hoofdstuk 6 Flashcards
Wat zijn de algemene impact van klimaatsveranderingen tijdens de overgang van het Pleistoceen naar het Holoceen?
Temperatuurstijging en toename van neerslag in bepaalde regio’s wat leidde tot aanpassing van menselijke groepen aan nieuwe habitats en de overschakeling van voedselvergaring naar voedselproductie.
Welke regio’s hebben veranderingen doorgemaakt tijdens het neolithicum?
Zuidwest-Azië Midden-Amerika Oost-Azië met een focus op het Nabije Oosten.
Wat zijn de specifieke klimatologische en ecologische veranderingen in het Nabije Oosten?
Boomloze steppes werden omgevormd tot opengesloten bossen met de introductie van nieuwe planten vooral grootzadige eenjarige grassen zoals tarwe en gerst.
Wat zijn de ontwikkelingen in het Nabije Oosten met betrekking tot planten?
Intensieve inzameling van wilde cerealen gebruik van voorraadkuilen ontstaan van semi-permanente nederzettingen met ronde hutten en nieuwe artefacten zoals sikkelklingen en maalstenen.
Wat houdt domesticatie van grassen in het neolithicum in?
Het manipuleren van grassen om taaiere aarspillen en granen te creëren met de verbouwing van tarwe en gerst rond 10.000 BP.
Welke dieren werden gedomesticeerd in het neolithicum en wanneer?
Rond 9000 BP schapen en geiten later varkens en rond 8000 BP runderen met een rituele rol in Çatalhöyük.
Wat zijn de oorzaken van de economische transitie naar landbouw en veeteelt?
Natuurlijke factoren zoals gunstige klimatologische omstandigheden en bevolkingsdruk evenals culturele factoren zoals creatief ingrijpen door gemeenschappen.
Wat zijn de gevolgen van de economische ommezwaai in het neolithicum?
Technologische sociale en ideologische veranderingen actieve beïnvloeding van het milieu overgang naar permanente nederzettingen en ontstaan van specialisaties en complexe organisatievormen.
Wat zijn de kenmerken van de bandkeramiekcultuur in West-Europa?
De verspreiding van innovaties via de Donauvallei en de leemgebieden van Moravië en Bohemen met archeologische cultuur en typisch aardewerk.
Wat zijn de kenmerken van bandkeramische nederzettingen?
Dorpen met 10-15 huizen en ca. 100 bewoners gelegen aan de randen van leemplateaus met grote langwerpige vierschepige huizen.
Wat zijn de twee soorten aardewerk in de bandkeramiekcultuur?
Fijnwandig versierd aardewerk en ruwer onversierd aardewerk.
Wat zijn de kenmerken van de Rssen-cultuur?
Langgerekte boerderijen met een onregelmatig rechthoekig grondplan en dakconstructie waarschijnlijk zadeldak.
Wat zijn de belangrijke kenmerken van de Michelsbergcultuur?
Typische aardewerkvormen zoals de tulpbeker en broodschotels en een sterke aanwezigheid van vuursteenwerktuigen.
Wat zijn de kenmerken van de trechterbekercultuur?
Kenmerkende aardewerkvormen zoals vazen met vlakke of afgeronde bodems en trechtervormige halzen.
Wat zijn de belangrijkste kenmerken van hunebedden?
Megalithische grafmonumenten gebouwd met zwerfstenen vaak overdekt met een aarden wal en zichtbaar van enige afstand.
Wat zijn de economische veranderingen in het laatneolithicum?
Intensificatie van landbouw ontginning van nieuwe gebieden en gebruik van het eergetouw als nieuwe landbouwtechniek.
Wat zijn de functies van megalithische monumenten in het laatneolithicum?
Ze evolueren van collectieve graven naar individuele begravingen en kunnen ook dienen als cultusdomeinen en heiligdommen.
Wat is de standaardmaat van de megalithische yard?
083 m
Bij welk monument culmineert de monumentale ontwikkeling rond 2100 v.C.?
Stonehenge
Wat vereist de monumentale ontwikkeling rond 2100 v.C.?
Centrale organisatie en supra-regionale rekrutering.