Hoofdstuk 10 - Systeemziekten Flashcards

1
Q

Bij wie doet zich voornamelijk lupus voor?

A

Bij jonge vrouwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is Jaccoud’s artropathie?

A

Het is een artropathie die zich voordoet bij lupus. Het heeft dezelfde kenmerken als reumatoïde artritis, zoals de ulnaire deviatie en zwanenhalsdeformatie, maar er zijn GEEN ulceraties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn hematologische kenmerken van lupus?

A

Anemie, leukopenie, trombocytopenie. Er is een verhoogde ESR maar CRP is meestal niet hard verhoogd. Ook is er een daling van complementfactoren C3 en 4.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoeveel van de patiënten met lupus hebben ANA’s? Welke zijn dit?

A

95%. Deze zijn o.a. anti-dsDNA, anti-Sm, anti-NRP,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vanaf welke week kunnen anti-SSA antilichamen door de placenta? Welke gevolgen heeft dit?

A

Vanaf de 13e week. In 2% van de gevallen doet zich een congenitaal hartblok voor rond de 18e-24e week (het risico bij een volgende zwangerschap bedraagt 18%). In 7-16% van de gevallen doet zich een transiënte cutane lupus door.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bij wie doet zich voornamelijk sjögrensyndroom voor?

A

Voornamelijk bij vrouwen van > 50 jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bespreek de drie vormen van sjögrensyndroom.

A
  • Stadium 1 (70%): droge ogen en mond, moeheid, gewrichtspijn, spierpijn
  • Stadium 2 (25%): aantasting van inwendige organen (long, nier, zenuw)
  • Stadium 3 (5%): lymfoproliferatief, myeloproliferatief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoeveel van de personen met sjögrensyndroom hebben ANA’s? Welke zijn dat dan?

A

60%. Deze zijn o.a. anti-SSA (Ro52, Ro60) en anti-SSB.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn symptomen van idiopathische inflammatoire myopathie?

A
  • Spierzwakte in schouders en bovenbenen, krachtsverlies
  • Raynaudfenomeen
  • Interstitieel longlijden
  • Synovitis
  • Cutane aantasting: shawl-sign, V-sign, Gottronse papels, mechanic hands
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoeveel van de personen met idiopathische inflammatoire myopathie hebben ANA’s? Welke zijn dat dan?

A

60%. Dat is voornamelijk anti-Jo1.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bespreek arteritis temporalis.

A

Dit is een giant cell arteritis van de aortaboog en zijtakken, a. temporalis en a. ophtalmica. Het doet zich meestal voor bij patiënten > 60 jaar. Symptomen zijn hoofdpijn, gevoeligheid van de schedel, kauwclaudicatio, visusproblemen, proximale stijfheid of pijn. In 50% van de gevallen heeft de patiënt ook een beeld van polymyalgia reumatica. Het wordt behandeld met corticoïden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bespreek polyarteritis nodosa.

A

Het is een arteritis van de middelgrote bloedvaten en doet zich vooral voor bij mannen rond de 40 jaar. Er is geen longaantasting, maar wel een Raynaudfenomeen, onderhuidse nodules, mononeuropathie (dropvoet) en GI problemen. 20% is HBV-positief, hierop moet je dus testen. Op angiografie zijn aneurysmata te zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke antilichamen liggen aan de oorzaak van microscopische polyangiitis?

A

Anti-myeloperoxidase antilichamen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke antilichamen liggen aan de oorzaak van de ziekte van Wegener?

A

Anti-proteïnase 3 antilichamen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Met welke symptomen gaat Wegener gepaard?

A
  • Rhinitis, sinusitis, perforatie
  • Hemoptoe
  • Nieraantasting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke antilichamen liggen aan de oorzaak van de ziekte van Churg-Strauss?

A

Anti-myeloperoxidase antilichamen.

17
Q

Met welke symptomen gaat Churg-Strauss gepaard?

A
  • Rhinitis en sinusitis
  • Astma
  • Nieraantasting
  • Eosinofilie > 10%
18
Q

Waaraan moet je denken wanneer een vrouw binnenwandelt met snel opgetreden flexiecontracturen (wooden hands) en heel opgezwollen gewrichten?

A

Een ovariumcarcinoom onder de vorm van PFPAS.

19
Q

Waaraan moet je denken wanneer een man binnenwandelt met bokshandschoenen als handen?

A

RS3PE.

20
Q

Waaraan moet je denken wanneer een patiënt binnenwandelt met clubbing, periostitis en hypertrofische osteoartropathie?

A

Pierre Marie Bamberger: een longtoptumor.

21
Q

Welke AL liggen aan de basis van anti-fosfolipidensyndroom?

A

Anti-cardiolipine, anti-bèta2 glycoproteïne en lupus anticoagulans.

22
Q

Met welke symptomen gaat het antifosfolipidensyndroom gepaard?

A

Vasculaire trombosen, recidiverende spontane abortussen of vroeggeboorte, livedo reticularis, aseptische endocarditis, ulcera, migraine, epilepsie.