Hoofdstuk 6 Flashcards
Dysthemie
Is een minder ernstige, maar meer chronische vorm van depressie
dysthemie diagnose
grootste deel van de dag een depressieve stemming, meer dagen wel dan niet en een duur van ten minste 2 jaar
- 2 of meer symptomen van depressie
- nooit langer dan 2 maanden geen symptomen van depressie
prevalentie depressie
3-16%
prevalentie depressie kinderen
2,5%
prevalentie depressie adolescenten
8%
prevalentie depressie jongeren onder de 20 jaar
24%
5 R verloop depressie
- Reactie
- Remissie
- Relapse
- Recovery
- Recurrence
disfunctie neurotransmitters depressie
tekort aan monoamines (noradrenaline, serotinine en dopamine)
prefrontale cortex depressie
- aandacht, werkgeheugen, planning en het oplossen van nieuwe problemen
- verminderde metabole activiteit en een vermindering van de grijze stof
- verminderde activiteit linkerzijde > gebrek aan doel, richting en motivatie
- Antidepressiva> verhoogt activiteit aan de linkerkant
Anterior Cingulate
- stress, emotionele expressie en sociaal gedrag
- vertonen van verschillende activiteit
- behandeling > verhoogt activiteit in deze regio
hippocampus depressie
- geheugen en angst-gerelateerd leren
- kleiner volume en lagere metabole activiteit
- chronische opwinding van de stressrespons van het lichaam > schade aan de hippocampus
- antidepressiva of elektroconvulsietherapie > groei van nieuwe cellen in de hippocampus
Amygdala
- aandacht richten op emotioneel opvallende prikkels die van grote betekenis zijn voor het individu
- verhoogde activiteit > herkauwen van negatieve herinneringen en prikkels die kenmerkend zijn voor depressie
- Behandeling: afname activiteit tot een bepaald niveau
hormonen depressie
moeite met de hypothalaus-hypofyse-bijnieras uitschakelen
> chronische activering van de stressrespons
> onderdrukken neurotransmitters serotinine en noradrenaline
3 belangrijke cognitieve theorieën depressie
- negatieve cognitieve triade
- Geherformeerde aangeleerde hulpeloosheidstheorie
- Ruminerende repsonsstijltheorie
rumineren
steeds weer nadenken en focussen op negatieve situaties
negatieve cognitieve triade
negeren van goede gebeurtenissen en overdrijven op negatieve gebeurtenissen
geherformeerde aangeleerde hulpeloosheidtheorie
hangt af van iemands evaluatie of de depressie wel of niet optreedt
ruminerende responsstijltheorie
rumineren over negatieve gebeurtenissen veroorzaakt depressie en bestendigt het
cohorteffect
er is een toename in depressies de laatste jaren en deze komt door de snelle veranderingen in sociale waarden, uiteenvallen van gezinseenheid en de onrealistisch hoge verwachtingen die aan het individu worden gesteld
amerikanen en hispanics
hoge mate van depressie
afrikaans-amerikanen
angstgevoelens
aziatische amerikanen
depressieve symptomen in meet somatische vormen, omdat dit wordt gezien als een meer acceptabele vorm van expressie
prevalentie bipolaire stoornis
o,6% voor type 1 en 0,4% voor type 2
hersenabnormaliteiten bipolaire stoornis
- Amygdala
- prefrontale cortex
- verhoogde activiteit in het stratium en de basale ganglia > zeer gevoelig zijn voor beloningen
- problemen in de witte stof > frontale cortex kan niet communiceren met andere delen van de hersenen en kan deze niet controleren
- ontregeling dopaminesysteem > extreme zoektocht naar beloning tijdens manie en gebrek aan aandacht tijdens depressie
buproprion
noradopamine-heropnameremmer, beïnvloeden van serotinine en dopamine
tricyclische antidepressiva
eerste medicijnen die werden gebruikt voor de behandeling van depressies
MAO remmers
werking van enzym MAO remmen, wat monoamine neurotransmitters afbreekt
lithium
- stemmingsstabilisator
- verminderd risico op zelfmoord
- veel bijwerkingen
- kan gemakkelijk leiden tot overdosis
- veel mensen worden na een tijd resistent
anticonvulsiva
herstellen van het evenwicht van de neurotransmitters in de amygdala
- niet effectief in het voorkomen van zelfmooird
atypische antipsychotica
verminderen het dopaminegehalte en helpen vooral bij het behandelen van psychotische manier
ECT
- induceren van een beroerte dmv doorgeven van stroom door het hoofd van de patiënt
verminderde activiteit in de frontale cortex en het voorste cingulate - niet duidelijk hoe het previes werkt
- veroorzaakt geheugenverlies en moeite met onthouden van nieuwe informatie
- zeer hoog terugvalpercentage
rTMS
repetitieve magnetische pulsen van hoge intensiteit zijn gericht op de linker prefrontale cortex, die te weinig activiteit vertoont bij mensen met depressie
VNS
stimulatie van de Nervus Vagus > meer activiteit in de hypothalamus en amygdala
DBS
implantatie elektroden in specifieke delen van de hersenen om activiteit in deze gebieden te verhogen
4 problemen focus interpersoonlijke therapie
- rouwen om het verlies van een geliefde
- interpersoonlijke rolconflicten
- rolovergangen
- tekorten aan interpersoonlijke vaardigeheden
prevalentie niet-suïcidale zelfverwonding
13-45%
1897 3 soorten zelfmoord EMile Durkheim
- egoïstische zelfmoord
- Anomische zelfmoord
- Altruïstische zelfmoord
zelfmoordcluster
2 of meer pogingen tot zelfmoord vinden dicht bij elkaar plaats