Hoofdstuk 3.3 "Tussen dwang en behoefte". Flashcards

1
Q

Hoe bouwden de Sovjets aan hun communistische staat?

A
  • de sovjets namen maatregelen op het land en de fabrieken maar ook in het normale leven van de mens en dat leidde tot een grote hongersnood in 1921.
  • ze wilden meer democratie en vrijheid en een einde aan het economische systeem.
  • Lenin wist dat er hervormingen nodig waren en in 1921 voerde hij de NEP in.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke maatregelen namen de communisten tijdens de burgeroorlog.

A
  • iedereen die met de Witten had gesympathiseerd, werd opgepakt.
  • Geen ruimte voor kritiek, mensen met andere ideeën werden opgepakt en verdwenen in een kamp of werden vermoord.
  • Vakbonden, sportclubs en scholen moesten zich aan de regels van de communistische partij houden.
  • de partij bepaalde ook wat er in de kranten en op de radio werden gezegd.
  • ze nationaliseerden banken en fabrieken
  • de grond kwam onder toezicht van de staat
    *
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Op welke manier wist Stalin aan de macht te komen?

A
  • Vanaf 1922 ging de gezondheid van Lenin sterk achteruit en toen kwam de vraag wie Lenin ging opvolgen.
  • Na zijn overlijden in 1924 kwam er een machtstrijd tussen Trotski en Stalin over wie aan de macht zou komen, maar ook over de weg die het communisme moest inslaan.
  • Doordat Stalin in 1922 partijsecretaris was geworden kon hij zijn bevriende communisten in de top van de partij benoemen en vijanden wegwerken.
  • hij ging zich presenteren als de man van het volk, daardoor krijg hij veel medestanders.
  • na het feest van het 10 jarige bestaan van de 10 jarige revolutie werdt Trotski uit de partij gezet en was Stalin de duidelijke winnaar van de partij en zo begon het Stalin tijdperk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke economische veranderingen werden onder Stalin doorgevoerd.

A
  1. snelle industrialisatie van de SU, dat was volgens hem nodig om een machtige arbeidersstaat te maken.
  2. in 1927 einde aan de NEP en in 1928 kwam er een Planeconomie: het 5 Jarenplan.
  3. toen de industrien beter waren werdt het ook tijd om de landbouw te moderniseren:
  4. boederijen werden gecollectiviseerd in kolchozen, die moesten ook produceren volgens het 5 jaren plan en er kwamen morderne middelen.
  5. veel boeren wouden niet collectiviseren en gingen daardoor hun eigen vee afslachten en minder produceren, als je niet mee werkte ging je naar de koelakken.
  6. de economische veranderingen vielen samen met de Economische crisis in 1929.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat veranderden er toen de NEP werdt ingesteld?

A
  1. niet langer werdt de hele oogst door de staat in beslag genomen.
  2. binnenlandse handel werd weer toegestaan en eigenaars van lichte industrie mochten weer hun winst behouden
  3. de zware industrie, transport en banwezen bleven in handen van de staat.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Begrip Nationaliseren:

A

Grond, fabrieken, machines en andere pariculiere bezittingen eigendom van de staat maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Begrip Nieuwe Economische Politiek (NEP):

A

Economische politiek wuit 1921 warbij meer ruimte was voor pariculier initiatief.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Begrip Wereldrevolutie:

A

Idee van karl Marx dat voorspelde dat het kapitalisme zout instorten, als alle arbeiders over de hele wereld zouden samenwerken in een wereldrevolutie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Begrip Planeconomie:

A

Economische stelsel waarbij de regering bepaalt wat en hoeveel er geproduceerd moet worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Begrip: Vijfjarenplannen:

A

Economische plannen, opgesteld door de regering waarin stond wat en hoeveel er geproduceerd moest worden in een periode van vijf jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Begrip Collectiviseren:

A

Het samenvoegen van bestaande, zelfstandige boederijen toe grote gezamenlijke (collectieve) boederijen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

​Begrip Kolchozen:

A

Gemeenschappelijke boederijen die door de regering in de sovjet-Unie werden opgericht en die moesten produceren volgens 5 jarenplannen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly