Hoofdstuk 3 Flashcards
Psychodiagnostiek
Aan de hand van metingen en tests info verzamelen om te kijken wat er aan de hand is met een persoon en hoe deze het beste geholpen kan worden. Testen worden herhaald om voortgang bij te houden. Focus is idiografisch (op het individu)
Klinische interviews
Face to face gesprek om achtergrond info te krijgen. Dit kan via;
- gestructureerde
- vastgestelde
- ongestructureerde
vragen.
Blijkt er sprake van psychologisch problematiek dan wordt psychiatrisch onderzoen gedaan. De onderzoeker kan biased zijn, dus beperkte validiteit
Paychologische tests
Info verzamelen met apparaten;
- intelligentietest (WAIS-1V)
- zelfbeoordelingsvragenlijst (persoonlijkheid MMPI)
- projective test (zoals roshrach)
- domein gerichte test (zelfrapportage)
Neurologische tests
Meten hersenfuncties door het meten van hersenstructuren en -activiteit
Neuropsychologische tests
Indirect meten van hersenfuncties door cognitief perceptueel en motorisch functioneren te testen. Zoals eeg
Psychofysiologische tests
Fysiologische reacties meten die dienen als indicatie voor fysiologische problemen. Bv hartslag of bloeddruk, niet veel gebruik bij klinische psychologie, maar wel in onderzoek
Klinische observaties
- naturalistische observatie; observatie in alledaags leven zoals op school.
- analoge observatie; observatie waarin een situatie word nagebootst tijdens een onderzoek bv
- zelf monitoring; persoon observeert zichzelf omtrent bepaald gedrag. Vaak in de kliniek, zo krijg je toegang tot dingen waar alleen de persoon zelf toegang tot heeft.
Diagnose
Bepaling dat bepaalde psychologische problemen het gevolg zijn van een specifieke stoornis
Categorische informatie
Aangeven tot welke categorie de stoornis behoord op basis van symptomen
Dimensionele informatie
Beoordeling van de ernstigheid van de stoornis van de patient.
DSM-V
Depressieve-stemmingsstoornissen. …
Angststoornissen. …
Middelgerelateerde en verslavingsstoornissen. …
Trauma- en stressorgerelateerde stoornissen. …
Persoonlijkheidsstoornissen. …
Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen. …
Bipolaire-stemmingsstoornissen
Additionele info dsm-5
Relevante medische condities en speciale psychosociale problemen
Comobiditeit
Fenomeen waarbij meerdere stoornissen tegelijk plaatsvinden
Kritiek op dsm-5
Vaak worden aan temporele staten vaste diagnose gesteld. Als net iemands familielid is overleden, word een major depressive disorder bv toegekend.
Diagnoses en labels kunnen problemen veroozaken omdat ze een zelf vervullende voorspelling in werking kunnen zetten. Als je het lang aanhoort ga je je er naar gedragen.
Ook kunnen labels stigmatiserend zijn, mensen gaan anders naar je kijken.