hoofdstuk 11: goederenrecht Flashcards

1
Q

voorwerpen

A

objecten die geen rechtssubjecten en dieren zijn.
lichamelijke voorwerpen: tastbare dingen
onlichamelijke voorwerpen: ontastbare zaken bv. intellectuele eigendom of bitcoins

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

goederen

A

alle voorwerpen die je kunt claimen als eigendom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

zaak

A

lichamelijk voorwerp + dieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

soorten onroerende goederen

A

1) vanuit aard
2) incorporatie
3) door bestemming
4) door het voorwerp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

vanuit aard

A

grond en alles wat er vast op zit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

incorporatie

A

vast maken aan goed dat onroerend is vanuit aard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

door bestemming

A

roerend goed dat wordt aangewezen als onroerend omdat het daar moet zijn. Bv. eigenaar winkel die winkelrekken nodig heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

door het voorwerp

A

recht betrekking op onroerend goed wordt het recht onroerend. Bv. erfdienstbaarheid, is een zakelijk recht, het hangt dus vast aan de grond!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

anticipatie

A

Een onroerend goed kan roerend worden op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

goederen zonder eigenaar

A

1) gemene goederen bv zee
2) goederen buiten handel bv drugs
3) niet-toegeëigende goederen bv. schelp
4) verlaten goederen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

goederen met eigenaar

A

1) publiekrecht bv. trein
2) privaatrechtelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

zakelijke rechten?

A

Rechten die je hebt op een bepaald goed waardoor je heerschappij hebt op het goed.
iedereen tegenstelbaar.
volgrecht.
numerus clausus: rechten in wet, je kunt geen zakelijke recht bijbeslissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

persoonlijke rechten

A

vorderingsrechten
relatief recht
niet aan iedereen tegenstelbaar en dus geen volgrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

bevoegdheden eigendom

A

recht op gebruik, genot en om te beschikken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

kenmerken eigendom

A

meest omvattend recht, onbepaalde duur, exclusief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

eigendom is niet absoluut

A

kan beperkt worden door erfdienstbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

volle eigenaar

A

heeft alle bevoegdheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

naakte/blote eigenaar

A

alleen beschikkingsrecht

19
Q

mede-egenaars?

A
  • toevallig/gewoon bv. iets erven
  • contractueel/vrijwillig bv. kopen
  • door aard of bestemming/verplicht
20
Q

hoe word je eigenaar?

A

1) zakelijke subrogatie
2) verkrijging door zaakvorming
3) verkrijging van gevonde zaak
4) natrekking
5) verkrijgende verjaring

21
Q

zakelijke subrogatie

A

eigendom hebben vervangen door ander eigendom (laptop verkopen en hierdoor geld hebben

22
Q

verkrijging door zaakvorming

A

uit aantal goederen een nieuw eigendom creëren bv. knutselen

23
Q

verkrijging van gevonde zaak

A

periode wachten, vanaf 6 maanden kun je het beschikken, vanaf 5 jaar wordt je eigenaar

24
Q

natrekking

A

bijzaak volgt hoofdzaak. Bv. eigenaar van grond en partner bouwt huis erop, ben je ook eigenaar van het huis.

25
Q

hoe kan goed van eigenaar veranderen?

A

1) algemene rechtsovergang bv. erfenis
2) bijzondere verkrijgingstitel: constitutief, declaratief, translatief

26
Q

constitutief rechtshandeling

A

recht/eigendomstitel creëren bv. vrijwillig erfdienstbaarheid geven

27
Q

declaratief rechtshandeling:

A

vordering verjaart -> OG eigenaar bevestigt dat het nu van jou is.

28
Q

translatief rechtshandeling

A

99% van de gevallen, eigendomsrecht overdragen bv. verkopen, ruilen.

29
Q

res nullius

A

als je vangt, dan is het van jou bv. vissen in de zee

30
Q

bezit?

A

= rechtsfeit -> creëert rechtsgevolgen zonder menselijk handelen
Juridische bezitter: goed bezitten maar niet eigendomstitel van het goed

31
Q

materieel element

A

effectief bezit van het goed

32
Q

moreel element

A

overtuiging dat je eigenaar bent

33
Q

rechtsgevolgen bij deugdelijk bezit?

A

onroerend: afweerrecht, verkrijgende verjaring. Goede trouw 10 jaar, Kwade trouw 30 jaar.
Roerend: bezit geldt als titel: onmiddellijk maar revindicatierecht

34
Q

beperking van eigendom

A

algemeen belang
conventionele beperkingen
misbruik van eigendomsrecht
burenhinder

35
Q

erfdienstbaarheden

A

last op een erf tot gebruik en nut van een ander erf. (lijdend erf-heersend erf), onbepaalde duur

36
Q

einde erfdienstbaarheid?

A

onmogelijkheid van uitvoeirng
zelfde eigenaar lijdend en heersend erf
verjaring
rechterlijke beslissing
overeenkomst
onteigening

37
Q

vruchtgebruik

A

genot van andermans zaak onder verplichting zaak in stand te houden
blote/naakte eigendom: enkel beschikkingsrecht
vruchtgebruik: genot en gebruiksrecht

38
Q

kenmerken vruchtgebruik

A

zakelijk recht op gebruik en genot
tijdelijk recht
op niet-verbruikbare goederen WANT teruggaveplicht

39
Q

taken vruchtgebruiker en blote eigenaar

A

vruchtgebruiker: onderhoud, gewone herstellingen, grote herstellingen bij schade door verzuim onderhouds- en herstellingsplicht, grove herstellingen (gesplitst met blote eigenaar)
blote eigenaar: grove herstellingen

40
Q

vesteging vruchtgebruik door…

A

1) wet bv. huwelijk
2) wil: overeenkomst bv. huis kopen

41
Q

einde vruchtgebruik

A

overlijden vruchtgebruiker -> blote eigenaar wordt volle eigenaar
verstrijken termijn
vereniging vruchtgebruik en eigendom
uitdovende verjaring
tenietgaan van zaak
misbruik van vruchtgebruik met vervallende verklaring
omzetting van het vruchtgebruik (langstlevende echtgenoot)

42
Q

erfpacht

A

genotsrecht op andermans onroerend goed voor 15-99 jaar

43
Q

opstal

A

recht om op andermans grond te bouwen, max 99 jaar