hoofdstuk 5 Flashcards
“Preciezer nog, ik zal de verschillende verschijnselen verklaren die samen datgene vormen wat we “het
bewustzijn” noemen. Ik zal laten zien hoe al die verschijnselen fysieke effecten zijn van de activiteiten van het brein, hoe deze activiteiten tot stand zijn gekomen en hoe ze aanleiding hebben gegeven tot illusies over hun eigen krachten en eigenschappen. Het is heel moeilijk om ons voor te stellen hoe onze geest ons brein zou kunnen zijn - maar onmogelijk is het niet.”
Daniel Dennett
visie Denett
zeer materialistische visie
enkel wetenschappelijke kennende geest, rationele kennis
Turing test
- test die nagaat of computers/visuele machines echt iets doen dat lijk op het menselijke denken.
- nagaan of de computer wel complex genoeg is om evenredig te zijn aan menselijke bewustzijn
Dus nu weet u waarom ik me in dit boek beperk tot het behandelen van “Wat ga ik nú doen” als
voornaamste aspect van het bewustzijn. Wanneer u me hierna in dit boek het woord bewustzijn ziet
gebruiken, zal het waarschijnlijk slaan op het maken van plannen voor de toekomst, het bedenken van alternatieve mogelijkheden en het maken van een keuze daaruit voor een volgende handeling.”
William Calvin
Als er één thema is dat door het hele boek heen terugkeert, dan is dat het bewustzijn als natuurlijk,
biologisch verschijnsel gezien moet worden, dat onmogelijk mechanisch valt na te maken.”
John Searle
Bewustzijn’ verwijst naar die toestanden van waarnemings- of gevoelsvermogen die typisch beginnen
als we wakker worden uit een droomloze slaap en voortduren tot we weer in slaap vallen, of in coma
raken, of dood gaan, of anderszins ‘bewusteloos’ worden. “
John Searle
Steven Pinker
Zegt dat er een zeer sterke samenhang is tussen taal en het bewustzijn
“Het geloof lijkt wijd verbreid dat inderdaad “alles een digitale computer is”. (…) Volgens deze opvatting moet het bewustzijn in feite als een stuk software worden gezien, en de manifestatie daarvan in de vorm van een menselijk wezen als het “draaien” van die software op de hardware van zijn
hersenen en zijn lichaam. Mijn bedoeling met dit boek is om aan te tonen waarom, en misschien hoe, dit niet het geval hoeft te zijn.”
Roger Penrose
Wat kan van intelligente machines verwacht worden zonder eis van ze te kunnen bouwen? Wanneer
is er sprake van denken? Denken impliceert niet noodzakelijk bewustzijn. Dit is waar want als we slapen
is er ook geestelijke arbeid zonder bewustzijn. Machinebewustzijn is niet onmogelijk: machine zou ook
gevoelens kunnen hebben en over vrije wil kunnen beschikken.
Jack Copeland
“Je weet dat als Irving de hond in de auto heeft gestopt, die niet meer in de tuin is. Als Edna naar de
kerk gaat, is haar hoofd daar ook. Als Doug in zijn huis is, dan moet hij daar door een of andere opening
naar binnen zijn gegaan, tenzij hij er is geboren en nooit naar buiten is gegaan. Als Sheila om negen
uur ’s morgens in leven is en om vijf uur in de middag ook, dan moet ze dat ook om twaalf uur geweest
zijn. Wilde zebra’s dragen nooit ondergoed. Het openmaken van een pot met een nieuw merk
pindakaas doet het huis niet verdampen. Een woestijnspringmuis is kleiner dan de Kilimanjaro.”
vb van impliciete kennis
Steven Pinker
Welnu, wie zijn eigen automatismen opmerkt, is geen automaat. Ligt hierin niet een verschil in
essentie tussen het handelen van mensen en de verrichtingen van dieren en machines? Racine schreef
dat de raderen in het machine-dier draaien in het duister, zonder ziel die toezicht houdt op het spel der
veren; Bentley predikte dat dieren net zo min als uurwerken een “inwendig medeweten” hebben van
wat zij doen. Bij mensen is dat toezicht, dat inwendig medeweten, er juist wel. Het is alsof er in de
menselijke geest een beginsel werkzaam is dat kan ingrijpen en corrigeren, alsof er zo nu en dan uit het
niets een hand verschijnt die het raderwerk bijstelt”
Douwe Draaisma