Hoofdstuk 6: Cultuur als Gedachtegoed Flashcards
Mentalistisch cultuurbegrip
Cultuur is een mentaal of ideëel iets, want het gaat om gedeelde opvattingen of gedachten (Durkheim, collectief bewustzijn)
Overtuigingen (beliefs)
Definities van de werkelijkheid of opvattingen over ‘wat is’
Waarden of opvattingen
Gaan over het wenselijke, over wat moet en nastrevenswaardig is in het licht van overtuigingen
Normen
Opvattingen die zeggen hoe het hoort (en wat niet hoort) en die de vorm van concrete gedragsregels en handelingsvoorschriften hebben
Informele normen
Niet expliciet gezegd
Formele normen
Geschreven in een wetboek, waarbij iedereen ook de consequenties weet
Homo economicus
Het overwegend egoïstische individu dat in de meeste levenssferen zo efficiënt mogelijk het eigenbelang laat prevaleren
Moreel individualisme
Draagt een sterk etnische stempel dat elke mens als een quasi heilige persoon beschouwt
Ethische ideaal
Wat volgens Durkheim het enige gemeenschappelijk doel (is) dat individuen kan verenigen
Cultuurpatroon
Een zekere mate van consistentie of samenhang tussen verschillende componenten
Dominante cultuur
Het cultuurpatroon dat binnen een brede sociale verband, zoals een nationale of regionale samenleving, toonaangevend is
Subcultuur
Een geheel van collectief gedeelde opvattingen dat deels verschilt van brede meerderheidsculturen (Bv: jongeren tegen ouderen cultuur)
Tegen- of contracultuur
Daarbinnen domineren opvattingen die ingaan tegen de dominante cultuur van een nationale of regionale samenleving, of zelfs van een nog breder sociaal verband (bv: een hippiecultuur)
Geïnstitutionaliseerde cultuur
Overtuigingen, waarden en normen die een bovenindividueel, voorgegeven en dwingen, want gesanctioneerd, karakter bezitten (Paterson van Durkheims notie sociale feiten)
Gewoonte
Ligt gehuld in de nevelen van een verafgelegen verleden en is daarom doorgaans onbekend
Rechtsregels of juridische normen (inclusief bijvoorbeeld school- of bedrijfsreglementen)
Doorgaans traceerbaar, ze worden op een bepaald moment afgekondigd door een instantie die de bevoegdheid heeft om ze te maken, bij te stellen of eventueel op te heffen
Zeden (Mores)
Worden relatief sterk bewaakt en gesanctioneerd (bv: iemand die vaak overspel doet en een relatie heeft, zal bij vrienden allicht over de tong gaan)
Gebruiken (Folkways)
Wordt minder sterk de hand gehouden, wat samengaat met een mildere sanctionering. (Bv: is niet iemand terug begroeten wanneer hij/zij ‘goedendag’ zegt zal niet meteen tot roddel aanleiden
De- institutionaliseren
Geïnstitutionaliseerde opvattingen verliezen Hun sociaal voorgegeven en vooral hun dwingende en gesanctioneerde karakter erodeert
Versterkt institutionalisering (zelfs institutionalisering als zodanig)
Wordt een sociaal gedragen opvatting méér voorgegeven, dwingender en navenant sterker bewaakt via sancties