaternaire ammoniumverbindingen
- wat?
- spectrum?
- mechanisme?
- actief tegen?
- gebruik

A
  • ontsmettingsmiddel = benzalkoniumchloride
  • spectrum = low level
  • mechanisme = adsorptie aan fosfaatgroepen van het celmembraan + maakt hier gaatjes in
  • soms actief tegen = bacteriën, fungi en virussen
  • niet actief tegen = mycobacterium + endosporen
  • gebruik = reinigingsmiddel van harde oppervlakken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

voordelen + nadelen van kwaternaire ammoniumverbindingen

A

voordeel = reinigingsmiddel
nadeel = zwak spectrum, inactivatie door organisch materiaal en Ca2+ en Mg2+

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

biguanidines
- spectrum?
- mechanisme?
- actief tegen?
- gebruik

A

CHLOORHEXIDINE
- spectrum = low level
- goed tegen bacteriën,
- soms tegen fungi + virussen
- niet tegen mycobacterium + sporen

  • gebruik = preoperatieve handontsmetting + desinfectie van intacte huidv
17
Q

voordelen + nadelen van biguanidines

A

voordelen:
- zeer lage toxiciteit
- sterke affiniteit voor huid
- combinatie van chloorhexidine + ethanol 70% = zeer sterk

nadelen:
- zwak spectrum
- inactivatie door organisch materiaal

18
Q

fenolderivaten
- spectrum?
- mechanisme?
- actief tegen?
- gebruik

A

spectrum:
- goed = bacteriën + virussen
- soms = fungi + mycobacterium
- niet = sporen

mechanisme = schade aan membranen
gebruik = desinfectie van de huid en niet-kritische oppervlakken (THUIS)v

19
Q

voordelen + nadelen van fenolderivaten

A

voordelen:
- actief in aanwezigheid van organisch materiaal

nadelen
- zwak antimicrobiëel spectrum, contactdermatitis

20
Q

alcohol
- spectrum?
- mechanisme?
- actief tegen?
- gebruik

A

spectrum = intermediair level
- goed tegen bacteriën, fungi, virussen en mycobacterium
- niet tegen sporen

mechanisme = denaturatie van eiwitten
gebruik = intacte huid, thermometers, stethoscopen, kleine oppervlakken

21
Q

voordelen + nadelen van alcoholen

A

voordelen:
- combinatie met andere ontsmettingsmiddelen = tincturen
- chloorhexidine + kwaternaire ammoniumverbindingen

nadelen:
- brandbaar
- droogt huid uit

22
Q

jodium en jodoforen
- spectrum?
- mechanisme?
- actief tegen?
- gebruik

A

jodium (I2) = vrij irriterend (intacte huid)
povidon-jood = jodofoor = weinig irriterend

spectrum:
- goed = bacteriën, fungi, virussen, mycobacterium
- intermediair = sporen

mechanisme:
- jodium = snelle activiteit + irriterend
- jodofoor = trage vrijstelling van I2

gebruik:
- pre-operatieve handontsmetting
- desinfectie van intacte huid en wonden

23
Q

voordelen van jodium en jodoforen

A
  • breed antimicrobiëel spectrum
  • weinig toxisch
24
Q

nadelen van jodium en jodoforen

A
  • resorptie door de huid = pas op bij patiënten met schildklierstoornissen
  • overgevoeligheid voor jood
25
Q

chloorverbinding
- spectrum?
- mechanisme?
- actief tegen?
- gebruik

A

spectrum
- goed = bacteriën, fungi, virussen, mycobacterium
- intermediair = sporen

mechanisme:
- oxidatie + denaturatie van eiwitten
- NaOCl = we krijgen HOCl
- chlooramine = hydrolyse van water

gebruik:
- wonden + oppervlakken + drinkwater

26
Q

voordelen en nadelen van chloorverbindingen

A

voordelen:
- breed spectrum
- goedkoop
- HOCl = snelle activiteit

nadelen:
- corrosief
- inactivatie van organisch materiaal
- vrijstelling van Cl2-gas
- toxische bijproducten

27
Q

oxydantia
- producten?
- spectrum?
- mechanisme?
- actief tegen?
- gebruik

A

producten = H2O2, ozon en perazijnzuur

spectrum = high level

mechanisme = vorming van hydroxylradicalen + oxidatie van eiwitten

gebruik:
- zachte contactlenzen (H2O2)
- wonden (3% H2O2)
- thermolabiele instrumenten met perazijnzuur

28
Q

voordelen en nadelen van oxydantia?

A

voordeel = breed spectrum

nadeel = niet zo stabiel + sterk corrosief

29
Q

aldehyden
- producten?
- spectrum?
- mechanisme?
- actief tegen?
- gebruik

A

producten = glutaaraldehyde (2% oplossing)

spectrum = high level

mechanisme = alkylatie van SH, COOH, NH2-groepen

gebruik = desinfectie van thermolabiele instrumenten (endoscopen)

30
Q

voordelen en nadele aan aldehyden?

A

voordelen:
- breed spectrum
- niet corrosief voor metaal, plastic en rubber
- niet of weinig geïnactiveerd door organisch materiaal

nadeel = toxisch