Hoofdstuk 5: Sociologische Visies in Meervoud Flashcards
conflictsociologie
De studie van sociale ongelijkheid of het bestaan van groeperingen die in duurzame relatie van onder- en bovenschikking staan en daarom uiteenlopende belangen hebben, wat onderlinge conflicten genereert
heerschappij (weber)
Stabiele machtsverhouding
Macht, versie Weber
De kans (mogelijkheid) om binnen ene sociale betrekking de eigen wil doorgezeten, ook tegen weerstand in, onverschillig waarop deze kans berust
Machtsbron
Basis voor het vermogen om macht uit te oefenen
Sociale orde, versie conflictsociologie
Het bestaan van een enigszins stabiele machtsverhouding waarbinnen de machtigere partij haar wil aan een of meer andere oplegt
Gezag of autoriteit (Weber)
Wijst op het bestaan van geldige of legitieme macht (3 vormen)
- Legaal gezag: Hun autoriteit berust op formeel vastgelegde regels en procedures
- Traditioneel gezag: Het toekennen van legitieme macht aan een of meer individuen door een onaantastbaar geachte traditie
(Bv koningschap of paus) - Charismatisch gezag: Deze vorm van autoriteit steunt mede op religieuze of andere waarden waarop deze uitzonderlijke individuen zich bij hun handelen beroepen (bv: generaal die een heroïsche moed betoont)
Functie, versie Parsons
Het positieve gevolg van een sociaal fenomeen, in brede zin, voor de ordening of het evenwicht binnen een sociaal systeem
Functionele vereist
(Dat het samenhandelen gestructureerd verloopt is) Een noodzakelijkheid voor het functioneren van een sociaal systeem
Het functionalisme
De functionalistische benadering van het sociale
Een functie, versie Merton
Het positieve gevolg van een sociaal fenomeen, in brede zin, voor een ander sociaal verschijnsel of sociaal verband
Een disfunctie
Is het negatieve gevolg van een sociaal fenomeen, in brede zin, voor een ander sociaal verschijnsel of sociaal verband
Manifeste (dis)functie
Een gewilde en daarom bekende consequentie
Latente (dis)functie
Een onbedoeld gevolg
De nettobalans van het geheel van gevolgen van een sociaal fenomeen
Het totaal van manifeste en latente functies of disfuncties dat ermee verbonden is
Symbool
Een handeling verandert kortom in een symbool omdat het als een voertuig van een of meer betekenissen wordt geobserveerd
Symbolische interactie
De deelnemers beschouwen hun eigen gedragingen en die van anderen als betekenis geladen of zinvol