Hoofdstuk 1 Flashcards
Psychologie
Onderzoek naar gedrag en de gevolgen bij dat gedrag vanuit het individuele gezichtspunt
Economie
Onderzoek naar de wijze waarop de productie en distributie van schaarse goederen in de samenleving worden geregeld
Politicologie
Onderzoek naar de manier waarop mensen vormgeven aan de toekomst van de samenleving
Sociologie
Onderzoek naar het gedrag van individuen en groepen vanuit het maatschappelijke gezichtspunt
Franse filosoof Auguste Comte
1798 tot 1857. Een van de grondleggers van de westerse sociologie
Ideologiefunctie van sociologie
De bijdrage die de sociologie levert door het zichtbaar maken van bestaande (machts) verhoudingen tussen menselijke betrekkingen in de samenleving
Beheersfunctie van de sociologie
De bijdrage die de sociologie levert aan het bestuur en beleid van de samenleving
Ordende functie van sociologie
De bijdrage die de sociologie levert door het overzichtelijk en begrijpelijk maken van een onoverzichtelijke werkelijkheid
De Amerikaanse socioloog Wright Mills (1959)
Pleiten voor het aanbrengen van een koppeling tussen deze individuele beleving’s wereld en de maatschappelijke logica, en hij gebruikte in dit verband de term sociologische verbeeldingskracht
Sociologische verbeeldingskracht
Het in verband brengen van los van elkaar staande persoonlijke ervaringen, situaties en problemen door ze in het licht te plaatsen van de manier waarop de samenleving functioneert
Sociologisch relevant
De mate waarin een probleem van betekenis is voor de sociologische wetenschap. Een probleem wordt als sociologisch relevant gedefinieerd door middel van criteria
Macht
Het vermogen om iets aan de samenleving te veranderen, bestaande uit drie niet op zichzelf staande elementen
3 elementen van macht
- Het vermogen om doelstellingen in de toekomst te formuleren
- Het vermogen om daarvoor middelen aan te wenden
- Het vermogen om via die middelen invloed uit te oefenen
Het vermogen om doelstellingen in de toekomst te formuleren
Dit vermogen kan pas bestaan als mensen in staat zijn om te abstraheren van het bestaande. Dit vermogen is onder meer afhankelijk van de mechanismen die het bewust zijn bepalen en beïnvloeden, oftewel van cultuur en sociale betekenisgeving
Het vermogen om daarvoor middelen aan te wenden
Als doelstellingen voor de toekomst een maal gekozen zijn, gaat het vervolgens om het vermogen om de middelen aan te wenden om ze te realiseren. De ene mens beschikt daarvoor over meer middelen dan de andere