Hoofdstuk 5 Flashcards
Fight or flight
Neurotransmitters vrij in de hypothalamus
Autonome zs; verbinding czs en organen
- synpathisch zs; actie
- Parasympatisch zs; rust
Endocriene systeem; klieren die cortisol vrijlaten
Componenten stress
Stressor; stimulus
Stress respons; reactie op stressor
Verschil acute stress stoornis en PTSS
Verschil in begintijd en duratie.
Acute stressstoornis; binnen 4 weken na traume minder dan een naand symptomen.
PTSS; symptomen voor langere periode. Hoeft. Niet direct na trauma.
Symptomen acute stressstoornis en PTSS
- verhoogd arousal
- verhoogd negatief affect (negatieve emoties)
- herbeleving van traumatische ervaringen, gedachtes of flashbacks bv
- vermijding van dingen die je herinneren aan het trauma
- depersonalisatie; idee dat je lichaam niet echt is
- derealisatie; idee dat de omgeving niet echt is
Elk moment van je leven, ieder jaar 3,5%, meer vrouwen en mensen met lage inkomens
Triggers voor PTSS en acuut stressyndroom
Oorlog
Rampen en ongeval
Seksueel misbruik, rape trauma syndroom
Terrorisme
Marteling
Oorzaak stressstoornissen
- Biologische factoren; stress wegen of genetische aanleg
- Ervaring kinderdtijd; bv mishandeling of verwaarlozing
- persoonlijke stijlen; bv negatief wereldbeeld
- ## ernst en aard trauma
Behandeling stressstoornissen
Antidepressiva
Cognitieve gedragstherapie; koppel/ fam therapie, exposure therapie, enz
Psychologische debriefing; uitgebreid praten over traumatische gebeurtenissen
Dissociative stoornissen
Drastische verandering in geheugen zonder duidelijke oorzaak. Door traumatische gebeurtenissen.
- dissociatieve amnesie
- dissociatieve identiteitsstoornis
Dissociatieve amnesie
Onvermogen om belangrijke info over iemands leven te onthouden. Niet veroorzaakt door fysieke factoren, maar door trauma.
-gelokaliseerde amnesie; alles vergeten van een bepaalde tijd
- selectieve amnesie; sommige gebeurtenissen in een bepaalde tijd herinneren
- gegeneraliseerde amnesie; geen herinneringen van het verleden, ook familie niet
- continue amnesie; gebeurtenissen vergeten die nog bezig zijn
- dissociatieve fugue; persoon vergeet zn identiteit, vlucht naar andere plek en veranderd naam
Dissociatieve identiteitsstoornis
2 of meer persoonlijkheden ontwikkelen (subpersoonlijkheden); multiple pesonality disorder. Ieder heeft een eigen set geheugen, emoties en herinneringen. Onder stress wisselt persoonlijkheid, gaten in het geheugen onstaan als een andere persoonlijkheid op de voorgrond staat.
Relaties subpersoonlijkheden
- mutually amnesic realtionship; geen bewustzijn van elkaar
- mutually cognizant patern; bewustzijn van elkaar en met elkaar praten
- one way amnesic relationship; sommige zijn bewust van andere, maar niet wederzijds.
Verschillen zelfs van elkaar wat fysiologie aspecten betreft
Verklaring dissociatieve stoornissen psychodynamisch perspectief
Ontstaat door onderdrukking. Ze bestrijden gevoelens van pijn door trauma’s niet aan het bewustzijn te laten komen.
Verklaring dissociatieve stoornissen cognitief gedrags perspectief
State dependant leren; leren onder bepaalde omstandigheden zorgt dat je dit het beste kunt ophalen bij deze bepaalde omstandigheden. Mensen met dit stoornis kunnen misschien dingen niet herinneren onder een laag niveau van opwinding, als je dit geleerd hebben met hoge opwinding.
Mensen doen aan zelf hypnose bij dissociatieve amnesie om traumatische gebeurtenissen te vergeten
Behandeling dissociatieve amnesie
Psychodynamische therapie; het onderbewuste onderzoeken en zo verdrongen herinneringen naar biven halen
Hypnotherapie; herrineringen naar boven halen via hypnose
Injecties met barburaten; kalmeert mensen waardoor de inhibtie van herinneringen vermindert.
Behandeling dissociatieve identiteitsstoornis
Geen genezing zonder behandeling;
- stoornis herkennen; iedere subpersoonlijkheid moet de stoornis herkennen
- herinneringen ophalen
- subpersoonlijkheden intergreren/ fusion.