Hoofdstuk 1 Flashcards

1
Q

wat is de definitie van psychologie

A

een wetenschap waarbij het gedrag bestudeerd wordt en waarbij die gedragsevidentie gebruikt wordt om de interne processen te begrijpen die aan dat gedrag ten grondslag liggen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ideeën Plato?

A

Idealisme. Zichtbare wereld is slechts afspiegeling van ware wereld. Observatie had alleen toegang tot zichtbare wereld, echte kennis kwam uit menselijke geest.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ideeën Aristoteles

A

Hechtte wel wat waarde aan observatie, maar kennis kon er niet op gebaseerd worden. hersenen moesten wat doen met observatie (organiseren) en zo ontstond kennis.
Ook ‘demonstraties’ = mensen diende uit te gaan van vaste uitgangspunten die de menselijke ziel intuïtief als zelfevident herkende.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Helmholz?

A

kikkers, zenuwimpulsen in de zenuwvezels meten. 30m/s. zenuw dichter bij hersenen snellere RT.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Fransiscus Donders?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Fransiscus Donders?

A

verwerkingstijd voor mentale handelingen onderzocht met klanken herhalen. begin van mentale chronometrie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Mentale chronometrie?

A

techniek waarbij men de psychologische processen in informatieverwerking probeert te achterhalen door te kijken naar de reactietijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wilhelm Wundt?

A

Opende eerste laboratorium voor experimentele psychologie. definieerde psychologie als; fysiologie en introspectie. introspectie bestaat uit Völkerpsychologie en experimentele psychologie. Wel neergezet als structuralist door vertalingen Thitchener.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

eerste intelligentietest?

A

Alfred binet en Théodore Simon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

functionalisme stroming?

A

psychologie diende om het onderwijs te optimaliseren. grote belangstelling voor individuele verschillen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

William James?

A

Stream of consciousness, behaviorisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Behaviorisme

A
  • theorieën gebaseerd op directe observaties
  • S-R-psychologie
  • beschrijven relatie variabelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

psychoanalyse

A

Freud, bewustzijn en gedrag zijn oppervlakkige fenomenen, ware oorsprong persoonsverschillen en mentale stoornissen ligt bij onbewuste krachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Onderzoeksmethoden?

A

beschrijvend onderzoek, correlatieonderzoek, experimenteel onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

biologische factoren voor de verklaring van menselijk gedrag?

A

centrale zenuwstelsel, invloed van lichaam op geest, erfelijkheid en evolutie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waardoor ontstaan cognitieve psychologie?

A
  • informatieverwerking centraal
  • nam het gebruik van natuurwetenschappelijke onderzoeksmethoden over
17
Q

Wat is het idee van het biopsychosociale model?

A

de mens is niet te begrijpen als mens geen oog heeft voor de drie invloeden: biologische, psychologische en sociale. deze werken samen.