Hoofdstuk 11 Flashcards

1
Q

Act frequency approach

A

bestaan van een eigenschap uit een categorie van handelingen en het verloop van 3 stappen:

  1. act nomination
  2. prototypicality judgemet
  3. recording of act performance
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

act nomination

A

welke handelingen horen bij welke eigenschappen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

prototypicality judgement

A

welke handeling is het meest prototypisch voor welke eigenschap?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

recording of act performance

A

verzameling info over individu over daadwerkelijk prestaties in het dagelijks leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

3 manieren om kenmerken te identificeren

A
  1. lexicale benadering
  2. statistische benadering
  3. theoretische benadering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

lexicale benadering

A

verschillen in eigenschappen duidelijk maken door taal:

  1. hoe meer synoniemen > hoe belangrijker de eigenschap
  2. hoe belangrijker de eigenschap > hoe meer culturen hier gebruik van maken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

statistische benadering

A
  1. verzameling adjectieven / zinnen
  2. hieruit persoonlijkheidskenmerken identificeren
  3. factoranalyse
  4. welke term bij welke factor > kijken naar factorlading
  5. hoofddimensies persoonlijkheid identificeren/definiëren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

theoretische benadering

A

vanuit verschillende theorieën kijken welke variabelen er belangrijk zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hiërarchische persoonlijkheidsmodel Eysenck

A

3 hoofdeigenschappen:

  1. extraversie/introversie
  2. neurocitisme
  3. psychocitisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

habitual acts

A

bepaalde gedragingen die kenmerkend zijn voor nauwere eigenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Leary circumplex

A

dimensionale representatie van persoonlijkheid: Macht-liefde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wiggins circumplex

A

alle individuele verschillen geëncodeerd in taal

Interpersoonlijke interacties: altijd gebaseerd op liefde en status

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

3 manieren verhoudingen eigenschappen

A
  1. nabijheid
  2. bipolariteit
  3. orthogonaliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

nabijheid

A

naast elkaar +positieve correlatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

bipolariteit

A

tegenover elkaar + negatieve correlatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

orthogonaliteit

A

ongerelateerde eigenschappen op hoek van 90 graden

17
Q

5 factoren model

A
  1. extraversie
  2. vriendelijkheid
  3. conscienteusheid
  4. emotionele stabiliteit
  5. openheid en intellect