Hoofdstuk 11 gemoedstoestand en gevoel Flashcards
Ik ben zeer tevreden
Yo estoy muy contento
Wat is hij vrolijk vandaag
Si que está alegre hoy
Hij is heel erg gelukkig/blij
El está muy feliz/contento
Ik heb niets te doen, ik verveel me
No tengo nada que hacer, estoy aburrido
Ik schaam me heel erg
Me avergüenzo mucho
Ik ben sprakeloos en verrast
Estoy impresionado y sorprendido
Ik ben dat lawaai zat
Estoy harto de tanto ruido
Ik ben ontzettend boos op die man
Estoy muy enfadado con este hombre
Ben je boos?
¿Estás enfadado/enojado?
Iedereen die haar kent waardeert haar
Todos los que la conocen la aprecian
Dat maakt mij niets uit
Me da lo mismo
Ik ben erg geïnteresseerd in kunst
Estoy muy interesado por el arte
Ik ben jaloers op die auto van Carlos
Me da envidia el coche de Carlos
Ik hou van uitgaan op zaterdag
Me gusta salir los sábados
Daar word ik heel verdrietig van
Esto me pone muy triste