Hoofdstuk 2.3 "Hitler begint een wereldoorlog" Flashcards

1
Q

Hoe verliep de tweede wereldoorlg?

A
  • Nadat Polen was verslagen verklaarden Engeland en Frankrijk de oorlog aan Duitsland
  • April: Denemarken en Noorwegen veroverd.
  • 10 Mei 1940, Aanval op NL, België en Frankrijk
  • Battle of Britian
  • 22 juni 1941 Operatie Barbarossa
  • Najaar 1942, Opmars door Sovjet- Unie liep vast
  • Februari 1943, de Duitse soldaten werden steeds verder teruggetrokken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe begon de tweede wereldoorlog?

A
  1. Hitler kwam aan de macht en draaide het Verdrag van Versailles grotendeels terug, hij liet soldaten door het rijnland marcheren en hij ging een bondgenootschap met Mussolini aan.
  2. Maart 1938, Duitse soldaten marcheerde door Oostenrijk heen → eerste uitbreiding van Duitsland
  3. Hitler eiste Sudetenland op –> hij wou het Duitse rijk bij elkaar brengen.
  4. september 1938: Conferentie van München.
  5. Maart 1939: Duitsland bezette de rest van Tsjecho- Slowakije.
  6. 1 september 1939, Duitsland viel polen binnen, Begin WWII.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat waren keerpunten in de tweede wereldoorlog?

A
  • De conferentie van München
  • de Blitzkrieg (inval op Polen)
  • Operatie Barberossa
  • 1943: Duitsland werdt teruggedrongen uit Sovjet- Unie
  • De slag bij stalingrad
  • D-Day
  • De overgave van Duitsland
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe werdt Duitsland uiteindelijk verslagen?

A
  1. Vanaf Februari 1943, werdt het Duitse leger steeds verder uit Rusland gedrongen
  2. Na de slag bij Stalingrad waren de Duitsers helemaal verdreven uit de Sovjet- Unie
  3. 6 Juni 1944, starrte D-Day, dit was het begin van de bevrijding van Europa
  4. 1944 probeerde ze Arnhem te bevrijden, 1ste poging mislukte.
  5. Januari 1945, vielen de geallieerden Duitsland binen.
  6. Hitler pleegde zelfmoord op 30 April 1945.
  7. 7 mei 1945, gaf Duitsland zich eindelijk over.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke motieven had Hitler voor zijn veroveringsplannen?

A
  • Hij wou van Duitsland weer een sterk een groot land, rijk maken.
  • Hij wou dingen waar maken die hij aan zijn volk had beloofd
    *
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke landen stonden tegenover elkaar in de oorlog?

A

De Asmogendheden: Duitsland, Italië en Japan.

De geallieerden: De VS, Engeland en de Sovjet Unie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Op welke manier reageerden de Sovjet- Unie, Engeland, Frankrijk en de VS op de Duitse veroveringen?

A

De sovjet- Unie (Rusland): Ze sloten een verdrag met Duitsland waarin stond dat ze elkaar niet zouden aanvallen.

Frankrijk: Verklaarde de oorlog aan Duitsland

Engeland: Verklaarde ook de oorlog aan Duitsland

De VS: De VS gingen eerst voedselpakketen en wapens sturen naar Engeland en Frankrijk, maar op D-DAY, gingen ze ook meevechten en verklaarde ze de oorlog aan Duitsland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Asmogendheden:

A

Duitsland, Italië en Japan: zij waren tijdens de tweede wereldoorlog bondgenoten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Anschluss: (Aansluiting)

A

Aansluiting van Oostenrijk bij Duitsland in 1938.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Conferentie van München:

A

Bijeenkomst in 1938 waarbij Engeland en Frankrijk toestonden dat Hitler Sudetenland innam, op voorwaarde dat er vrede zou blijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Lebensraum:

A

Letterlijk: Levensruimte. volgens de Nazi’s hadden de Duitsers recht op een gebiedsuitbreiding in Oost- Europa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Tweede wereldoorlog:

A

Oorlog vvan 1939 tot 1945 tussen de asmogendheden en de geallieerden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geallieerden;

A

Bondgenootschap van Engeland, de Sovjet- Unie, de Vs en andere landen, dat tijdens de Tweede wereldoorlog vocht tegen de asmogendheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

D-day:

A

Geallieerde landing in Normandië op 6 juni 1944, met als doel de Duitsers te verslaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly