Hoofdstuk 7: rechterlijke macht Flashcards

1
Q

gevolg van geweldsmonopolie van overheid?

A
  • uitvoerbare titel nodig
  • gedwongen tenuitvoerlegging via openbaar ambtenaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

subjectieve rechten?

A

juridische vaststelling van je gelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

geschillen buiten rechtbank oplossen?

A

1) vaststelling contract
2) bemiddeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

vaststelling contract?

A

partijen regelen in hun overeenkomst hoe ze geschillen gaan oplossen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

bemiddeling

A

partijen gaan vrijwillig op zoek naar akkoord met behulp van een onafhankelijke, neutrale en onpartijdige derde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

rechtsmacht

A

dwang monopolie
territoriale en materiele bevoegdheid?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

onpartijdigheid van rechters?

A
  • subjectief bv. bevooroordeeld gedrag ten aanzien van het dossier
  • objectief: bv. de zaak 2 keer laten behandelen door zelfde rechter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

zittende magistratuur?

A
  • rechters in hoven en rechtbanken
  • benoeming door koning na examen
  • ontslag? enkel met vonnis
  • onafhankelijk? ja, overheid heeft geen invloed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

staande magistratuur

A
  • OM
  • benoeming door koning na examen
  • ontslag door koning
  • onafhankelijk, ja MAAR minister van justitie heeft injunctierecht en kan algemene richtlijnen aangeven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

rechtsmiddelen?

A

1) gewone: hoger beroep, verzet (als beroep niet mogelijk is)
2) buitengewone: cassatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

gezag van gewijsde?

A

bindende kracht van de uitspraak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

kracht van gewijsde

A

geen rechtsmiddelen meer mogelijk, uitspraak is definitief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

vonnis?

A

rechtbank

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

arrest?

A

hof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

gerechtleijke rechtscolleges?

A

oordelen over subjectieve rechten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

vrederechter

A

wie: alleenzetelende rechter
waar: kanton (162)
wat?: burgerlijke zaken
rechtsmiddelen?: >$2000 (beroep), <2000 Cassatie

17
Q

politierechtbank

A

wie? alleenzetelende rechter, p.d.k
waar? arrodissementen
wat?
- strafzaken: overtredingen, verkeersmisdrijven
- burgerlijke zaken: schade t.g.v. verkeersongevallen
rechtsmiddelen? beroep 1e aanleg

18
Q

rechtbank van eerste aanleg

A

wie? 1-3 rechters (p.d. K)
waar? Arrondissementen
wat? Volheid van bevoegdheid
burgerlijke zaken (burgerlijke rechtbank) alle vorderingen + $5000, tenzij een andere rechtbank daarvoor bevoegd is, beroep vrederechter
strafzaken (correctionele rechtbank:
familiezaken (familierechtbank)
jeugdzaken (jeugdrechtbank)
strafuitvoering (strafuitvoeringsrechtbank
rechtsmiddelen: > 2500 -> hof van beroep, <25000 en 2e aanleg = cassatie

19
Q

arbeidsrechtbank

A

wie? beroepsrechter + 2 lekenrechters (arbeidsauditeur)
waar? arrondissementen
wat? arbeidsrecht, socialezekerheidsrecht, collectieve schuldenregeling, sociaal strafrecht
rechtsmiddelen? beroep bij arbeidshof

20
Q

ondernemingsrechtbank

A

wie? beroepsrechter + 2 lekenrechters (arbeidsauditeur)
waar? arrondissementen
wat? geschillen tussen ondernemingen…
rechtsmiddelen: > 2500 -> hof van beroep, <25000 = cassatie

21
Q

assisenhof

A

wie? Zetel = rechters, Jury = 12 burgers (procureur-generaal van Hof van beroep)
waar? 1/provincie + BXL
wat? misdaden, politieke misdrijven, persmisdrijven
rechtsmiddelen? Cassatie

22
Q

hof van beroep

A

wie? beroepsmagistraten
waar? rechtsgebied
wat? beroepen tegen rechtbank van eerste aanleg
burgerlijke zaken: burgerlijke kamer
strafzaken: correctionele kamer
familiezaken: familie kamer
jeugdzaken: jeugdkamer
rechtsmiddelen: Cassatie

23
Q

arbeidshof

A

wie? beroepsmagistraat leken magistraat (arbeidsauditeur-generaal)
waar? rechtsgebied
wat? beroepen tegen arbeidsrechtbank
rechtsmiddelen? cassatie

24
Q

2 opties bij hof van cassatie

A

1) arrest/vonnis niet correct -> vernietiging -> zaak gaat terug naar een andere feitenrechter
2) arrest/vonnis correct -> zaak voorbij

25
Q

hof van cassatie

A

wie? raadsheren
waar? 1 voor hele land
wat? oordeel in rechte (wettigheid) geen oordeel in feite
burgerlijke en handelskamer
sociale kamer
strafkamer
rechtsmiddelen? geen

26
Q

verloop van proces?

A

inleiding -> inleidende zitting -> ingreedheidbrenging -> pleizitting -> vonnis