Hoofdstuk 1.2 "Spanningen in Europa" Flashcards

1
Q

Wat was er zo speciaal aan de dreadnought?

A

Het was het eerste oorlogschip met torpedo’s en een stalen romp, het was ook het grootste en sterkste schip, dus Engeland was blij, want ze waren de sterkste op zee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat werdt er verandert tijdens de industriële revolutie?

A
  1. Arbeiders moesten pal naast de fabrieken gaan wonen, in arbeiderswijken, omdat ze geen auto, fiets of trein hadden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat veranderde er aan het eind van de 19e eeuw?

A
  1. De opkomst van bussen begon
  2. Metrolijnen werden aangelegd
  3. Nieuwe communicatiemiddelen (telegraaf, radio, telefoon en film).
  4. Lopende band uitgevonden → massaproductie in fabrieken
  5. Nieuwe industrieën, (chemische industrie,productie van huishoudelijke apparaten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom bleven de kolonies toch belangrijk?

A
  1. Nationale Producten (koffie, tabak, suiker en thee).
  2. Grondstoffen (Aardolie, tin en Rubber).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat was een goed gevolg van de industriële revolutie?

A
  • In west- Europa en Noord- Amerika werdt het leven steeds aangenamer → de boven + middenklasse konden nieuwe apparaten aanschaffen en konder beter gaan wonen
  • Verbetering riool en werk- en woonomstandigheden van de arbeiders → Wetgeving
  • de lonen stegen
  • in veel landen werd er gestreden tegen kinderarbeid.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn slechte gevolgen van de Industriële revolutie?

A
  • De dreadnought (1906) stond symbool voor een snelle technische vooruitgang in Engeland.
  • Chemische industrie ⇒ nieuwe wapens (gifgas)
  • Bestaande wapens werden steeds beter, (machine geweren)
  • Artillerie (kanonnen) werden beter.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat was een nadeel van de snelle technische vooruitgang?

A

Als er ooit een oorlog zou uitbreken dan zou het een erge militaire oorlog kunnen worden, met veel doden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke spanningen waren er in het einde van de 19e eeuw tussen de Europese landen.

A
  • tot de Frans- Duitse oorlog, was Frankrijk het machtigste land geweest van Europa → na een snelle overwinning van Duitsland, riepen de Duitse soldaten het Duitse keizerrijk uit.
  • Duitsland nam ook nog het mijn en industriegebied in.
  • De fransen wouden wraak nemen, → Duitsland was het snelst groeiende en modernste economisch land.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat vond Duitsland en wat deed Duitsland toen ze zoveel macht hadden.

A
  • Duitsland ging zich focussen op overzeese grondstoffen
  • Veel duitsers vonden dat hun ook recht hadden op kolonies als land zijnde –> Nationalisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe ontstond de wapenwedloop tussen Duitsland en Engeland?

A
  1. Duitsland ging zich ook mengen in de strijd tussen kolonies
  2. Engeland en Frankrijk werden daar nerveus om
  3. Duitsland ging een sterke vloot bouwen
  4. Engeland ging dat ook doen → ze voelden zich bedreigd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat veroorzaakt allemaal nog meer het machtsevenwicht in Europa?

A
  • Wie de macht heeft over de Balkan
  • Bondgenootschappen (tripple Entente/ Alliante).
  • Veelvolkerenstaten
  • Technische vooruitgangen
  • Nationalisme
  • Wapenwedloop.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurde er met het Ottomaanse Rijk?

A

Dat ging afbrokkelen omdat de Grieken, Roemenen, Bulgaren en Serven delen van het rijk ging veroveren.

ook rusland en Oostenrijk - Hongarije gingen daar proberen van te profiteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat gebeurden er toen Oostenrijk- Hongarije Bosnië indringde?

A

de Bosniërs waren woedend, oftwel de serven. OH probeerde zoveel mogelijk plaatsen in te pikken, maar ze moesten wel oppassen want de Russen hadden een verbond met de serven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wie en wanneer zijn de triple Alliante?

A

In 1882 spraken Duitsland , OH en Italië om elkaar te steunen in geval van oorlog.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom was de Triple alliante opgericht en tegen wie?

A

Tegen Frankrijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Massaproductie:

A

Het maken van veel dezelfde producten in een korte tijd met behulp van de lopende band.

17
Q

Wapenwedloop:

A

Een race tussen landen om zoveel mogelijk en zo krachtig mogelijke wapens te produceren.

18
Q

Ottomaanse rijk:

A

Turkse rijk dat van 1300 tot 1923 bestond.

19
Q

Triple Alliantie:

A

Bondgenootschap tussen Duitsland, Oostenrijk -Hongarije en Italië uit 1882.

20
Q

Triple Entente:

A

Bondgenootschap uit 1907 tussen Frankrijk, Rusland en Groot- Britannië.

21
Q

Om welke redenen groeiden vóór 1914 de spanningen tussen Europese landen?

A
  • Duitsland was tegen Frankrijk
  • Duitse vloot progamma tegen Groot- Britannië.
  • Oorlogen op de balkan
22
Q

Op welke terreinen moderniseerde Europa zich aan het begin van de 20e eeuw.

A
  • Nieuwe vervoersmiddelen (autobus, metrolijn)
  • Nieuwe communicatiemiddelen (TV, radio etc).
  • Nieuwe uitvindingen (lopende band)
  • Nieuwe industrieën (chemische industrie).
23
Q

Welke landen werden bondgenoten en om welke reden?

A
  • triple alliantie: (Duitsland, Oostenrijk- Hongarije en Italië.
  • Reden: ze gingen elkaar steunen in tijd van oorlog en het was gericht tegen Frankrijk. Duitsland was het sterkte land in de bondgenootschap, Italie en OH waren militair zwak, de italianen zocht naar manieren om overzee uit te breiden.
  • Tripple entente: (Frankrijk, Engeland, Rusland). => Duitsland
  • Door Duitse dreigingen zochten ze steun.