Hoofdstuk 2 Deel 3 Flashcards
Institutie
Een gestandaardiseerd patronen van denken en doen in een bepaalde situatie. En institutie kan voor meer of minder mensen gelden, voor een bepaalde groep of voor een hele samenleving
Instanties
Organisaties die de instituties uitdragen in de samenleving. Het gaat dan om organisaties die de bevoegdheid hebben om belangrijke maatschappelijke functies uit oefenen. Bijvoorbeeld de rechtspraak en onderwijs
Institutionaliseren
Het proces waarbij een nieuwe vormen van denken en doen een gestandaardiseerd patroon krijgen
Reïficatie
Het verschijnsel dat sociologische begrepen worden gezien als dingen die op zichzelf staan en zelfstandig sturing geven aan menselijk gedrag
Sociale controle
Het geheel van reacties onder waarden en normen te handhaven. In het geval van beloningen ter goedkeuring, ondersteuning of instemming spreken we van positieve sancties. Van negatieve sancties is sprake wanneer het gaat om straffen ter afkeuring
Beloningen
Een middel om iemands gedrag bij te sturen. In tegenstelling tot geweld en dwang is beloning geen middel om iets af te dwingen. Beloning is als het ware het omgekeerde van straf, geweld of dwang. In plaats van ongewenst gedrag af te straffen, wordt gewenst gedrag beloond. Een ander woord voor beloning is positieve sanctie
Rationele keuze theorie
En sociologische benadering waarin het gedrag van mensen wordt gezien als een zakelijke of verstandelijke afweging van kosten en baten