Hoofdstuk 9 Las comidas Flashcards
1
Q
de groenten
A
las verduras
2
Q
de sla
A
la lechuga
3
Q
de tomaat
A
el tomate
4
Q
de peper
A
el pimiento
5
Q
de ui
A
la cebolla
6
Q
de knoflook
A
el ajo
7
Q
de aardappel
A
la patata
8
Q
de kool
A
la col
9
Q
de bloemkool
A
la coliflor
10
Q
de spinazie
A
las espinacas
11
Q
de peulvruchten
A
las legumbres
12
Q
de linzen
A
las lentejas
13
Q
de kikkererwten
A
los garbanzos
14
Q
de bonen
A
las alubias / las judías
15
Q
de rijst
A
el arroz
16
Q
het vlees
A
la carne
17
Q
het kalfvlees
A
la (carne de) ternera
18
Q
het lamsvlees
A
la carne de (el) cordero
19
Q
het kippenvlees
A
el pollo
20
Q
de vis
A
el pescado
21
Q
de ansjovis
A
el boquerón
22
Q
de kabeljauw / de stokvis
A
el bacalao
23
Q
de tonijn
A
al atún
24
Q
de zeetong
A
el lenguado
25
de heek (soort vis)
la merluza
26
het schelpdier
el marisco
27
de grote garnalen
las gambas
28
de kruiden
los condimentos
29
het zout
la sal
30
de peper
la pimienta
31
de specerijen
las especias
32
de sauzen
las salsas
33
de azijn
el vinagre
34
de olie
el aceite
35
het meel
la harina
36
het paneermeel
el pan rallado
37
de kaas
el queso
38
de eieren
los huevos
39
de boter
la mantequilla
40
het nagerecht
el postre
41
het fruit
la fruta
42
het gebak
el pastel
43
de taart
la tarta
44
het gasfornuis
la cocina de gas
45
het elektrische fornuis
la cocina eléctra
46
de oven
el horno
47
de grill
la parilla
48
de plaat
la plancha
49
het dieet
el régimen
50
het recept
la receta
51
ongezouten
soso / sin sal
52
gezouten
salado
53
zoet
dulce
54
bitter
amargo
55
zuur
ácido / agrio
56
zacht
blando
57
mals
tierno
58
hard
duro
59
gebraden
asado
60
gekookt
cocido
61
gefrituurd
frito
62
lekker
sabroso
63
koken
cocinar / cocer / hervir el agua
64
braden
asar
65
frituren
freír
66
de tafel dekken
poner la mesa
67
op de plaat
a la plancha
68
gegrild
a la parilla
69
licht gebakken
poco hecho
70
medium gebakken
en su punto
71
doorbakken
muy hecho
