Hoofdstuk 1 Flashcards

1
Q

Psychologie

A

Onderzoek naar gedrag en de gevolgen bij dat gedrag vanuit het individuele gezichtspunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Economie

A

Onderzoek naar de wijze waarop de productie en distributie van schaarse goederen in de samenleving worden geregeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Politicologie

A

Onderzoek naar de manier waarop mensen vormgeven aan de toekomst van de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Sociologie

A

Onderzoek naar het gedrag van individuen en groepen vanuit het maatschappelijke gezichtspunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Franse filosoof Auguste Comte

A

1798 tot 1857. Een van de grondleggers van de westerse sociologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ideologiefunctie van sociologie

A

De bijdrage die de sociologie levert door het zichtbaar maken van bestaande (machts) verhoudingen tussen menselijke betrekkingen in de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Beheersfunctie van de sociologie

A

De bijdrage die de sociologie levert aan het bestuur en beleid van de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ordende functie van sociologie

A

De bijdrage die de sociologie levert door het overzichtelijk en begrijpelijk maken van een onoverzichtelijke werkelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De Amerikaanse socioloog Wright Mills (1959)

A

Pleiten voor het aanbrengen van een koppeling tussen deze individuele beleving’s wereld en de maatschappelijke logica, en hij gebruikte in dit verband de term sociologische verbeeldingskracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Sociologische verbeeldingskracht

A

Het in verband brengen van los van elkaar staande persoonlijke ervaringen, situaties en problemen door ze in het licht te plaatsen van de manier waarop de samenleving functioneert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Sociologisch relevant

A

De mate waarin een probleem van betekenis is voor de sociologische wetenschap. Een probleem wordt als sociologisch relevant gedefinieerd door middel van criteria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Macht

A

Het vermogen om iets aan de samenleving te veranderen, bestaande uit drie niet op zichzelf staande elementen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

3 elementen van macht

A
  1. Het vermogen om doelstellingen in de toekomst te formuleren
  2. Het vermogen om daarvoor middelen aan te wenden
  3. Het vermogen om via die middelen invloed uit te oefenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Het vermogen om doelstellingen in de toekomst te formuleren

A

Dit vermogen kan pas bestaan als mensen in staat zijn om te abstraheren van het bestaande. Dit vermogen is onder meer afhankelijk van de mechanismen die het bewust zijn bepalen en beïnvloeden, oftewel van cultuur en sociale betekenisgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Het vermogen om daarvoor middelen aan te wenden

A

Als doelstellingen voor de toekomst een maal gekozen zijn, gaat het vervolgens om het vermogen om de middelen aan te wenden om ze te realiseren. De ene mens beschikt daarvoor over meer middelen dan de andere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Het vermogen om via die middelen invloed uit oefenen

A

Er zijn in de samenleving immers bijna geen doelstellingen realiseerbaar onafhankelijk van anderen. Dat maakt mensen tot sociale wezens