Hoofdstuk 1 Flashcards
Ontwikkeling
Is een systematische verandering en continuïteit van een individu die plaatsvindt tussen de conceptie en de dood (van wieg tot het graf). Systematische verandering en continuïteit omvatten drie brede gebieden.
Lichamelijke ontwikkeling: de groei van het lichaam en zijn organen, de hersenen, veranderingen in de moteriek enzovoort.
Cogntitieve ontwikkeling: veranderingen en continuïteit in perceptie, taal, leren, geheugen, probleemoplossing en andere mentale processen.
Psychosociale ontwikkeling: verandeeringen in persoonlijke en interpersoonlijke aspecten van de ontwikkeling, zoals motieven, emoties, persoonlijkheidskenmerken, interpersoonlijke vaardigheden en relaties, en rollen in het gezin en de samenleving.
Groei
Fysieke veranderingen die plaatsvinden van conceptie tot volwassenheid.
Biologische veroudering
De achteruitgang van een levend wezen dat tot de dood leidt.
Ontwikkelingspsychologie
De wetenschappelijke studie van de mensenlijke groei gedurende het hele leven. De vorm van psychologie begon met de studie van de ontwikkeling van kinderen. Een ander disicpline van de ontwikkelingsleer is de gerontologie, die het ouder worden bestudeert. Ontwikkelingswetenschap gaat over de veranderingen binnen indivifuen en de verschillen/gelijkenissen tussen individuen.
Normatieve
Iets dat bijna iedereen meemaakt. Bv leren lopen.
Gaat in stappen van continu of discontinu
Niet-normatief
Maakt niet iedereen mee. Bv een scheiding
De opkomende volwassenheid
Overgangsperiode tussen adolescentie en volwassenheid, met een leeftijd tussen 18-25/29 jaar. Mensen studeren langer door, waardoor het volwassen leven later begint.
Kenmerken: ontdekken van je eigen identiteit, een instabiel leven hebben door veranderingen in werk en relaties, gericht op jezelf en vrij zijn van verplichtingen aan andere. Je op sommige gebieden volwassen voelen en andere niet en geloven dat de mogelijkheden onbeperkt zijn.
Prenatale periode
Van conceptie tot geboorte
Zuigelingen periode
0-2 jaar. Eerste 2 jaar van het leven
Preschool
2-5 jaar peutertijd/kleutertijd. Kinderen die beginnen met lopen en de leeftijd van 1-3 hebben worden soms peuters genoemd.
Middelschool
6-10 jaar lafere school leeftijd. Tussen de kleutertijd en puberteit in - wordt soms ook de schoolgaande leeftijd genoemd. Loopt to de puberteit begint.
Adoplescentie
Ongeveer 10-18 of van begin puberteit tot het indicidu relaties onafhankelijk is
Jongvolwassenheid
18-25 of zelfs 29 overgangsperiode tussen adolescentie en volwassenheid
Vroege volwassenheid
25-40 volwassen rollen zijn vastgelegd
Midden volwassenheid
40-65 middelbare leeftijd
Late volwassenheid
65+ valt ook weer in andere categoriën mbt functioneren