Hoofdstuk 5: mechanismes voor motivatie en emotie Flashcards
5.156 Mediale voorhersenen bundel
Medial forebrain bundle
Medial forebrain bundle is een tract (Tract / streek / traktaat / kanaal- bundel axonen) in de hersenen bestaande uit de axonen van neuronen die een belangrijke rol spelen in het beloningssysteem.
De neuronen van dit traktaat die het belangrijkst zijn voor het beloningseffect (van het stimuleren van deze zenuwen) hebben hun cellichamen in kernen (nuclei) in de middenhersenen en synaptische terminals in een grote kern (nucleus) in de basale ganglia die nucleus accumbens genoemd wordt.
5.158 Endorfine
Endogenous morphine-like substance
Endorfine wordt vrijgelaten door neuronen uit de mediale voorhersenen bundel die in de nucleus accumbens eindigen. Endorfine (chemische stof) wordt gecreeerd in het lichaam met effecten gelijkaardig aan morfine en andere opiaat drugs zoals opium en heroine.
- Essentieel voor iets lekker/fijn vinden.
- Speelt rol bij inhibitie van pijn.
Tract / streek / traktaat / kanaal
Beide zenuwen en traktaten zijn zeer belangrijke delen van het zenuwstelsel die een efficiënte overdracht van zenuwsignalen in het lichaam mogelijk maken. Neuron is de functionele en structurele eenheid van het zenuwstelsel. Beide zenuwen en traktaten zijn opgebouwd uit axons.
Tractaten zijn te vinden in het centrale zenuwstelsel. Ze bestaan meestal uit gemyeliniseerde neuronen, gezamenlijk witte stof genoemd. Tractaten verbinden relatief grote delen van de hersenen en het ruggenmerg, waardoor transmissie van zenuwsignalen in het centrale zenuwstelsel mogelijk wordt.
Zenuw wordt gevonden in het perifere zenuwstelsel terwijl de tractus wordt gevonden in het centrale zenuwstelsel.
- In tegenstelling tot de zenuwen, zijn traktaten verantwoordelijk voor het maken van de witte stof van het centrale zenuwstelsel.
- Zenuw verbindt sensorische organen en het centrale zenuwstelsel terwijl het kanaal/tract de afstandsdelen van het centrale zenuwstelsel verbindt.
5.156 Nucleus Accumbens
De Nucleus accumbens is een neurale kern in de basale ganglia die een cruciaal middelpunt vormt voor de gedragseffecten van rewards bij mensen en andere zoogdieren. De nucleus accumbens heeft verbindingen naar grote gebieden in het limbisch systeem en de hersenschors (cerebral cortex) De neuronen van het medial forebrain bundle meest cruciaal voor beloningseffect heeft cellichamen in nuclei in de middenhersenen en synaptische uiteinden in deze grote nucleaus. De Nucleus Accumbens is een deeltje in de hersenen wat een belangrijke rol speelt bij positieve belevingen, zoals verlangen, motivatie, passie en bevrediging. Onderzoek bij ratten toonde aan dat zij zelfstimulatie van de Nucleus Accumbens verkozen boven voedsel en drinken
5.157 Dopamine
Veel neuronen van de medial forebrain bundle die eindigen in de nucleus accumbens laten dopamine los.
Dopamine = neurotransmitter betrokken bij / essentieel voor voor de wanting (willen) component in de beloning (reward) maar niet de liking component.
Release dopamine juist voor de actie niet na het krijgen van de reward. Dopamine motiveert om actie te ondernemen om de beloning te verkrijgen (dopamine promotes the wanting) niet de pleasure (liking).
Daarom obsessief drugs nemen zelfs als het plezier (beloning) er niet meer is.
Dopamine is een boodschapper in de hersenen die het mogelijk maakt voor zenuwcellen om met elkaar te communiceren. Het is belangrijk voor bepaalde functies van het zenuwstelsel, zoals beweging, genot, aandacht, stemming en motivatie.
5.151 Motivatie
Motivatie is de verzameling van alle factoren , zowel inwendig als uitwendig, die een individu ertoe aanzetten zich op een bepaalde manier op een bepaald moment.
5.151 Motivational state or drive / Motivatietoestand / drive
Dit is meer precies dan motivatie. Een interne conditie / toestand die een individu naar bepaalde categorie van doelen stuurt en die kan veranderen na verloop van tijd (de drive kan toenemen of afnemen).
Dit is niet gelijk aan: de drives dirigeren een persoon naar verschillende doelen (bvb. honger dan eten).
Drives in de psychologie zijn hypothetisch en dus niet direct observeerbaar.
5.152 Wat is homeostasis?
Homeostase wordt ook wel zelfregulering genoemd.
= het constant houden van het interne milieu / interne omstandigheden of condities. Dit gebeurt voor verschillende soorten weefsels (vb. energie producerence voedingmoleculen, vocht, mineralen, zuurstof, lichaamstemperatuur)
Homeostasis wordt bereikt door fysiologische processen zoals spijsvertering en ademhaling.
5.152 Incentives
The inside interacts constant with the outside.
Gemotiveerd gedrag richt zich op incentives = gewilde objecten of doelen uit de externe omgeving.
Incentives = ook reinforcers (bekrachtigers) / rewards (beloningen) / goals (doelen)
5.153 Wat is het verschil tussen regulerende en non regulerende drives?
Dit zijn twee verschillende soorten drives
- Regulerende drive = drive die dient om de homeostasis te helpen behouden.
- Niet regulerende drive = drive voor andere doelen (vb. seks)
Homeostasis = het actief instandhouden door het lichaam van interne omstandigheden van het weefsel ( zuurstof, mineralen, energie producerende voedselmolecules, lichaamstemperatuur)
5.155 Central state theory of drives / central drive systems
Een set neuronen waarvan de activiteit een drive vormt = central drive system.
De central-drive theorie of drive = verschillende drives komen overeen met neurale activiteit in verschillende sets neuronen in de hersenen.
= iedere drive correspondeert met verschillende sets actieve neuronen.
Het centrale drive systeem van verschillende drives verschillen van elkaar maar er kunnen overlappende componenten zijn. Bvb verhoogde alertheid.
De theorie dat de meest directe fysiologische basis voor motivatie status voor drives in de neurale activiteit van de hersenen ligt. Verschillende drives corresponderen met activiteit in verschillende lokaliseerbare setten neuronen.
5.161 Arcuate Nucleus
De arcuate nucleus = een nucleus (kluster van neurale cellichamen) in de hypothalamus van de hersenen die een cruciale rol speelt in de regulering van trek (in eten).
De arcuate nucleus ligt in het centrum van het laagste deel van de hypothalamus , heel dicht bij de hypofyse = master controle centrum van trek en gewichtsregulering.
De arcuate nucleus bevat 2 klasses neuronen met tegenovergesteld effect op trek / honger.
- Appetite stimulating neurons: promoten alle effecten geassocieerd met stijging van honger.
- Appetite-suppressing neuronen met omgekeerd effect.
Deze neuronen, zowel van 1 als 2 zijn verbonden met verschillende delen van de hersenen.
5.162 Leptine
Leptine is een hormoon geproduceerd door vetcellen die in de hersenen werken om honger te verdringen / verhinderen / tegengaan en lichaamsgewicht reguleren.
Leptine wordt afgescheiden van de vetcellen en dit op een tempo (rate) direct proportioneel met de hoeveelheid vet in de cellen.
Leptine wordt opgenomen in de hersenen en werken in op neuronen in de arcuate nucleus en andere delen van de hypothalamus om trek / honger te verminderen.
5.163 Sensory-specific statiety
Sensory-specific statiety = het fenomeen waarbij iemand (mens of dier) die verzadigd is (satieted) van een bepaald voedsel toch trek heeft in een ander voedingsmiddel met een andere smaak.
Zicht en geur van een nieuw voedingsmiddel kan aanleiding geven tot hernieuwde / hernomen activiteit in de appetite-stimulating neuronen in de hypothalamus nadat het dier verzadigd was door een ander voedingsmiddel.
5.167 Alpha waves / Beta Waves en Delta Waves
Alpha golven
- Wanneer iemand relaxed maar wakker is, gesloten ogen, niet denkend
- EEG laat grote regelmatige golven zien (high amplitude).
Beta golven
- Concentratie / bij een stimulus
- EEG laat lage amplitude (kleine afwijkingen ten opzichte van de evenwichtstoestand) - snelle en onregelmatige golven zien
Delta golven
- Wanneer slaap zich verdiept
- Een verhoogd percentage van de EEG is toegewijd aan langzame onregelmatige, high-amplitude golven
5.168
- REM en non-rem slaap - wat is het verschil?
- Hoe is de cyclus van de REM en non REM tijdens de nacht?
REM slaap (rapid eye movements)=
- Het terugkerende stadium van slaap waarbij de EEG lijkt op dat van een alert persoon (lijkt op beta golven)
- Snelle oogbewegingen
- Grote spieren ontspannen
- Echte dromen komen vaker voor (emergent stage 1) opkomende fase
- Adem en hartritme stijgen
- Trillen van de kleine spieren
NON-REM slaap
- Stadia 2,3, en 4 van de slaap
- Langzame delta golven in de EEG in tegenstelling tot in de REM slaap
Cyclus van de slaap van REM en NON REM:
Een typische nacht heeft 4 tot 5 slaapcycli van ongeveer 90 minuten.
Elk stadium is een gradueel afdalen naar een diepere slaap (niet-REM) gevolgd door snel lichter wordende non-rem slaap gevolgd door REM slaap (diepste non REM in de eerste 2 cycli)
5.170 / 171
Welke verschillende theorieën werden voorgesteld om de evolutie van de slaap drive uit te leggen = een functie m.b.t. voortplanting en overleving - natuurlijke selectie functie?
De theorieën zijn niet onverenigbaar en lijken elk een mate van geldigheid te hebben.
- De preservation en protection theorie = slaap voor behoud van energie en beschermen van individuen in dat deel van de 24 uur dat er weinig meerwaarde is en gevaar is om rond te bewegen. Dit verklaart ook de verschillende tijdstippen en waarom kleine kinderen meer slapen.
- Body-restoration theorie = lichaam wordt uitgeput gedurende de dag en slaap herstelt het lichaam. Relaxed spieren, metabolisme laag, groeihormoon voor lichaamsherstel wordt aan een hoger tempo uitgescheiden
- Brain-maintenance theorie van de REM slaap = tijdens de REM slaap zijn de neuronen geactiveerd in de hersenen. Synapsen kunnen aftakelen bij lange inactiviteit
5.175 Circadiaans ritme
Suprachiasmatic nucleus = nucleus suprachiasmaticus
Circadiaans ritme:
een repititieve biologische verandering die rond een 24 uur cyclus blijft in de afwezigheid van externe aanwijzingen. Is cyclus van opkomende en verminderde slaap drive van ongeveer 24 uren zelfs zonder licht verandering, in een “tijdsvrije” omgeving.
De biologische klok die dit ritme van slaap controleert in alle zoogdieren bevindt zich in een speciale nucleus van de hypothalamus, de suprachiasmaticus nucleus.
Deze suprachiasmaticus nucleus bevat ritme-genererende neuronen die gradueel het tempo van de actiepotentialen gedurende een cyclus van 24 uur laten stijgen en dalen
5.177 Affect
Het gevoel (feeling) geassocieerd met emotie onafhankelijk van het object wordt door sommige psychologen affect genoemd.
Deze gevoelens kunnen varieren over 2 dimensies
- Dimensie m.b.t. graad van aangenaamheid of onaangenaamheid van het gevoel
- Dimensie m.b.t. de graad van de mentale en fysieke opwinding.
Affect = een woord verwijzend naar eender welk emotioneel gevoel.
5.177 Mood
Wanneer een emotioneel gevoel niet gelinkt is aan en object maar eerder ‘vrij-zwevend’ free floating is. Wanneer het gevoel lang genoeg duurt wordt het mood / stemming genoemd.
Kan uren , dagen of langer duren en kan alle aspecten van iemands gedachten en gedrag kleuren.
vb gespannen zijn als gevoel kan angst / anxiety genoemd worden als het een free floating stemming is maar fear als het voor een object is (bvb een spin)
5.177 Emotie
Emotie heeft minstens 90 verschillende definities door psychologen.
Voorkeursdefinitie
- Reden: omdat deze lijkt op hoe het gebruikt wordt in het dagelijkse leven
- = emotie is een subjectief gevoel dat mentaal gericht is op een bepaald object. Dat object kan een andere persoon zijn, een organisatie of ding, een idee of concept op zichzelf.
De emoties gericht op zichzelf bvb trots, schaamte, schuld, jaloersheid, verlegen, envy, empathie en embarrasment. Deze emoties worden zelfbewuste emoties genoemd (self - conscious). Ze hangen van het zelfbewustzijn af = Other conscious emoties = gerelateerd aan verwachtingen en meningen van andere mensen op ons gedrag
5.179 Discrete emotion theory
Discrete emotion theory = de overtuiging dat basis emoties aangeboren zijn en geassocieerd worden met kenmerkende lichaams en gezichtsreacties.
Dit is een uitbreiding van Darwin’s functionele standpunt. Functionalistisch.
Deze manier van denken trekt de aandacht naar de motiverende eigenschappen van emoties.
Focus 1 :
- Hoe vullen drives (motivatie / gemotiveerde toestand) en incentives (beloningen / doelen / bekrachtigers) elkaar aan?
- Hoe beinvloeden ze elkaar in hun bijdrage tot motivatie?
Gemotiveerd toestand = motivational state of drive richt zich op incentives = gewilde objecten of doelen uit de externe omgeving. Incentives worden ook reinforcers (bekrachtigers), rewards (beloningen) of goals (doelen) genoemd.
- Incentives en drives vullen elkaar aan in de controle van gedrag want als het ene zwak is dan moet het andere sterk zijn om de doel-georganiseerde actie in motie te zetten / te motiveren (set in motion = to motivate.
- Ze beïnvloeden ook elkaar’s sterkte. Een sterke drive kan de aantrekkelijkheid (waarde van de incentive / beloning) verhogen. Als je heel hongerig bent kan zelfs een slechte sandwich aantrekkelijk lijken. Omgekeerd, en sterke / grote beloning zal de motivationele toestand / drive versterken. Een lekkere geur van eten kan je hongerig doen voelen terwijl je eerst geen zin in eten had.
Drive
Motivatie is een veel te ruim concept. Gemotiveerd toestand = motivational state of drive richt zich op incentives = gewilde objecten of doelen uit de externe omgeving. Een drive of gemotiveerde toestand is een interne toestand die een individu naar een doel richt dat doorheen tijd verandert op een omkeerbare manier - de drive stijgt en daalt dan weer.
Honger richt zich op eten. Drives in de psychologie worden als hypothetisch beschouwd omdat ze niet rechtstreeks geobserveerd kunnen worden. De psycholoog leidt het bestaan van een drive / gemotiveerde toestand af uit het gedrag. Eten dan zal het honger.
Focus 2:
- Hoe is het concept van homeostasis gerelateerd aan het concept van gemotiveerde toestand / drive?
- Hoe wordt dit gedemonstreerd door de jongen die een zout drang had?
Bepaalde substanties en karakteristieken in het lichaam moeten constant gehouden worden binnen een bepaalde range zoals lichaamstemperatuur, mineralen, zuurstof, water, energie-producerende voedingsmolecules. Dit gebeurt voor verschillende soorten weefsels Homeostase wordt ook wel zelfregulering genoemd.
= het constant houden van het interne milieu / interne omstandigheden of condities.
Homeostasis wordt bereikt door fysiologische processen zoals spijsvertering en ademhaling.
- Walter Cannon’s theorie was dat de fysiologische onderbouwing voor bepaalde drives een verlies van homeostasis is die op het zenuwstelsel inwerkt om gedrag te stimuleren om deze imbalans te corrigeren.
- D.W. ontwikkelde op een jarige leeftijd een enorme drang naar zout. Zijn ouders gaven telkens toe wanneer hij huilde omdat hij geen zout kreeg. Op 3.5 jarige leeftijd werd hij gehospitaliseerd voor andere symptomen en gaven de dokters / verpleegsters niet toe aan zijn zout vraag. D.W. stierf en een autopsie onthulde dat zijn bijnierklier niet werkte en het zout had hem levend gehouden, het was een fysiologische noodzaak.
3.