hoofdstuk 13: gasuitwisseling en transport Flashcards

1
Q

waar hangt zuurstof beschikbaarheid van af?

A

concentratie van het gas

druk van het gasmengsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is Daltons wet

A

partiële druk = %concentratie gas x totale druk gasmengsel. P in mmHg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is de normale atmosferische dryk

A

760 mmHg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is de druk van zuurstof

A

159 mmHg. PO2 = (20.93/100)*760

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de druk van stikstof

A

600

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is de druk van koolstofdioxide

A

0.23 mmHg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe is de druk en concentratie op hoogte?

A

druk is lager, concentratie is hetzelfde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is de druk van watermoleculen bij 37 graden

A

47 mmHg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

in de trachea is de druk 713, hoe kom je daar bij?

A

47 mmHg van de watermoleculen afhalen bij 760 mmHg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

de druk is ook anders in de trachea voor zuurstof, hoeveel?

A

149 mmhg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is het percentage O2 en CO2 in de alveoli?

A

O2 = 14,5% en Co2 = 5,5%, want gemengd met oude lucht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de druk is ook anders in de alveoli hoeveel is dit van o2 en co2?

A
PO2 = 103
PCO2 = 39
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is henry’s wet?

A

de massa van een gas dat oplost in een vloeistof bij een bepaalde temperatuur is direct proportioneel met de druk van het gas over de vloeistof.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

welke 2 factoren bepalen de difussiesnelheid van gas naar vloeistof?

A
  1. drukverschil

2. oplosbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

diffusie is geen eenrichtingsverkeer, leg uit

A

bij ongelijke druk verloopt diffusie in ongelijke mate. netto naar 1 richting en bij gelijk is de netto 0.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

gaswisseling vindt plaats in 0.25 s, hoeveel bloed is er dan langs geweest?

A

1/3 van de doorgangstijd van het bloed

17
Q

wat gebeurt er bij inspanning met de pulmonaire haarvaten?

A

3x groter dan rustvolume, hierdoor wordt de doorgangstijd maar iets korter van bloed

18
Q

waardoor kan beperkte gastransport in de alveoli ontstaan?

A

door verdikte alveolaire membraan (pollutant layer) of door verkleining van alveolair oppervlak

19
Q

op welke 2 manieren kan het bloed zuurstof vervoeren?

A

zuurstof in oplossing en zuurstof gebonden aan hemoglobine

20
Q

hoe lost zuurstof op in een oplossing?

A

het lost slecht op (3ml/L), het is genoeg voor 4 sec leven, opgelost zuurstof bepaalt PO2 in plasma en weefsel

21
Q

hoe bindt zuurstof aan hemoglobine/

A

Hb4 + 4O2 Hb4o8
zuurstofmolecuul gebonden aan Fe
65-70x meer o2 gebonden aan Hb dan in oplossing

22
Q

wat is EPO

A

is een hormoon dat hoeveelheid erytrocyten (Hb) op peil houdt.

23
Q

Hoe bindt Hb?

A

het is een passief proces, zonder enzymen of verandering lading in Fe2+

24
Q

wat is een coöperatieve binding?

A

een binding tussen Hb en O2 faciliteert binding tussen andere Hb en O2 moleculen –> S-vormige zuurstof saturatie curve

25
Q

wat toont de oxyhemoglobine dissociatiecurve?

A

toont de saturatie van Hb bij verschillende PO2 waarden

26
Q

wanneer schuift de dissociatiecurve naar rechts? (minder saturatie, meer zuurstof afgifte)

A

lagere pH
hogere concentratie 2,3-DPG
hogere temperatuur

27
Q

wat gebeurt er bij een lagere pH?

A

een lagere pH betekent een hogere Co2-concentratie, dus er komt dan makkelijker zuurstof los van Hb

28
Q

wat is de zuurstofdruk in rust?

A

40 MMHG. 5 ml O2/dL bloed. 75% behoudt Hb van zijn saturatie. a-vO2 =4-5 ml/dl

29
Q

wat is de zuurstofdruk tijdens in spanning?

A

20 mmHg. Hb behoudt dan 25% van zijn saturatie. a-vO2 = 15

30
Q

waarom is CO giftig?

A

Co gaat ipv zuurstof op de Hb bindingen zitten. Deze koppeling is sterker dan die van O2 en laat niet makkelijk los. Na een tijdje geen zuurstoftransport meer.

31
Q

Hoe vindt CO2 transport plaats?

A
  • opgelost in plasma
  • als binding met Hb
  • aks bicarbonaat in plasma
32
Q

In welke 3 vormen wordt CO2 vervoerd?

A
  • als bicarbonaat (80%)
  • als carbamino compound (20%)
  • als oplossing (5%)