Begrippen die ik nog niet weet Flashcards

1
Q

avolitie

A

onvermogen om initiatief te nemen

gebrek aan motivatie om een begonnen taak af te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

anhedonie

A

niet meer kunnen ervaren van vreugde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

alogia

A

beperkte spraak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

anterogade amnesie

A

geen nieuwe herinneringen kunnen opslaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

retrogade amnesie

A

niet kunnen ophalen van oude informatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Big 5 personality

A
  1. negatieve emotionaliteit
  2. extraversie
  3. openheid voor nieuwe ervaringen
  4. meegaandheid
  5. nauwgezetheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Cluster A PSS

A

odd eccentric behaviour and thinking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Cluster B PSS

A

dramatic-emotional

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

transference focused therapy

A

relatie tussen de patiënt en de therapeut gebruiken o de patiënt een beter en realistischer beeld te laten krijgen van zichzelf en van interpersoonlijke relaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

mentalization based therapy

A

gebaseerd op het feit dat mensen met borderline problemen hebben met het begrijpen van zichzelf en van anderen door traumatische ervaringen in de jeugd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Cluster C PSS

A

anxious-fearful pss

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Fase 1 slaap

A

Alfa Golven 8-12 hertz

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Fase 2 slaap

A

spindels: 12-16 hertz

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Fase 3 en 4 slaap

A

deltagolven: 1-2 hertz

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Fase 5

A

REM

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

health belief model

A

er zijn twee factoren om te bepalen of iemand een gezondheidsgewoonte heeft:

  1. mate waar in iemand iemand een bepaalde dreiging voor de gezondheid ervaart
  2. mate waar in iemand gelooft dat het gedrag deze bedreiging zal verhelpen
17
Q

theorie van planned behavior

A

gezondheidsgedraging is direct resultaat van intentie tot gedrag:

  • houding tegenover specifieke actie
  • subjectieve normen tav gedrag
  • verwachte gedragscontrole
18
Q

theorie van zelfdeterminatie

A

individuen zijn actief gemotiveerd om gestelde doelen te bereiken

19
Q

abstinance violation effect

A

gevoel van verlies van controle wanneer iemand zijn of haar eigen regels overtreedt

20
Q

stadia van gedragsverandering

A
  • precontemplatie
  • contemplatie
  • voorbereiding
  • actie
  • onderhoud