Hoofdstuk 3: Three claims, four validities Flashcards
Constante
Iets dat mogelijk kan variëren, maar slechts één niveau heeft in de betreffende situatie.
Variabele
Iets wat in meerdere levels kan.
Gemeten variabele
Een variabele waarvan de niveau’s eenvoudig worden waargenomen en geregistreerd.
Gemanipuleerde variabele
Een variabele die een onderzoeker controleert, meestal door deelnemers aan de studie toe te wijzen aan de verschillende niveau’s van de variabele.
Operationalisaties
Omzetten in een gemeten of gemanipuleerde variabele
Claim
Een argument
Soorten claims
Frequentie claims, Associatie claims, Causale claims
Frequentie claims
Beschrijven een bepaalde mate of hoeveelheid van één variabele.
Vooral gekeken naar construct-, external- en statistische validiteit.
Associatie claims
Stellen dat een bepaald niveau van een variabele waarschijnlijk wordt geassocieerd met een bepaald niveau van een andere variabele.
Vooral gekeken naar construct-, external- en statistische validiteit.
Positieve associatie/correlatie
Hoog hoort bij hoog en laag bij laag.
Negatieve associatie/correlatie
Hoog hoort bij laag en laag hoort bij hoog.
Nul associatie/correlatie
Geen associatie tussen de variabelen.
Werkwoorden associatie claims
Link, associëren, correleren, voorspellen, verbinden met, risico lopen
Causale claims
Stellen dat een van de variabele verantwoordelijk is voor de veranderingen in de andere variabele.
Vooral gekeken naar interne validiteit.
Werkwoorden causale claims
Veroorzaken, verbeteren, beïnvloeden, verminderen, veranderen