hoofdstuk 4: histologie van landplanten Flashcards
fytomeren
basismodule waarmee stengel is opgebouwd
blad
knoop met apicaal meristeem
internodium
organen van een plant
wortel
stengel
bladen
internodium
stuk stengel tussen 2 bladeren
- knoop
- okselknop
- tussenknoopstuk
- blad
weefsels in een plant
kern
grote vacuole
intercellulaire ruimte
meristemen
= deelweefsel
= verantwoordelijk voor groei v plant
geleidingsweefsel
= sapstroom in plant
epidermis
opperhuid v e plant
idioblasten
afwijkende cellen in weefsel
synoniem stomata
= huidmondjes
indeling van weefsel naar vorm
- parenchymweefsel
- prosenchymweefsel (lang uitgestrekt)
- afsluitweefsel (geen intercellulairen en dicht op elkaar)
apicale meristemen
waar planten gaan groeien
indeling van weefsel naar hun groeiwijze (aangroei)
- cytoplasma aangroei
- vacuole aangroei
deling van apicale cel
= pro-embryo
=cotylen /zaadlobben
= stengel en bladeren
synoniem cotyl
zaadlob
deling van basale cel
= radicule / kiemwortel
= suspensor / steeltje
synoniem ovulum
zaadbeginsel
Waar bevindt het apicaal meristeem zich
meristeem aan top van stengel of wortel
primaire groei
groei in lengte
secundaire groei
groei in dikte
synoniem calyptra
wortelmutsje
primordia
jonge bladeren rond stengelmeristeem
soorten meristeem
- apicaal
- rest
- secundair meristeem
zones in apicaal meristeem
- centrale zone
- perifere zone
- rib meristemen
hydrenchym
waterhoudend parenchym in grote vacuole voor wateropslag
bv aloe vera
aërenchym
hol parenchym voor betere ademhaling / zuurstofproductie van waterplanten
(vb sterparenchym)
vb lotus
chlorenchym
chlorofylhoudend parenchym
in bladeren:
palissade
spons
armpalissadeparenchym
vb bladeren
kenmerk van cellagen in epidermis
1 laag perfect aaneensluitende cellen
hypodermis
epidermis met 1 of meer onderliggende lagen
velamen radicum
meerlagige epidermis (bij luchtwortels)
idioblasten bij epidermis
stomata / huidmondjes
huidmondjes (synoniem + functie)
stomata
- belangrijk vr gasuitwisseling
cuticula + functie
waslaagje op epidermis tegen uitdroging, schimmels en infecties
structuren in epidermis
cuticula
gekleurde cellen
stomata
cellen met insluitsels
haren
emergentia
trichomen (+ functie)
haren op epidermis
- beschermt tegen verdamping en uitdroging
betekenis indumentum
beharing
fytoliet
= harde silica steentjes in epidermiscellen / silicastructuurtjes dat uit de grond werd opgenomen
- bescherming tegen vraat van insecten en dieren
rizodermis
= epidermis van wortels
trichoblasten
= rizodermiscellen die wortelharen kunnen vormen
atrichoblasten
= rizodermiscellen die geen wortelharen kunnen vormen
functie wortelharen
opname van water
endodermis
= primaire verdikkingen in dwarswanden en radiale, anticliene celwanden
= afsluitend weefsel in wortel
= binnenste laag van cortexweefsel
- selectieve opname v minerale ionen dr cytoplasma
cortex
= primaire schors
periclien
evenwijdig met oppervlak
anticlien
loodrecht op het oppervlak
apoplastisch transport
via intercellulaire ruimtes
symplastisch transport
via celwanden
peridermis
= kurkweefsel
= felleem + fellogeem + fellodermis
vervangt opengebarsten epidermis
schors = periderms + levend xyleem
fellogeen
= kurkcambium
= secundair meristeem v peridermis
- pericliene deling v subepidermale cellen
fellodermis
parenchymcellen van peridermis
felleem
aaneensluitende kurkcellen
- heeft 4 lagen
lenticellen
= kurkporiën
= stomara van peridermis
- gasuitwisseling
soorten epidermis
- rizodermis
- endodermis
- peridermis
synoniem stereoom
steunweefsel
wat is steunweefsel
sterk en verdikte celwand met lignine
levend steunweefsel
= collenchym
lokaal verdikte celwand
dood steunweefsel
= sclerenchym
- verdikt en verhoute wanden
synoniem steencellen
= sclereïden
- korte sclerenchym (=steunweefsel)
- tegen vraat
plasmodesmata
= kleine gaatje ts celwanden vr communicatie ts steencellen
vezelcellen
= lang sclerenchym
functies klierweefsel
- bescherming
- ontsmetting van wonden
- aanlokken v bestuivers
- excratie v afvalstoffen
soorten interne klieren op basis van ontstaanswijze
- schizogene klieren (= dr afbraak v middenlamella ts cellen)
- lysigene klieren (= dr afbraak betreffende cellen)
- schzolysigene klieren (= combi v afbraak middenlamella en betreffende cellen)
soorten interne klieren op basis van product
- melksapklieren
- oliekliertjes
- kristalcellen
- harskanalen
niet-articulate lectiferen
= melksapklieren ontstaan dr herhaaldelijke kerndelingen
- coenocytische systemen
articulate lactiferen
= melksapklieren ontstaan in apicaal meristeem dr dwarswanden te zetten ipv kerndelingen
- syncytia
allelopathie
externe klieren
- inhibitiev naburige planten dr productie van chem stoffen
hydathoden
= waterklieren (scheiden water af)
- dr grote worteldruk water nr boven brengen
colleteren
= meercellige klierharen die kleverige terpenen afscheiden
terpenen / terpenoïden
beschermende functie voor de plant
= met de geur bacteriën, schimmels, herbivoren (planteneters) en andere natuurlijke vijanden afschrikken of aantrekken voor bestuiving
klierharen
productie van terpenoïden en insecticiden
zorgen vr allelopathie
floëem
neerwaarts transport
cribrale elementen
transport assimilaten
xyleem
opwaarts transport
tracheale elementen
transport water met opgeloste anorganische ionen
fasciculair cambium
tussen floëem en xyleem
= restmeristeem
synoniem trachee
houtvat
geleidingsweefsel in mossen
geen
hydroïden (= gesterkte, niet verdikte cellen)
emergantia
grotere meercellige uitgroeiingen
vb stekels, brandharen, meercellige klieren