HOOFDSTUK 2 Flashcards
karakteristieken van prokaryote cellen
grootte van de meeste bacteriën
0.5 - 2 micrometer
externe structuren van bacteriën
- kapsel
- slijmlaag
- flagel
- fimbri
celwand bestaat uit
- peptidoglycaanlaag
- buitenste membraan
- periplasmatische ruimte
celwand van gram-positieven
- cytoplasma
- plasma-membraan
- Peptidoglycaanlaag
met teïchoine zuren
celwand van gram-negatieven
- cytoplamsa
- binnenste membraan (= membraanproteïnen + fosfolipiden)
- periplasmatische ruimte
- peptidoglycaanlaag
- buitenste membraan (= mureïne lipoproteïnen + lipide A)
- porine
- lipopolysaccharide
de peptidoglycaanlaag elementen
NAM
NAG
NAM
NAG
n-acetylmuramine zuur
n-acetylglycosamine
belang van peptidoglycaanlaag voor medicatie?
enkel een bacterie heeft een peptidoglycaanlaag dus we kunnen focussen op de vernietiging van deze laag, want het kan de mens niet echt beschadigen
opbouw peptidoglycaanlaag
NAG en NAM zijn gecrossliked via tetrapeptiden met een 3e aminozuur
- Gram-positief is dit 3e AZ = lysine
- Gram-negatief is dit 3e AZ = Diaminopimelzuur
NAG is gebonden aan NAM
Aan NAM is een tetrapeptide gebonden. De samenstelling van de tetrapeptide is afhankelijk van een gram-positieve of gram-negatieve bacterie.
Het 3e aminozuur op NAM is gecrosslinked via een peptidebinding met het 4e aminozuur op het overstaande NAM (= D-alanine)
gram-positieve bacteriën structuur
- Teïchoine zuren komen vanuit de peptidoglycanen
- Lipoteichoine zuren komen vanuit de lipiden dubbellaag
- dikke peptidoglycaanlaag 60 - 90% van de celwand
lipoteïchoine zuren en teichoïnezuren
- negatieve elektrische ladingen
- oppervlakte voor antigenen = kan herkend worden door immuunsysteem
eiwitten van de gram-positieve bacteriën
o Adhesiefactoren
o Productie van capsule (bacterie kan nergens aan binden)
o Penicilline bindingsproteïne (PBP) in het celmembraan
gram-negatieve bacteriën structuur
o Heel dunnen peptidoglycaanlaag
o 2 membranen
o Slechts 10 – 20% van de celwand bestaat uit peptidoglycaan
o Periplasmatische ruimte = ruimte tussen celwand en buitenste membraan
o Periplasmatische ruimte = peptidoglycaan, toxines en katabolische enzymen
o Eiwitten = hetzelfde als gram-positieve bacteriën
LPS
- bestaat uit 3 delen
- LPS = lipopolysacchariden
- endotoxine
Lipid A
= gefosforyleerde diglucosamine
- vetzuren = korte ketens (14 C)
- 2 fosfaatgroepen (negatief geladen)
= toxisch voor mens en dier (wanneer intraveneus)
- vb. E. coli
core oligosaccharide
= hexose, heptose, octosen
O somatisch antigen
= verschillende hexosen
- => meeste variatie bij O antigen
- Serologische classificatie = obv antigen
functies van LPS
- Aanhechting aan specifiek weefsel
- Antigen variatie
- Beschermende permeabele barrière = antibiotica moeten hierdoor
- Afstoting van 2 negatieve P-groepen => ertussen zit een CA2+ => geen afstoting
gramkleuring (stappen)
- kristalviolet
- iodine
- ontkleuren met aceton-alcohol
- tegenkleuren
ontkleuren (kleuren)
acetonalcohol
- aceton = maakt membranen kapot
- alcohol = 3D structuur valt uit elkaar
gram-negatieven = kleur weg = wit
gram-positieven = jood nog gebonden = paars
zuurvaste bacteriën eigenschappen
- Heeft maar 1 membraan, dus het is niet gram-negatief
- Dunne peptidolgycaanlaag, dus zeker niet gram-positief
- Arabinogalactanen, gelinked aan de PG-laag
- Mycoline zuren = vetzuren met algemene structuur = Bèta-hydroxy-alfa-alkyl vetzuren
zuurvaste bacterie kleuring
- carbolfuchsine (pos. geladen)
- roze kleur aan bacterie
- methyleenblauw = tegenkleuren
mycoplasma
- zuur vaste bacterie
- mycoplasma pneumoniae = atypisch
chlamydia
- gram-negatieve bacterie
- MOMP = major, outer membraan proteïne
- obligaaat intracellulair
- chlamydia trachomatis (SOA)