hoofdstuk 7 Flashcards

1
Q

Wat is de tijdsperiode van de vroege en middenbronstijd?

A

2300-1100 v.C.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat markeert de aanvang van de metaaltijden in het Nabije Oosten de Mediterrane gebieden en de Balkan?

A

Belangrijke Innovaties in Landbouw en Transport.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat waren belangrijke innovaties in de landbouw tijdens het 4e millennium v.C.?

A

Drainage en irrigatie nieuwe gewassen zoals vijgen dadels olijven wijndruiven vlas katoen en het eerste primitieve ploeg eergetouw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke technologieën werden ontwikkeld voor transport tijdens het 4e millennium v.C.?

A

De uitvinding van het wiel en het gebruik van het zeil.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer begon het sporadische gebruik van koper goud en zilver voor sieraden?

A

Vanaf het 8e millennium v.C.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de voorwaarden voor de vroege metaalsmelting?

A

Aanwezigheid van ertsen zoals gedegen koper in Oost-Anatolië.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de eerste fase van koude behamering?

A

Eerste systematische verwerking van metalen vanaf de 2e helft van het 5e millennium v.C.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houdt de tweede fase van behamering in?

A

Verhitting temperen fabricatie van priemen draden ringen en armbanden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de derde fase van metaalbewerking?

A

Smelten van ertsen aan het einde van het 5e millennium v.C. via gietvormen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de voordelen van brons als legering?

A

Lagere smelttemperatuur lichtheid en duurzaamheid van snijboorden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de optimale samenstelling van brons?

A

90% koper en 10% tin.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de initiële technieken voor bronsfabricage?

A

Aanvankelijk open gietvormen van terracotta of vuurvast gesteente.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de sociale en economische impacten van de opkomst van ambachten en handel?

A

Ontstaan van nieuwe ambachtslieden ruilhandel van metalen producten en hersmelting van oude voorwerpen bijdrage aan handel en economische groei in neolithische dorpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat markeert de opkomst van steden tijdens de vroege en middenbronstijd?

A

Basis voor stedelijke ontwikkeling en de eerste stadstaten in het Nabije Oosten en de Egeïsche regio zoals paleizen op Kreta.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de lokale ontwikkelingen in de Balkan tijdens de vroege bronstijd?

A

Mogelijke mijnbouw vanaf het 5e millennium v.C. en technieken voor het verhitten en breken van gesteente met koud water.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de belangrijke handelsroutes in Noordwest-Europa?

A

Route 1: Engeland - Kanaal - Rijn - Donau - Centraal-Europa. Route 2: Barnsteenroute - Denemarken - Elbe - Saale - Centraal-Europa - Rhône-vallei of Brennerpas - Po-vlakte.

17
Q

Wat zijn de militaire en civiele toepassingen van brons?

A

Militair gebruik: wapens en uitrusting. Civiel gebruik: mantelspelden vaatwerk en sieraden.

18
Q

Wat zijn de kenmerken van een chiefdom?

A

Hirarchisch gestructureerde gemeenschappen onder leiding van een hoofd gebaseerd op vermeende verwantschapsbanden (clans).

19
Q

Wat zijn de funeraire gebruiken in de wikkeldraadbeker-cultuur?

A

Inhumatie blijft de regel vaak onder eenvoudige grafheuvels met bijgaven zoals bekers of pijlspitsen.

20
Q

Wat zijn de kenmerken van de Hilversumcultuur?

A

Noord-Atlantische cultuurprovincie intensieve contacten tussen gebieden grafheuvels en materiële cultuur met gelijkenissen aan beide zijden van het kanaal.

21
Q

Wat zijn de archeologische vondsten in België gerelateerd aan de Hilversumcultuur?

A

Vondsten in de Kempen waaronder grafheuvels en rijk aan cirkelvormige structuren.

22
Q

Wat zijn de belangrijkste kenmerken van de grafpraktijken in de middenbronstijd?

A

Doden worden in gestrekte positie begraven vaak in een bekiste kuil of op de begane grond en grafgiften variëren.

23
Q

Wat zijn de kenmerken van de economie in de Hilversumcultuur?

A

Gemengde landbouw en veeteelt met belangrijke gewassen zoals gerst tarwe en peulvruchten.

24
Q

Hoe verschilt de sociale structuur van chiefdoms in Europa van die in het Nabije Oosten?

A

Europa kent nog geen absoluut vorstelijk gezag en chiefdoms hebben minder complexe sociale structuren.

25
Q

Welke technieken werden gebruikt in de megalithische henges van de Wessex-cultuur?

A

Kenmerkende monumenten zoals Stonehenge die hun definitieve uitzicht kregen binnen de Wessex-cultuur.