Hoofdstuk 15 Flashcards
3 aspecten definitie emotie
- associatieve subjectieve gevoelens
- samengaan met actiemogelijkheden
- samengaan met lichaamsveranderingen
dimensionale benadering emoties
- emperisch onderzoek
- emoties = ervaring
- zelfbeoordeling op emoties > statistische technieken toepassen > ontdekken onderliggende dimensies
categoriale benadering 4 B’s
- Bang
- Boos
- Blij
- Bedroefd
Ekman’s 6 universele emoties
- blijheid
- verbazing
- angst
- woede
- treurigheid
- walging
emotionele content
emotionele ervaring van een individu
emotionele stijl
afhankelijk van hoe iemand emoties ervaart
reciprocal causality
causaal verband wat twee kanten op gaat
invloed op geluk
- verschillen in economische ontwikkeling
- civiele en politieke rechten
Eysenck theorie neurocitisme
limbisch systeem wordt te snel geactiveerd
> neurocitisme
anterior cingulate functies
- activiteit neemt toe bij sociale afwijzing
- bedroefdheid
- stress
hoge activiteit ventral medial prefrontal cortex
succesvol reguleren van emoties
cognitieve theorie neurocit
- vooral negatieve info zien
- vooral associaties rondom negatieve info
attentional theory
hoge mate neurocitisme > meer aandacht onplezierige info
afwijkingen hersenen agressieve mensen
verlaagde activiteit in de prefrontale gebieden
beïnvloedingsintensiteit
mate waar in persoon emoties ervaart
hedonische balans
balans positieve / negatieve emoties
neg HB + hoge BI
acute negatieve beïnvloeding, angst, depressie en pijn
neg. hb + lage BI
chronische melachonie, stabiel ongelukkig / ontevreden
positieve HB + hoge BI
leuk/plezierig leven, groot enthousiasme
pos HB + lage BI
tevreden / simpel