Hoofdstuk 1: introductie Flashcards

1
Q

Verschillende vormen anesthesie

A
  1. algemene anesthesie of narcose
  2. locoregionale anesthesie
  3. sedatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Functie algemene anesthesie (narcose)

A

Het hele lichaam wordt verdoofd.
Patiënt is in diepe slaap, merkt niets van ingreep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Functie locoregionale anesthesie

A

Een gedeelte van het lichaam wordt gevoelloos gemaakt met behulp van anesthesie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke verschillende vormen van locoregionale anesthesie zijn er?

A
  • lokale anesthesie:alleen operatieplek wordt verdoofd
  • perifere anesthesie (vb. Plexus brachialis anesthesie)
  • neuro-axiale anesthesie (spinale of epidurale anesthesie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly