Hoofdstuk 2.5 "De bezetting van Nederland" Flashcards

1
Q

Hoe verliep de Duitse bezetting van Nederland?

A
  • De eerste bezetting maanden mei 1940 – februari 1941,
  • Februaristaking februari 1941
  • Jodenvervolging in Nederland vanaf mei 1940
  • Arbeidsinzet mei 1943
  • Dolle Dinsdag 5 september 1944
  • Slag om Arnhem september 1944
  • Spoorwegstaking september 1944- mei 1945
  • Hongerwinter november 1944- april 1945
  • Duitse capitulatie 4 mei 1945
  • De bevrijding wordt gevierd op (5) mei 1945
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke houdingen namen Nederlanders aan tegenover de Duitse bezetter.

A
  • ze gingen of in het verzet:
  • Ze werkte samen met de bezetter
  • Ze volgde de regels op van de bezetters.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe eindigde de Duitse bezetting van Nederland.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke plannen had Duitsland op economisch en politiek gebied met Nederland.

A

Economie: Bloeide op door orders vanuit Duitsland. Schoenen, Laarzen, elektromotoren en gloeilampen werden in grote hoeveelheden geëxporteerd naar Duitsland.

Politiek:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat veranderde in elke fase van de bezetting van Nederland in het dagelijks leven?

A
  1. in het eerste oorlogsjaar: ze willen de Nederlanders winnen voor de Nazi, Nederlanders moeten altijd ID bij zich hebben, en er kwam Censuur.
  2. Er ontstond groot tekort aan eten
  3. aanpak van Nazi’s werd harder. (joden werden opgepakt en NL mannen moesten in de Duitse oorlogsindustrie.
  4. Politieke tegenstanders en mensen die niet meewerkten met de bezetters –> opgesloten in werkkampen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke motieven hadden Nederlands voor Aanpasssing, Collaboratie of Verzet?

A
  • Verzet: er was een te grote schaarste van Kleding en voedsel, daardoor kwam er Verzet.
  • Collaboratie: Een kleine groep Nederlanders die nauw samen werkt met de bezetter.
  • NL voor Aanpassing: De NSB is een antidemocratische en nationalischtische partij.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bezetting:

A

De verovering van een ander land en het overnemen van de macht in dat land.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verzet

A

Het niet aanvaarden van een bezetting. Passief verzet is het niet naleven van Duitse maatregelen. Bij actief verzet wordt de bezetter actief tegengewerkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bevrijding:

A

Het einde van de bezetting van een land.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Arbeidsinzet:

A

Gedwongen tewerkstelling in Duitsland van mannen boven 18 jaar (vanaf 1942).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Razzia’s

A

Kortdurende actie door militairen of de politie in een bepaald gebied, waarbij een bepaalde groep mensen, bijvoorbeeld joden werden opgepakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Collaboratie

A

Samenwerken met de bezetter van een land.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Nationaalsocialistische beweging (NSB)

A

Nederlandse politieke beweging onder leiding van Anton Mussert, die met Duitse bezetters samenwerkte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly