Hoofdstuk 8 - Systeemsclerose Flashcards

1
Q

Hoeveel van de patiënten met systeemsclerose hebben ANA’s? Welke zijn dat?

A

90%. Dat zijn o.a. anti-centromeer, anti-topoisomerase I, anti-RNA polymerase.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wie heeft meer kans op systeemsclerose?

A

Vrouwen van middelbare leeftijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn enkele tekens van SS?

A
  • Verdikte huid proximaal van MCP
  • Digitale ulcera op de vingertoppen of littekens ervan
  • Teleangiectasieën
  • Pulmonale hypertensie of fibrose
  • Fenomeen van Raynaud
  • Microstomie
  • Vertraagde darmperistaltiek
  • Joint contractures
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe kan je de perifere arteriële symptomen van SS behandeldn?

A

Met calciumantagonisten, prostacyclines IV of PDE-5-inhibitoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de grootste oorzaak van overlijdens in patiënten met SS?

A

Pulmonaire hypertensie en fibrose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly