Hoofdstuk 14 Flashcards
Gehechtheidstheorie
Bowlby & Ainsworth.
Theorie gebasseerd op ethologie. De studie van het gedrag van verschillende soorten in hun natuurlijke omgeving en de evolutie van dit gedrag. Voor de meeste is eerste hechting aan een ouderfiguur.
Inprenting
Kuikens die bv het eerste ouderfiguur volgen
Oxytine
Een hormoon dat ouder gevoel opwekt en hechting stimuleert
Synchrone routine
Ontwikkelen ouders en baby’s na de geboorte
4 fases van hechting van baby’s
Niet onderscheidende sociale repsonsiviteit: Vanaf de geboorte tot het kind 2-3 maanden is, is het kind zeer ontvankelijk voor stemmen, gezichten en sociale prikkels.
Onderscheidend sociaal reactievermogen: Vanaf 2-3 maanden tot 6-7 maanden beginnen baby’s voorkeur te voortonen voor bekende gezichten. Ze glimlachen het hardst en brabbelen het enthousiast als deze mensen in de buurt zijn.
Actief zoeken naar nabijheid of echte hechting: Vanaf 6-7 maanden tot ongeveer 3 jaar vormen baby’s hun eerste hechtingsrelaties.
Doelgericht partnerschap: Vanaf de leeftijd van 3 jaar kunnen kinderen deelnemen aan doelgerichte relaties, waarbij de plannen van hun ouders kennen en hun gedrag daarop afstemmen.
Verlatingsangst
Piek tussen de 14 en 18 maanden
Strange siuation test
Test on hechting te testen.
Veilige gechtheid: 60% van de kinderen/ Ze verkennden de kamer wanneer ze alleen met moeder zijn en zijn van streek wanneer moeder weg is, maar worden snel weer getroost bij terugkomst.
Resitente hechting: 10% van de kinderen. Kind onderzoekt niet wanneer het allees is met moeder. Kind is overstuur wanneer moeder vertrekt en kan bij terugkeer boos reageren.
Vermijdende hechting: 15% van de kinderen/ Zij spelen alleen, maar zijn niet erg avondtuurlijk. Ze tonen slecht een beetje leed wanneer moeder weg gaat en vermijden moeder bij terugkomst.
Gedesorganiseerde hechting: 15% van de kinderen. Zij vertonen geen van de bovengenoemde stijlen, maar zijn vooral verward. Verband met latere emotionele problemen.
Vergelijking tussen veilig en onveilig gechte kinderen
- Intellectuele vaardigheden: veilig gehechte kinderen zijn nieuwsgieriger, meer betrokken bij activiteiten in de klas en willen meer leren dan onveilig gehechte kinderen.
- Sociale competentie: kinderen die veilig gehecht zijn, tonen meer leiderschap in spelactiviteiten, zijn gevoeliger voor de gevoelens van andere kinderen, zijn populairder en sociaal competenter. Zij vertonen goede sociale vaardigheden en positieve interne werkmodellen.
- Emotieregulatie: veilige gehechtheid is gekoppeld aan goede emotieregulatie en goede copingvaardigheden. Dit houdt op zijn beurt verband met minder emotionele en gedragsproblemen.
Assocatief spel
kinderen gaan met elkaar om door materiaal uit te wisselen, met elkaar te praten of elkaars voorbeeld te volgen, maar ze hebben niet hetzelfde doel.
sociometrische populariteit
Aardig gevonden worden door veel leeftijdsgenoten
Waargenomen populairiteit
Gezien worden als iemand met statis, macht en zichtbaarheid
Die stadia van afspraakjes in de adolescentie
Er zijn drie stadia van afspraakjes in de adolescentie:
- Begin van romantische aantrekking (11-13 jaar): adolescenten op deze leeftijd worden getriggerd door de puberteit → interesse in romantiek, domineert gesprekken met vrienden.
- Het verkennen van romantische relaties 14 tot 16 jaar: hier is zowel casual dating als groepsdating
- Versterking van de dyadische romantische banden 17-19 jaar: er ontstaan serieuzere romantische relaties
Homogamie
Het zoeken van een partner die op ons lijkt.
Diehoekstheorie van de liefde
Passie: seksuele aantrekking, romantische gevoelens en vreugde
Intimiteit: Gecoelens van warmte, zorg, nabijheid, vertrouwen en repect binnen een relatie.
Commitment: Je houdt van de ander en zet je in voor een langdurige relatie
Model van onszelf
Veilig: Dit komt overeen met een veilige gehechtheid. Er is een gezond evenwicht tussen gehechtheid en autonomie, er is vrijheid om te verkennen; er is weinig angst en weinig vermijding
Afwijzing: Dit komt overeen met de vermijdende vorm van gehechtheid. Mensen sluiten hun emoties buiten, ze vermijden intimiteit om pijn te vermijden, ze wijzen het belang van relaties af, ze zijn erg op zichzelf aangewezen. Er is weinig angst en veel vermijding
Preoccupatie: Dit komt overeen met de resistente gehechtheidsvorm; je bent wanhopig op zoek naar liefde om je als persoon waardig te voelen; je maakt je zorgen over verlating; je uit je angst en woede openlijk. Er is veel angst en weinig vermijding
Angstig: Dit komt overeen met gedesorganiseerde gehechtheid. Deze mensen hebben behoefte aan een relatie, maar twijfelen aan hun eigenwaarde en zijn bang voor intimiteit. Er is geen coherente strategie om de gehechtheidsbehoeften te bevredigen. Er is veel angst en veel vermijding