Hoofdstuk 1. Symbool vs. Teken Flashcards
Overdrijving
- Hyperbool: het woord of de zin stelt de gerefereerde werkhelijkheid groter of belangrijker voor dan ze in de ogen van de spreker is.
Eufemisme
Het woord of de zin stelt de gerefereerde werkelijkheid mooier of minder belangrijk voor dan ze in de ogen van de spreker is: bv. euthanasie
Pleonasme
Twee woorden worden samen gebruikt waarbij het ene een essentieel aspect van het andere herhaalt (bv. een nieuwe aanwinst)
Tautologie
Hetzelfde woord wordt met twee woorden uitgedrukt: bv. eenzaam & verlaten
Herhaling
Een woord of uitdrukking komt in een tekst letterlijk, of met variaties, tweemaal of vaker voor: bv. amen, amen, ik zeg jullie. Dit gebeurt meestal met de bedoeling de nadruk te leggen op het herhaalde element.
Ironie
Het woord of de zin zegt het tegenovergestelde van wat de spreker bedoelt: bv. het roerend eens zijn met iemand zou oorspronkelijk een ironische uitspraak geweest zijn omdat men niet ontroerd is als men het met iemand akkoord gaat over iets
paradox
Twee woorden die elkaar lijken tegen te spreken worden op elkaar betrokken en bij nader toezien wordt bevestigd dat ze elkaar inderdaad tegenspreken. Bv. leven uit de dood
Oxymoron
Twee woorden die samen gebruikt worden, spreken elkaar zonder meer tegen Bv. oud nieuws
Metonymie
Een woord wordt gebruikt om naar iets te verwijzen dat er nauw mee verbonden is. Bv. een glas drinken: hier wordt naar de inhoud van het glas verwezen, niet het gals zelf.
Analogie
Overeenkomst die men vaststelt en tot grondslag neemt voor een redenering of gevolgtrekking: in wijsbegeerte en theologie een vergelijking met belangrijke overeenkomsten en tegelijk evenveel of nog meer verschillen. Bv. gezonde lucht: de lucht zelf is niet gezond maar draagt bij tot de gezondheid van de mens. Bv. analogia entis: het zijn van God en het zijn van de schepselen zijn analoog
simile
Een vergelijking die gebaseerd is op een zekere gelijkenis
Gelijkenis
Parabel Zinnnebeeldig verhaal, beeldwoord, vergelijking of voordbeeldverhaal: het vertellen van een verhaal vanwege één of meer gelijkenissen met de werkelijkheid om deze te verhelderen of tot verandering uit te nodigen.
Allegorie
Een tekst (vaak een verhaal) die niet letterlijk is bedoeld, maar waarbij alle belangrijke elementen voor een andere werkelijkheid staan Bv. allegorie van de zaaier en het zaad
Metafoor
Een tekst of zin waarin op een onverwachte manier twee realiteiten met elkaar worden vereenzelvigd (nier vergeleken): hierbij kan uit de context worden afgeleid dat de vereenzelving niet letterlijk en bovendien slechts partieel is. Naast ‘is’ wordt ook ‘is niet’ verondersteld. Het feit dat open blijft in welk opzicht en met het oog op welk punt de partiële identificatie gebeurt, creëert een spanning die constitutief tot de metaforische betekenis behoort: bv. Pieter is een leeuw of de onzichtbare hand.
Wat is het verschil tussen univoque en equivoque taaltekens?
- Een taalteken is univoque, als het eenzinnig of eenduidig is, of als dusdanig wordt beschouwd.
- Bv. Een peer, een zakdoek
- Een taalteken is equivoque als het meer dan één betekenis heeft. Dit kan het gevolg zijn van polysemie of homonymie. Dit komt doordat men woorden letterlijk en figuurlijk kan interpreteren.
- Homonymie: dezelfde uitspraak en schrijfwijze 2 verschillende betekenissen die onderling geen verband houden.
- Bv. Een bank
- Polysemie: verschillende betekenissen die met elkaar verband houden
- Bv. College als gebouw en les.
- Homonymie: dezelfde uitspraak en schrijfwijze 2 verschillende betekenissen die onderling geen verband houden.
Wat is het verschil tussen univoque en analoge taaltekens?
- Een taalteken is analoog, indien er overeenkomsten en verschillen zijn:
- Bv. Gezonde lucht (gezond voor mensen maar de lucht zelf is niet gezond).
- Bv. God bestaat vs. De mens bestaat = niet dezelfde betekenis.
- Univoque: eenzinnig of eenduidig en als dusdanig wordt beschouwd.
- Bv. Een appel
- Onderscheid tussen de twee is niet statisch of absoluut, maar hangt af van de taalgebruiker.
Wat is het verschil tussen equivoque en analoge taaltekens?
- Een taalteken is equivoque als het meer dan één betekenis heeft.
- Bv. Een bank, college
- Een taalteken is analoog, indien er overeenkomsten en verschillen zijn:
- Bv. Gezonde lucht (gezond voor mensen maar de lucht zelf is niet gezond).
- Bv. God bestaat vs. De mens bestaat = niet dezelfde betekenis.
Wat zijn volgens Annick de Witt de kenmerken van een traditionele “worldview”?
- Inzet voor de gemeenschap
- Rescpect voor traditie en maatschappelijke orde
- Nederigheid en bereidheid tot zelfopoffering
- Waardering voor discipline of strenge gedragsregels
Wat zijn volgens Annick de Witt de kenmerken van een moderne “worldview”?
- Modern verwijst naar de Verlichting, wij zijn nu postmodern
- Rationaliteit, kritisch denken = benadering cursus
- Individuele creativitit = individuele mens, originaliteit, geen plagiaat
- Mensenrechten, waardigheid van de mens, zie duurzaamheid van VN
- Democratie, fairness
- Wetenschappelijke, technologische en economische vooruitgang
Wat zijn volgens Annick de Witt de kenmerken van een postmoderne “worldview”?
- Nog wat factoren van mordern
- Respect voor meningen en perspectieven van anderen –> alles kan
- Inzet voor sociale rechtvaardigheid
- Zorg voor het milieu
- Stelt de moderne status quo in vraag = “we kunnen zo niet verder”, dingen moeten veranderen. Dit in tegenstelling tot modern, waarbij we de beste oplossing hebben gevonden.
Wat zijn volgens Annick de Witt de kenmerken van een integratieve “worldview”?
- Overstijgt dualisme en polariteiten
- Leidt tot innovatie en efficiënte communicatie (eg. Communicatiemiddelen)
- Universele existentiële waarden
- Zeer zelfreflexief = kritisch nadenken over eigen gedrag
- Sterke waardering voor en verbondenheid met de natuur (alle wezens) en het bestaan in zijn geheel