Hoofdstuk 4: Persoonlijkheid en waarden Flashcards

1
Q

Duistere drietal

A

Bepaalde persoonlijkheidskenmerken, die, indien in sterke mate aanwezig, als negatief worden gezien, te weten: machiavellisme, narcisme en psychopathie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Locus of control

A

De mate waarin mensen denken dat ze hun lot in eigen handen hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Culturele dimensies van Hofstede

A

Een model van Geert Hofstede met zes basiswaarden - dimensies - waarmee de samenleving rekening moet houden om zichzelf te organiseren, en waarin landen van elkaar verschillen. De dimensies zijn gekwantificeerd met scores tussen 0 en 100. De zes dimensies zijn:
1. Machtsafstand
2. Individualisme - collectivisme
3. Masculiniteit - femininiteit
4. Onzekerheidsvermijding
5. Lange- en kortetermijngerichtheid
6. Hedonisme - soberheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Collectivisme

A

Een samenleving is collectivistisch als mensen vanaf hun geboorte opgenomen zijn in grote en hechte verbanden (zoals familie, regio, volk), die hen levenslang bescherming bieden in ruil voor onvoorwaardelijke loyaliteit. Wederzijdse verantwoordelijkheid is een belangrijke waarde in collectivistische culturen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Erfelijkheid

A

Factoren die worden bepaald bij de conceptie, zoals de fysieke gestalte, vorm van het gezicht, temperament, spiervorming en reflexen, energiepeil en biologische ritmes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Eindwaarden

A

Waarden die een ideale en dus na te streven eindsituatie vertegenwoordigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Onzekerheidsvermijding

A

De mate waarin de leden van een cultuur zich bedreigd voelen door onzekere of onbekende situaties; dit gevoel leidt tot behoefte aan voorspelbaarheid door middel van structuur en formele en informele regels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Persoonlijkheidskenmerk (of -trek)

A

Een gedragskenmerk dat door een persoon in diverse situaties bij herhaling en vaak op dezelfde manier wordt vertoond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Narcisme

A

Persoonlijkheidskenmerk van iemand die zichzelf erg belangrijk vindt, veel aandacht nodig heeft en arrogant is naar anderen. Hij verdraagt geen kritiek, heeft weinig empathie en meent dat iedereen wel van hem moet houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Omgevingsbenadering

A

De opvatting die stelt dat persoonlijkheid louter het gevolg is van invloeden vanuit de omgeving, zoals opvoeding en opleiding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Big Five-model

A

Een persoonlijkheidsmodel dat de persoonlijkheid beschrijft op basis van vijf dimensies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Self-monitoring

A

Iemands vermogen om zich snel aan externe invloeden en situaties aan te passen. Ook wel kameleongedrag genoemd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Beroepskeuzetheorie

A

Het idee dat de persoonlijkheidskenmerken van een individu moeten aansluiten op de eisen die een baan stelt. De theorie stelt dat een persoon die goed past bij de functie, gemotiveerder en tevredener zal zijn en minder geneigd zal zijn om van baan te wisselen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hedonisme

A

Afgeleid van hédoné, ofwel genot in het Grieks. Een visie op de samenleving waarin uitbundigheid, geluk en vrolijkheid belangrijke deugden zijn, en waar men zichzelf toestaat toe te geven aan impulsen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Femininiteit

A

Een samenleving is feminien als emotionele genderrollen elkaar overlappen: zowel mannen als vrouwen worden in zo’n samenleving geacht bescheiden en teder te zijn en gericht op de kwaliteit van het bestaan. Het wordt volkomen normaal gevonden als vrouwen werken in traditionele mannenberoepen en andersom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Cultuur

A

De collectieve mentale programmering die leden van een groep onderscheidt van die van andere groepen. Cultuur is aangeleerd (programmering) via de opvoeding, door socialisatie en interactie met mensen in de groeperingen (collectieven) waartoe men behoort.

16
Q

Waardensysteem

A

De wijze waarop iemands waarden zijn gerangschikt naar hun relatieve belang, ofwel hun intensiteit.

17
Q

Negatief zelfbeeld

A

Mensen met zo’n zelfbeeld hebben vaak een hekel aan zichzelf, zijn onzeker over hun capaciteiten en zien zichzelf als machteloos tegenover de omgeving.

18
Q

Kortetermijngerichtheid

A

Het nastreven van deugden die verband houden met het verleden en het heden, zoals respect voor traditie, en ook met het behalen van relatief snelle winsten in tegenstelling tot langetermijnwinsten.

19
Q

Psychopathie

A

Persoonlijkheidskenmerk van mensen die zich te weinig gelegen laten liggen aan andere mensen en zich niet (of nauwelijks) schuldig voelen of berouw tonen als hun gedrag anderen schade toebrengt.

20
Q

Soberheid

A

Het gedrag van mensen in een samenleving die uitbundigheid en impulsiviteit aan banden legt en waar strikte sociale normen belangrijk zijn.

21
Q

Instrumentele waarden

A

De gedragsvormen of methoden waaraan iemand de voorkeur geeft om zijn eindwaarden te realiseren.

22
Q

Machtafstand

A

De mate waarin minder machtige leden van instituties of organisaties in een land verwachten en accepteren dat de macht ongelijk verdeeld is (power distance index, of PDI).

23
Q

Persoonlijkheid

A

De optelsom van de manieren waarop een individu in verschillende situaties telkens weer reageert op en interacteert met anderen. Gedrag dat een persoon typeert.

24
Myers-Briggs Type Indicator (MBTI)
Een test bestaande uit honderd uitspraken die mensen vraagt aan te geven hoe ze zich gewoonlijk voelen of handelen in bepaalde situaties met als doel een persoonlijkheidsprofiel op te stellen dat typerend zou zijn voor de respondent.
25
Zelfbeeld
Hoe iemand over zichzelf denkt. Het zelfbeeld kan positief of negatief zijn.
26
Masculiniteit
Een samenleving is masculien als emotionele genderrollen duidelijk gescheiden zijn: mannen worden geacht assertief en hard te zijn en gericht op materieel succes; vrouwen horen bescheiden en teder te zijn en vooral gericht op de kwaliteit van het bestaan. Mannen in een masculiene omgeving kiezen zelden een beroep dat tot het traditionele vrouwendomein hoort, zoals verpleegkunde. Competitie en en succes zijn belangrijke waarden.
27
Waarden
Vertegenwoordigen de fundamentele en duurzame overtuiging dat een specifieke gedragswijze of manier van leven, persoonlijk of sociaal te verkiezen is boven een tegengestelde gedragswijze.
28
Langetermijngerichtheid
Het nastreven van deugden die in de toekomst beloond zullen worden, in het bijzonder doorzettingsvermogen, spaarzaamheid en aanpassing aan veranderde omstandigheden.
29
Erfelijkheidsbenadering
De opvatting die stelt dat persoonlijkheid louter het gevolg is van aangeboren eigenschappen.
30
Individualisme
Een samenleving is individualistisch als de onderlinge banden tussen individuen los zijn: iedereen wordt geacht te zorgen voor zichzelf en voor zijn naaste familie. Onafhankelijkheid en zelfstandigheid zijn belangrijke waarden in individualistische culturen.
31
Proactieve persoonlijkheid
Iemand met een proactieve persoonlijkheid ziet snel kansen, neemt initiatief, zet activiteiten op touw en houdt vol tot een zinvolle verandering heeft plaatsgevonden. Dit in tegenstelling tot mensen die meer reactief zijn ingesteld.
32
Personeelsverloop
Het aantal of percentage medewerkers dat het bedrijf binnen een bepaalde tijd (ongewenst) verlaat. Ook wel verloop genoemd.
33
Machiavellisme
De mate waarin mensen pragmatisch zijn, hun emoties niet laten zien en menen dat het doel de middelen heiligt. Iemand met een hoge score is principeloos en manipuleert anderen ten eigen bate.
34
Positief zelfbeeld
Mensen met zo’n zelfbeeld houden van zichzelf, zien zichzelf als effectief en capabel, en denken dat ze controle hebben over hun omgeving.