Hoofdstuk 2 Flashcards
Verschillende benaderingen voor het hebben van klachten
- biologisch
- psychologisch
- Sociocultureel
3 oorzaken abnormaliteit
- hersendisfunctie
- biochemische onbalans
- Genetische abnormaliteit
Achterhersenen
Medula
Pons
Reticulaire formatie
cerebellum
middenhersenen
superior- en inferio colliculus
substantia nigra
medula
controleert ademhaling en reflexen
pons
aandacht, timing van slaap
superior- en inferior colliculus
sensorische informatie doorgeven
beweging controleren
voorhersenen
cerbrale cortex
cerebrale cortex
betrokken bij veel van onze meest geavanceerde gedachteprocessen
4 kwabben
- frontale
- pariëtale
- occipitale
- temporale
subcorticale structuren
Thalamus Hypothalamus Limbisch systeem Amgydala Hippocampus
Thalamus
stuurt inkomende informatie door naar het cerebrum
Hypothalamus
reguleert eten, drinken en seksueel gedrag
limbisch systeem
reguleert veel instinctieve gedragingen, zoals reacties op stress, eten en seksueel gedrag
Amygdala
onderdeel limbisch systeem, kritiek voor emoties zoals angst
Hippocampus
onderdeel van limbisch systeem, speelt een rol bij geheugen
endocriene systeem
systeem van klieren die hormonen produceren
corticotropin release factor
stofje wat wordt afgescheden door neuronen in de hypothalamus als reactie op stress
ACTH
belangrijste stresshormoon
= Hypothalamic-pituitary-adrenal axis
proces van het lichaam om klaar te maken op een noodsituatie
polygenetisch proces
meerdere foutieve genen dragen bij aan een stoornis
antipsychotische medicijenn
verminderen hallucinaties en wanen
phenohiazines
eerste antipsychotica
atypische antipsychotica
nieuwste antipsychotica met minder bijwerkingen
Lithium
metaal wat in de natuur wordt gevonden, stemmingsstabilisator
Anti-convulsants
worden gebruikt bij behandeling manie, hebbem minder bijwerkingen dan lithium
barbibaturaten
werden eerst gebruikt tegen angst, maar zijn zeer verslavend
Electroconvulsieve technieken =
soort epileptische aanval opwekken door een stroomstoot door de hersenen te laten gaan
Repetitive Transcranial magnetic stimulation =
richten van magnetische pulsen op bepaalde hersenstructuren
Deep brain stimulation =
door middel van elektroden de vagus zenuw stimuleren
Freud 2 basale drives motivatie van gedrag
- seksueel
2. agressie
3 systemen regulatie drives
- ID
- Ego
- Super-ego
ID
werkt vanuit het pleasure princip; zo snel mogelijk zo veel mogelijk plezier
Ego
systeem dat probeert aan onze wensen en behoeften te voldoen, maar wel binnen de regels van de samenleving
Superego
opslagruimte voor de gedragsregels die geleerd worden van de ouders en de maatschappij
psychoseksuele fase
fase in het leven waarbij de seksuele drives gericht zijn op de stimulatie van een bepaald lichaamsdeel
psychoseksuele fases op een rij
- orale fase (eerste 18 maanden na de geboorte)
- Anale fase ( 18 maanden tot 3 jaar)
- Fallische fase (3 tot 6 jaar)
- Latente fase (6 tot 12 jaar)
- Genitale fase (12 jaar en ouder)
Ego-psychologie
houdt zich bezig met de regulering van de verdedigingsmechanismen die mensen in staat stellen om normaal te kunnen functioneren
object-relations perspective
combi van de theorie van Freud met de rol die vroege reacties spelen in de ontwikkeling van zelfconcept en persoonlijkheid
zelf psychologie /raionele pyschoanalyse
benadrukken van onbewuste dimensies van een relatie
psychodynamische therapie
bewust maken van copingstrategieën en de oorzaken van hun onbewuste conflicten
interpersoonlijke therapie
kijken naar de relaties die een persoon gedurende zijn of haar leven heeft gehad
humanistische therapie
helpen hun vermogen te ontdekken dmv zelfonderzoek
dialectische gedragstherapie
richt zich op de moeilijkheden bij het beheersen van negatieve emoties
acceptatie en betrokkenheids therapie
gaat er van uit dat vermijden van ervaringen de kern vormt van veel geestelijke gezondheidsproblemen
primaire preventie
voorkomen van het ontsraan van stoornissen
secundaire preventie
de stoornis zo vroeg mogelijk opsporen om vervolgens verdere ontwikkeling te remmen
teritaire preventie
= richt zich op mensen die al een stoornis hebben, maar zorgt ervoor dat ze niet terug vallen en hun gewone leven nog gewoon kunnen leiden
gemeenschappelijke elementen effectieve behandeling
- Positieve relatie met de therapeut
- Geven een uitleg of interpretatie aan de cliënt waarom hij of zij leidt aan de specifieke aandoening
- Stimuleren de cliënt om de confrontatie met hun emoties aan te gaan