citaten Flashcards

1
Q

“Belangrijke gedachte! Wij zijn knoppen aan één boom, -wat weten wij ervan wat er in het
belang van de boom van ons kan worden! Maar wij hebben een bewustzijn alsof wij alles wilden en moesten zijn, een dromerij van het “IK” en al het “niet-Ik”. Ophouden met zich zulk een hersenschimmig ego te voelen! Stap voor stap leren het vermeende individu af te schudden! De dwalingen van het ego ontdekken! Inzien dat het egoïsme een dwaling is. Vooral niet altruïsme als tegenstelling daarvan opvatten! Dat zou de liefde voor de andere vermeende individuen zijn. Nee! Boven “mij” en “jou” uit! Kosmisch gevoeld.”

A

Nietzsche

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

In the long run we are all dead

A

Keynes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Why me

A

Kant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De menselijke rede treft in een bepaald type van haar kennis het bijzondere lot dat ze door
vragen wordt geplaagd die ze niet kan afwijzen, omdat ze haar door de aard van de rede
zelf worden opgegeven; die ze echter ook niet kan beantwoorden, daar ze het vermogen
van de menselijke rede volledig overstijgen

A

Kant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de mens tenslotte in de natuur? Een niets vergeleken met het oneindige, een Al in
vergelijking met het niets, een midden tussen niets en alles, oneindig verre ervan de
uitersten te bevatten; en het begin en einde der dingen blijven onverbiddelijk voor hem
verborgen in een onoplosbaar mysterie

A

Pascal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat een hersenschim is de mens toch! Wat een ongehoord wezen, wat een monster, wat
een chaos, wat een voorwerp vol innerlijke tegenstrijdigheid, wat een wonder! Rechter over
alle dingen, domme worm; heerser over de waarheid, riool van onzekerheid en dwaling;
glorie en uitvaagsel van het heelal

A

Pascal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer ik nadenk over de korte duur van mijn leven, opgenomen in de eeuwigheid voor
en na mij, en over de kleine hoeveelheid ruimte die ik inneem en kan zien, omsloten door
de oneindig grote ruimte die ik niet ken en die mij niet kent, ben ik bang en verbaasd dat ik
hier ben en niet ergens anders, op dit moment en niet op een ander. De eeuwige stilte van
de oneindige ruimte beangstigt mij.

A

Pascal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Denk zelf

A

Kant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Het is de eerste taak van de filosofie in de moderne wereld de mens als persoon te laten
herrijzen, hem te redden uit de banaliserende handen van de wetenschap, en het sarcasme
dat weet dat wij slechts gewone dieren zijn te vervangen door de ironie die begrijpt dat wij
juist ongewone dieren zijn

A

Scruton

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Zodra ik een voorwerp buiten mijzelf waarnam, stelde het bewustzijn dat ik het zag, zich tussen dat ding en mij op en omgaf het met een dun geestelijk randje dat mij belette de materie rechtstreeks te beroeren.

A

Proust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Met al je observaties zal het je hoogstens lukken achter jezelf te komen, maar nooit in jezelf. Je blijft altijd buiten jezelf, wat je ook onderneemt. Je ziet een auto, en op de een of andere manier zie je daar ook schimmig bij: “Ik zie een auto.” Je bedrijft de liefde of bent verdrietig en ziet dat je het bent. In de volle betekenis zijn echter noch die auto, noch je verdriet of je liefde, noch jijzelf er helemaal. Niets is er meer helemaal zoals het er in je kinderjaren ooit
was.

A

Musil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Terwijl we greep proberen te krijgen op onszelf, blijkt tot onze schrik dat we niets anders najagen dan een regelrecht spook.
We zijn nu eenmaal geen gevleugelde engelenhoofden zonder lijf.

A

Schopenhauer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wie het leven niet als een last heeft ervaren, weet ook niets van het geheim van het
bestaan en daarmee blijft de ‘innerlijke schrik’ uit die in elk geheim schuilt en het bestaan
zijn grootsheid verleent.

A

Heidegger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hel en verdoemenis, ik kan abstraheren van alles, maar niet van mijzelf; ik kan mijzelf
niet eens vergeten als ik slaap.

A

Kierkegaard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Er is veel onbehagen in de wereld, en onze acties zijn een reactie daarop

A

Sloterdijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

het zoeken naar waarheid en zekerheid ontkent eigen historiciteit
en eindigheid. Dit is kritiek op de empirisch wetenschappelijke benadering. We
zijn altijd gesitueerd in de tijd/geschiedenis. Die geschiedenis dragen we dus
onvermijdelijk mee en kleurt je blik op de wereld.

A

Heidegger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

sterk nadruk gelegd op begrijpen en interpreteren. Begrijpen en
interpreteren zijn de sleutelconcepten van de hermeneutische epistemologie.
Een empirisch wetenschapper zal niet snel zeggen: “deze gegevens kan je zo
interpreteren of op een andere manier”, maar zijn gegevens zijn zelf harde data
en dus niet anders te interpreteren. Gebruikt kunstwerk als voorbeeld voor al
ons menselijk begrijpen. Kunstwerk begrijpen we niet door het te objectiveren,
maar door betrokken te geraken en te participeren in het kunstwerk.
Betrokkenheid is essentieel bij kunstwerk en doet beroep op de waarnemer
zijn eigen vooroordeel. Voorbeeld theaterstuk: spelers participeren aan dat
stuk, maar ook de toeschouwers participeren. Kunstwerk is nooit voltooid,
omdat andere interpretaties altijd mogelijk zijn. Zo krijg je een historische
dimensie/historische existentie. Om een kunstwerk, tekst,… te begrijpen,
moeten we ons bewust worden van onze eigen gesitueerdheid.

A

Gadamer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Een verstrekkende hermeneutische consequentie is dat iedere ontmoeting met de taal van
de kunst een ontmoeting met een onafgesloten gebeuren is en zelf een deel van dit
gebeuren uitmaakt. Dit proces van dialectisch Verstehen, waarbij het kunstwerk begrepen,
daardoor veranderd en weer opnieuw begrepen wordt, heet de hermeneutische cirkel.

A

Gadamer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Bij het Verstehen als methode gaat het niet om het van buitenaf aanschouwen of het ‘zien’ van de te bestuderen geestesinhouden en -producten, maar om het van binnenuit (her)beleven van (herinnerde en opgetekende) gebeurtenissen uit het verleden, literaire en poëtische teksten, beeldende kunstwerken en andere producten van en processen in de menselijke geest of ziel - het ‘zijn’ – om op die manier de inhoud en betekenis van deze uitingen te achterhalen. De mogelijkheid daartoe wordt volgens de hermeneutici geopend doordat het hele universum en wat zich daarin allemaal afspeelt een holistisch, organisch geheel vormt en beschikt over een soort platoonse alziel, waarvan wij allemaal een splinter hebben meegekregen.”

A

Schleiermacher

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Ieder individu werkt mee aan de gehele kosmische werkelijkheid, - of wij het weten of niet, - of
wij het willen of niet!

A

Nietzsche

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

We zijn een stuk van een geheel en we werken er allemaal aan
Een esthetische belevenis houdt altijd de ervaring van het oneindige geheel in.

A

Gadamer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Standpunt Rorty en Gadamer

A

Rorty & Gadamer, echter, pleiten voor een universele hermeneutiek. Universele
hermeneutiek: is een attitude, een algemene intellectuele positie, dus niet alleen een gepaste
methode. Hermeneutiek als een algemene houding die je altijd zou moeten toepassen. Hier
wordt geen onderscheid gemaakt tussen natuurwetenschappen en humane wetenschappen,
ze moeten volgens hen dezelfde methode gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Laat men enkele niet-wetenschappelijk uitgewerkte aanzetten als die van Herder en Wilhelm von Humboldt buiten beschouwing, dan heeft de kentheorie tot dusver – zowel de empirische als die van Kant – ervaring en kennis verklaard uit een louter tot het voorstellen behorende
toedracht. Door de aderen van het kennende subject dat Locke, Hume en Kant construeerden vloeit geen echt bloed, maar enkel het verdunde sap van de rede als niet meer dan een denkactiviteit. Ikzelf echter ben, door me historisch en psychologisch bezig te houden met de mens als geheel, ertoe gebracht om dit willende, voelende en zich verbeeldende wezen in alle verscheidenheid van zijn vermogens, ook tot het fundament van verklaring en van kennis te maken

A

Dilthey

24
Q

Schleiermachers beroep op het levende gevoel tegenover het koude rationalisme van de
Verlichting, Schillers oproep tot esthetische vrijheid tegenover de mechanisering van de
samenleving, Hegels tegenover elkaar stellen van het leven (later de geest) en het positivisme
waren het voorspel tot het protest tegen de moderne industriële samenleving.”

A

Gadamer

25
Q

We zagen al bij de analyse van de romantische hermeneutiek dat het Verstehen niet neerkomt op een zich verplaatsen in de ander, op een onmiddellijk deelhebben van de een aan de ander. Verstehen wat iemand zegt betekent zich door de taal met elkaar verstaan en niet zich in een ander verplaatsen en zijn ervaringen meebeleven. De taal is het centrum waarin zich het verstaan van de gesprekspartners en de overeenstemming over de kwestie voltrekt.

A

Gadamer

26
Q

Het gaat bij de hermeneutiek niet in de eerste plaats om het opbouwen van een zekere kennis in overeenstemming met het methodische ideaal dat geldt binnen de (natuur)wetenschappen en toch gaat het ook hier om kennis en waarheid. Onder het Verstehen van een traditie valt
niet alleen het begrijpen van teksten of kunstwerken, maar ook het verwerven van inzichten en het inzien van waarheden

A

Gadamer

27
Q

Voor een belangrijk deel van de geesteswetenschappen zoekt men niet naar “de waarheid”, maar probeert men een uitleg van de “betekenissen” van teksten of kunstwerken te geven. Een nieuwe interpretatie van een roman hoeft immers niet noodzakelijk een eerdere interpretatie
te verdringen. Zij kunnen vaak heel goed naast elkaar blijven bestaan, omdat zij het
onderzochte werk vanuit verschillende perspectieven belichten. Wie een psychoanalytische interpretatie van Hamlet geeft, hoeft een literair-historische lezing van dat werk niet onmiddellijk als concurrent te ervaren. Belangrijke ontwikkelingen in de
geesteswetenschappen bestaan vaak niet uit het naar voren brengen van nieuwe feiten, maar uit het introduceren van een nieuw perspectief, of een nieuwe interpretatietechniek, zonder
dat daaraan de claim verbonden is dat de nieuwe manier van interpreteren andere uitsluit of verdringt. Terwijl het streven naar waarheid een activiteit is met een beoogd einddoel – De Waarheid – is interpreteren eerder een onderneming zonder einde. Het gaat er nu niet om de ene verborgen betekenis van een kunstwerk bloot te leggen, maar om nieuwe betekenissen toe te voegen aan de interpretaties die reeds bestaan. Niet de concurrentie over waarheidsclaims, maar proliferatie van interpretaties vormt nu de inzet van het wetenschappelijk spel.

A

Michiel Leezenberg, 1964 - , Gerard de Vries

28
Q

Voorzover het zijn het gevraagde uitmaakt, en zijn inhoudt: zijn van het zijnde, blijkt het
bevraagde van de zijnsvraag het zijnde zelf te zijn. Dit wordt als het ware op zijn zijn
ondervraagd. Maar wil het zijnde zijn zijnskenmerken onvervalst kunnen prijsgeven, dan moet
het van zijn kant eerst zo toegankelijk zijn geworden als het op zichzelf genomen is.

A

Heidegger

29
Q

Het erzijn is een zijnde dat niet zomaar te midden van de andere zijnden voorkomt. Veeleer is het ontisch uitzonderlijk doordat het dit zijnde in zijn zijn om dit zijn zelf gaat. Tot die zijnsgesteldheid van het erzijn behoort dan echter dat het in zijn zijn een zijnsverhouding heeft tot dit zijn. En dat wil weer zeggen dat het erzijn zichzelf op een of andere wijze en meer of minder nadrukkelijk in zijn zijn verstaat. Het is eigen aan dit zijnde dat het met en door zijn zijn voor zichzelf is ontsloten. Zijnsverstaan is zelf een zijnsbepaaldheid van het erzijn.

A

Heidegger

30
Q

Laat uw zijn niet door leerstellingen en “ideeën” voorschrijven. De Führer zelf en hij alleen is de huidige en toekomstige Duitse werkelijkheid en haar wet.

A

Heidegger

31
Q

Social constructionism views discourse about the world not as a reflection or map of the world but as an artifact of communal exchange.”

A

Gergen

32
Q

In één of andere uithoek van het in talloze zonnestelsels flonkerend uitgegoten heelal, was
er eens een planeet waar schrandere dieren het weten uitvonden. Dat was de meest
hoogmoedige en leugenachtige minuut in de wereldgeschiedenis, maar toch niet meer dan
één minuut. Na enkele ademtochten van de natuur verstarde de planeet, en de schrandere
dieren moesten sterven. Zo’n fabel zou iemand kunnen verzinnen, en toch zou niet
voldoende geïllustreerd zijn, hoe beklagenswaardig, schimmig en vluchtig, hoe doelloos en
willekeurig het menselijk intellect aandoet. Er zijn eeuwigheden geweest waarin het er niet
was, en als het er weer mee gedaan is, zal er niets zijn voorgevallen.

A

Nietzsche

33
Q

De mens is het uiterste dat er aan organisme, ziel en geest mogelijk is, met zijn vermogen
kunst, moraal en cultuur voort te brengen en de hele wereld in zichzelf te weerspiegelen:
zelfs als het er ooit mee gedaan zou zijn, dan nog kan het er niet voor niets zijn geweest.

A

Jonas

34
Q

Denk aan een verlaten laboratorium, waar het nog borrelt en bruist in de onbeheerde
buizen en kolven en retorten, waar het walmt en rookt, terwijl de witte laborantenjassen
onbewogen aan hun haakjes hangen. En dat noemt zich God. Als dat zo is, hoort de
menselijke geest tot een van de uitwassen van dat anoniem uitgevoerde experiment. Zie er maar mee om te gaan. We zitten ermee opgescheept.

A

Van der Heiijden

35
Q

Hoe meer macht het bewustzijn over ons krijgt, des te sterker ons verlangen om op te gaan in de nacht die aan ons waken voorafging, onder te duiken in de sluimering die eerder was dan de kuiperijen, de aanslag van het Ik. Jammer dat God het monopolie op het Ik niet heeft behouden en ons verlof heeft gegeven in onze eigen naam te spreken. Het zou zo simpel zijn geweest ons de plaag van het Ik te besparen!

A

Cioran

36
Q

Omdat de tover van het onnadenkende bestaan, van het bestaan als zodanig, ons
onthouden is, kunnen we onmogelijk dulden dat anderen ervan genieten. We zijn
deserteurs van het onbewuste, en gaan verbeten te keer tegen alle wezens die voor ons
avontuur onverschillig zijn en zich koesteren in hun gelukzalige verdoving. Tegelijk varen
we uit tegen de goden, omdat die over bewustzijn beschikken zonder eronder te lijden

A

Cioran

37
Q

Als ik mij mijn vroegste tijd herinner, zou ik kunnen zeggen dat binnen en buiten toen nog nauwelijks gescheiden waren. Als ik naar iets toe kroop kwam het op vleugels op mij af; en als er iets gebeurde dat belangrijk voor ons was, dan raakten niet alleen wij daar
opgewonden over, maar de dingen zelf begonnen te koken. Ik wil niet beweren dat we toen gelukkiger waren dan later. We bezaten onszelf immers nog niet; eigenlijk waren we er helemaal nog niet, onze persoonlijke toestanden waren nog niet duidelijk afgescheiden
van die van de wereld

A

Musil

38
Q

Zo gauw we oud genoeg zijn om onze moeder van buiten te leren kennen, beginnen we ook een “wereld” te leren kennen die niet onze moeder is. Het is niet stoutmoedig om te beweren dat het wonderlijke verschil tussen moeder en niet-moeder de mensen voor de rest van hun leven bezighoudt omdat ze nooit helemaal zullen kunnen begrijpen hoe de wereld die eerst als moeder aanvoelde kon veranderen in een wereld die er uitziet zoals we haar nu kennen

A

Sloterdijk

39
Q

Bewust worden betekent dat de ware moraal, dat wil zeggen instinctieve zekerheid van
handelen, naar de duivel gaat

A

Nietzsche

40
Q

Psychedelische drugs, muziek, lichteffecten, house –muziek, zijn er voor ontworpen om iedereen in een groepstrance te krijgen. Men hoopt dat alle jongeren zichzelf en de anderen kunnen ervaren als zichzelf en één meta-organisme. Dit is zeer vergelijkbaar met monniken, waar uren aan een stuk
dezelfde klanken weerklinken, om zichzelf te verliezen in de eenheid.

A

Rushkoff

41
Q

De ruimte en tijd zijn de sluier van de Maya, de illusie die de eenheid der dingen
bedenkt

A

Schoppenauer

42
Q

Drank, opium, noem maar op: het zijn de middelen, uitgevonden of opgespoord door de menselijke geest, die diezelfde geest moeten bedwelmen, of zelfs tijdelijk dienen uit te schakelen. (…) Wat is er met ons mensen aan de hand dat we de roes, en daarmee de verloedering, zoeken? Zit die geest, die ons tot redeneren en twijfelen en god weet wat nog meer aanzet, ons bij tijd en wijle in de weg? Moet het waakzame monster, als we het niet langer in de harde, heldere, wrede, positivistische ogen kunnen kijken, in slaap gesust worden? Hebben we de overdaad van het brein - een anoniem geschenk dat tevens een tirannieke taak bleek te zijn - überhaupt wel ooit aangekund? Godverdomme, altijd die veel te heldere lantaarn in die kop van ons…

A

Van Der Heijden

43
Q

Onder de betovering van het dionysische wordt het verbond tussen mens en mens opnieuw
gesloten. Nu voelt een ieder zich met zijn naasten niet slechts verenigd, verzoend,
versmolten, maar één, alsof de sluier van maya verscheurd is en alleen nog in flarden voor
het geheimzinnige oer-ene rondwappert.

A

Nietzsche

43
Q

het is ook de kunstenaar die bij dat proces van vereniging (individu/ groep) een
essentiële rol moet spelen. De enige vorm van geluk voor een kunstenaar is datgene wat individueel
en het diepste binnen in hemzelf is, te kunnen meedelen en zo eeuwig leven in te blazen.

A

Proust

43
Q

Preciezer nog, ik zal de verschillende verschijnselen verklaren die samen datgene vormen wat we “het
bewustzijn” noemen. Ik zal laten zien hoe al die verschijnselen fysieke effecten zijn van de activiteiten
van het brein, hoe deze activiteiten tot stand zijn gekomen en hoe ze aanleiding hebben gegeven tot
illusies over hun eigen krachten en eigenschappen. Het is heel moeilijk om ons voor te stellen hoe onze
geest ons brein zou kunnen zijn - maar onmogelijk is het niet.”

A

Dennett

44
Q

Het bewustzijn is een onbedoeld bijverschijnsel van de uiterst gecompliceerde neuronenstructuur die
de fysieke architectuur, of de hardware, van het brein vormt. Een kwestie dus van verrassend
hergebruik van oud gereedschap dat voor andere doeleinden is ontworpen.

A

Dennett

44
Q

Nu is het tijd om de koe bij de horens te vatten en het bewustzijn zelf in ogenschouw te nemen, het
hele fantastische raadsel. Daarom verklaar ik bij deze dat mijn theorie inderdaad een theorie van het
bewustzijn is. Alles en iedereen waarin zo’n virtuele machine als sturingssysteem aanwezig is, is zich in
de volle betekenis van het woord bewust, en het is bewust omdat er zo’n virtuele machine in zit.

A

Dennett

45
Q

Dus nu weet u waarom ik me in dit boek beperk tot het behandelen van “Wat ga ik nú doen” als voornaamste aspect van het bewustzijn. Wanneer u me hierna in dit boek het woord bewustzijn ziet gebruiken, zal het waarschijnlijk slaan op het maken van plannen voor de toekomst, het bedenken van alternatieve mogelijkheden en het maken van een keuze daaruit voor een volgende handeling.”

A

Calvin

46
Q

Het gevaar dreigt dat ik, peinzend over dit probleem, wegglijd in een toestand van onbewustheid, met
die zon en wind en ruisende branding. Een ander merkbaar gevaar is dat je samensmelt met de
omgeving, dermate deel wordt van de dingen om je heen dat je je identiteit verliest. Ook dit wordt
bewustzijn genoemd: In de Griekse tijd was de kosmos een plaats waar men thuishoorde. Een bewoner
daarvan was geen vreemde waarnemer van deze kosmos, maar een directe deelnemer aan het
kosmische drama. Zijn persoonlijke lotsbestemming was verbonden met het lot van de kosmos, en deze
relatie gaf zijn leven zin. Dit type bewustzijn - dat ik “participerend bewustzijn” noem - behelst een
versmelting, of identificatie, met de omgeving en getuigt van een psychische heelheid die sedertdien
voorgoed van het toneel is verdwenen. Plato’s eigen psychologische ideaal was dat van een individu,
opgebouwd rond een centrum (ego), dat zijn wil gebruikt om zijn instincten te beheersen en daarmee
zijn psyche tot een eenheid te maken. Zo wordt de Rede de essentie van de persoonlijkheid. Deze wordt
gekenmerkt door het afstand nemen van verschijnselen, waarbij men de eigen identiteit bewaart.
Daarentegen brengt poëzie, mimesis, de Homerische traditie, met zich mee dat men zich identificeert
met het handelen van andere mensen en dingen - dat men de eigen identiteit loslaat. Voor Plato kon
alleen de afschaffing van deze traditie een situatie scheppen waarin een subject waarneemt door het
tegenover zichzelf plaatsen van op zichzelf staande objecten. Terwijl de joden het participerend
bewustzijn als een zonde zagen, zag Plato het als een ziekteverschijnsel, de aartsvijand van het intellect.

A

Calvin

47
Q

Dit boek gaat zowel over het neurologische mechanisme als over de machinale nabootsing daarvan:
wij zijn (onder andere) bewuste machines maar we kunnen waarschijnlijk ook zelf mechanische
bewustzijnsvormen scheppen. Het scheppen van “geest” in een machine komt dichter in de buurt van
“voor God spelen” dan sleutelen, op wat voor schaal ook, aan het erfelijk apparaat”

A

Calvin

48
Q

Bewustzijn verwijst naar die toestanden van waarnemings- of gevoelsvermogen die typisch beginnen
als we wakker worden uit een droomloze slaap en voortduren tot we weer in slaap vallen, of in coma
raken, of dood gaan, of anderszins ‘bewusteloos’ worden. “

A

Searle

49
Q

Als er één thema is dat door het hele boek heen terugkeert, dan is dat het bewustzijn als natuurlijk,
biologisch verschijnsel gezien moet worden, dat onmogelijk mechanisch valt na te maken.

A

Searle

50
Q

Belang taal

A

Pinker

51
Q

Het geloof lijkt wijd verbreid dat inderdaad “alles een digitale computer is”. (…) Volgens deze opvatting moet het bewustzijn in feite als een stuk software worden gezien, en de manifestatie daarvan in de vorm van een menselijk wezen als het “draaien” van die software op de hardware van zijn
hersenen en zijn lichaam. Mijn bedoeling met dit boek is om aan te tonen waarom, en misschien hoe,
dit niet het geval hoeft te zijn.

A

Penrose

52
Q

ik zal proberen met argumenten aan te tonen dat de werking van ons bewustzijn inderdaad niet- algoritmisch is (dat wil zeggen niet-berekenbaar). De vrije wil waartoe we onszelf in staat achten zou dus nauw moeten samenhangen met een of ander niet-berekenbaar element in de natuurwetten die
de wereld waarin we leven beheersen. Ik wil beweren dat de capaciteit om, in de juiste omstandigheden, “in te zien” (of “aan te voelen”) dat iets waar of onwaar is (of mooi of lelijk!) een unieke eigenschap is
van het bewustzijn.

A

Penrose

53
Q

Wat kan van intelligente machines verwacht worden zonder eis van ze te kunnen bouwen? Wanneer
is er sprake van denken? Denken impliceert niet noodzakelijk bewustzijn. Dit is waar want als we slapen
is er ook geestelijke arbeid zonder bewustzijn. Machinebewustzijn is niet onmogelijk: machine zou ook
gevoelens kunnen hebben en over vrije wil kunnen beschikken.

A

Copeland

54
Q

Je weet dat als Irving de hond in de auto heeft gestopt, die niet meer in de tuin is. Als Edna naar de
kerk gaat, is haar hoofd daar ook. Als Doug in zijn huis is, dan moet hij daar door een of andere opening
naar binnen zijn gegaan, tenzij hij er is geboren en nooit naar buiten is gegaan. Als Sheila om negen
uur ’s morgens in leven is en om vijf uur in de middag ook, dan moet ze dat ook om twaalf uur geweest
zijn. Wilde zebra’s dragen nooit ondergoed. Het openmaken van een pot met een nieuw merk
pindakaas doet het huis niet verdampen. Een woestijnspringmuis is kleiner dan de Kilimanjaro.

A

Pinker