Hoofdstuk 6 Flashcards
wat is het verschil tussen klassieke en operante conditionering?
Bij klassieke conditionering wordt een neutrale stimulus gecombineerd met een ongeconditioneerde stimulus die een automatische reactie uitlokt, bij operante conditionering wordt het gedrag aangepast dmv bestraffing en bekrachtiging. (Pavlov vs Skinner)
wat zijn de kenmerken van klassieke conditionering?
Verwerving, extinctie, spontaan herstel
wat is stimulusdiscriminatie?
het leerproces waarbij geleerd wordt dat sommige stimulus wel gevolgd worden door een respons en anderen niet. je maakt onderscheid tussen op elkaar lijkende stimuli.
wat was het probleem met de behavioristische interpretatie over conditionering?
er zijn biologische restricties over associaties, niet alles is even makkelijk te conditioneren, blokkering.
wat was de behavioristische interpretatie?
dat alles te (klassiek) conditioneren was als er contiguïteit was.
Thorndike’s experiment over conditionering?
deed onderzoek met kast die op een hendeltje moest drukken. kwam hier achter door trial en error learning. vormde hieruit de wet van effect.
Wat is de wet van effect?
response die voldoening gevende gevolgen teweegbrengen zullen worden herhaald en steeds sneller en efficiënter worden herhaald. geldt ook voor onbevredigende gevolgen, maar dan andersom.
Skinner?
skinnerbox met rat.
ratioschema’s
hierbij wordt de bekrachtiging na een bepaald aantal (!) responsen gegeven.
Intervalschema’s
de toediening van een bekrachtigen hangt af van het gedrag van het proefdier en de tijd (!) die verstreken is.
waarom is straf vaak niet effectief?
- straf moet impactvol zijn
- straf moet meteen komen
- moet consequent zijn
- mag geen associatie met bekrachtiger hebben
wat is ontsnappings- en vermijdingsgedrag?
een vorm van negatieve betrachting doordat aversie stimulus wordt weggenomen.
wat is ontsnappingsconditionering?
subject leert straf te vermijden door actie te ondernemen
Wat is aangeleerde hulpeloosheid?
als subjecten straf krijgen die ze niet kunnen vermijden zullen ze ook nooit leren ze alsnog te proberen te vermijden.
waar hangt verweving van af?
temporele contiguïteit, shaping, biologische predispositie