Hoofdstuk 2.2 "Hitler komt aan de macht" Flashcards

1
Q

Hoe werd Duitsland een totalitaire staat?

A
  • Andere politieke partijen waren verboden
  • Kritische journalisten opgepakt
  • Sprake van censuur op Radio en in films
  • Bevolking werdt gecontroleerd door SS, politie en geheime dienst
  • Alle verenigen waren onder controle door Nazi’s
  • Kindeen gingen naar de Hitlerjugend of Bund Deutscher => indoctrinatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke ideeën hadden de Nazi’s (nationaalsocialisten}?

A
  • Er moest één partij komen met één leider; Hitler en zijn partij de NSDAP. → Hij zou het Duitse volk uit de ellende leiden naar een nieuwe betere toekomst.
  • Nationalisme. De NSDAP wilde alle gebied op eisen in Duitsland zodat er een groot Duits rijk ontstaat: Duitsers moesten zich niet laten kleineren.
  • Militarisme. De NSDAP verheerlijkte oorlog en leven als soldaat → je kon leidschap tonen en je bewijzen, de Nazi’s hadden een eigen knokploeg met uniform.
  • Rassenleer. De Nazi’s wilden Duitsland weer groot en sterk maken, maar joden, Sinti en Roma vormden gevaar voor het superieure Arische ras, (hogere germaanse ras) ⇒ Ontstond er Antisemitisme en dat leidde tot grootste misdaden geschiedenis.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe kwam Hitler aan de macht?

A
  • Parlementsverkiezingen juli 1932 werd de NSDAP, de grootste partij van Duitsland
  • 30 Juni 1933, Hitler benoemd tot rijkskanselier.
  • 30 Juli, Rijksbrand, Hitler gebruikte de brand voor:
  1. Duitse communisten op te pakken en gevangen te zetten
  2. Beperken van belangrijke grondrechten
  3. Hitler schreef nieuwe parlementsverkiezingen uit => 44% bevolking stemde op Hitler => machtigingswet geschreven en daardoor kreeg hij de macht.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat veranderden de Nazi’s in Duitsland?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Om welke redenen kregen de Nazi’s veel stemmen?

A
  • Omdat de ideeën van de partij spraken veel werklozen, middenstanders en eigenaren van grote bedrijven aan.
  • Zodra de werkloosheid afnam groeide populariteit nazi’s → slimme propaganda (bijvoorbeeld ik zorg voor het einde van de werkloosheid).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de SA?

A

SA is stormafdeling, ook wel bruinhemden genoemd door bruine uniform –> probeerden tegenstanders te intimideren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de SS?

A

Beschermingafdeling, ook wel zwart hemden genoemd, door zwarte uniform.

  1. Lijfwacht van Hitler
  2. Elite eenheid binnen de partij en het leger.

De SA leiders werden in 1934 vermoordt –> ze waren te machtig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat deed Hitler allemaal om de duitse economie er weer bovenop te krijgen

A
  • Hij stopte met herstelbetalingen te betalen
  • voerde dienstplicht in
  • begon opbouw marine en luchtmacht
  • stimuleerde oorlogsindustrie
  • alle mannen boven 18, moesten 6 maanden werken in arbeidskamp
    *
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Nationaalsocialisten:

A

Aanhangers van de NSDAP en de Ideeën van Hitler, kortweg Nazi’s genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Antisemitisme:

A

Haat tegen de Joden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

SA:

A

Afkorting van ´Sturmabteilung´ (stormafdeling). Knokploeg van de NSDAP. Hitler liet in 1934 de SA- leiders doden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

SS:

A

Afkorting van ‘Schutzstaffel’ (beschermingsafdeling), Eerst alleen persoonlijke lijfwacht van Hitler, een eliteonderdeel van het duitse leger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Rijksdagbrand:

A

De brand in de Rijksdag, het Duitse parlementsgebouw in Berlijn, op 27 Februari 1933. De brand werd door de Nationaalsocialisten gebruikt om de communisten te vervolgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Machtigingswet:

A

Wet die aan Hitler de macht gaf om Duitsland zonder tussenkomst van het parlement te besturen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Concentratiekampen:

A

Kamp waarin gevangen onder slechte omstandigheden dwangarbeid moesten verrichten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Indoctrinatie:

A

Het systematisch aanleren van ideeën van een bepaalde partij of groep.

17
Q

Totalitaire staat:

A

Een manier van regeren waarbij de hele staat het leven van de mensen van een land volledig beheerst.