Hoofdstuk 3: Sedatie Flashcards
1
Q
Sedatie
Wanneer is een pt gesedeerd?
A
- Verminderd bewustzijn
- Angsten verdwijnen
- Pt is slapering & comfortabel
2
Q
Sedatie
Op welke manier kan sedatie bekomen worden?
A
- Benzodiazepines (midazolam)
- Rustgevende medicijnen (sedativa)
> som icm analgetica
3
Q
Sedatie
Waarom een pt sederen?
A
Ingreep vlot te laten verlopen
4
Q
wat is het fundamenteel uitgangspunt bij gebruik van sedatie?
A
- wordt alleen gegeven om angsten te remmen en bewustzijn goed te verlagen dat onaangename procedure toch kan plaatsvinden
5
Q
Waarom gebruik van uitsluitend sedatie niet aangewezen bij pijnlijke procedures?
A
- luchtweg en ademhaling belemmeren
- mogelijks interventies vereisen
cardiale en respiratoire complicaties
6
Q
Wat is propofol?
(witte melk)
A
- vooral gebruik bij korte ingrepen
- wordt toegediend in subhypnotische sedatieve dosering
- veroorzaakt snelle inwerking van sedatie, goed stuurbaar sedatieniveau
- snel helder en ontwaken
- smalle therapeutische breedte (smaller dan benzodiapines)
tiev
7
Q
Wat is dexmedetomidine?
vb Dexdor
A
- voornamelijk op IZ
- unieke sedatie, leunt aan bij slaapcyclus
- mogelijk tijdens sedatie, pt te wekken voor neurologisch onderzoek of extubatie
- bezit ook analgetische eigenschappen –> opiaat sparend effect
- bijwerkingen zijn: hypotensie en bradycardie
- sedatieniveau bereiken en onderhouden, nauwkeurig op pt af te stemmen
–> Observer assessment of Alertness/Sedation
OAA/S
8
Q
ASA hanteert volgende termen:
A
- minimal sedation (OAA/S = 4-5)
- moderate sedation (OAA/S = 3-4)
- deep sedation ( OAA/S = 1-2)