Herhalen Flashcards

1
Q

Geef een voorbeeld van een paradox en een oxymoron

A
  • Paradox: tegenstelling: leven uit de dood
  • Oxymoron: oorverdovende stilte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Pieter is een leeuw = metafoor:

A
  • Correcte formulering van deze uitspraak als metafoor: Het is niet een vergelijk: Pieter is zoals een leeuw is een vergelijking, maar niet metafoor. Als men ‘Pieter is een leeuw’ vertaalt als Pieter is sterk of gevaarlijk, dan verliest men essentiële dimensies van de betekenis.
  • Het is niet mogelijk om een metafoor in gewone taal te vertalen zonder het verlies van belangrijke betekenisdimensies. Metaforen mogen niet worden gereduceerd tot retorische middelen, maar zijn een middel tot echte semantische innovatie, tot het creëren van nieuwe betekenissen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  • Vergelijk de literalisering met de banalisering van de metafoor “De Bijbel is het woord van God” = gelijkenissen en de verschillen?
A
  • Letterlijke interpretatie: bepaalde uitspraken die afkomstig zijn van mensen en eventueel zelfs door haat of haat of geweld getekend zijn, met goddelijke autoriteit te bekleden en dus tot uitspraken te verklaren die gelovigen zonder vragen te stellen moeten volgen.
  • Banalisering: in de richting van is niet, Bijbel is niet het woord van God.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  • Sandra Schneiders: metaforische betekenis van “De Bijbel is het Woord van God?”
A
  • Metaforische betekenis betekent ‘woord’ niet het fysieke spreken, maar de goddelijke openbaring: “God’s accepted self-gift to human beings”.
  • Openbaring = 4 dimensies: taal zelfs als een symboolhandeling. Symboolhandeling is actieve aanwezigheid die een uitnodiging tot antwoord bevat. Het spreken door middel van de taal  nodigt uit tot antwoord. De taal van de Bijbel zelf participeert rechtstreeks in boodschap die door de taal gecommuniceerd wordt.
  • Symbool van openbaring: taal doet de onzichtbare liefde zichtbaar verschijnen en brengt haar tot uitdrukking.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  1. Wat is ervoor verantwoordelijk dat het fundamentalisme gevaarlijk is voor de samenleving vanuit het standpunt van constructivisme?
A
  • Religieus fundamentalisme is op alle domeinen essentialistisch, want men is ervan overtuigd dat de mensen de inhoud van bv. de Bijbel onbemiddeld van God, zonder toedoen van de mensen hebben ontvangen.
  • Constructivistische benaderingen daarentegen beklemtonen dat ook de autoritatieve religieuze teksten en de dogmatisch-leerstellige formuleringen door historisch gesitueerde mensen in historische contexten werden geformuleerd.
  • In het essentialisme = alsof het rechtstreeks van God komt is gevaarlijk want het treedt op met de absoluutheidsaanspraak van de alwetende en almachtige God.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  • Wat betekent “kritiek” in historische kritiek?
A
  • Kritiek = wetenschappelijke basishouding die gekenmerkt wordt door onderscheiding en bewuste keuzes.
  • In een wetenschappelijke benadering speelt kritiek op het niveau van het zelf, op de manier van wetenschappelijk werken en van de andere mensen die deelnemen aan het proces.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  • Wat betekent het woord kritiek in een kritisch wetenschappelijke houding met betrekking tot het zelf (de wetenschapper): 4 punten:
A
  • Bewustwording van de contingentie van de eigen benadering
  • Bewuste keuzes onderwerp en afbakening, gevolgde benadering en methoden en perspectieven van de gesprekpartners.
  • Rekening houden met grenzen kennis, taal, eigen vaardigheden en mogelijkheden.
  • Bewust zijn van eigen perspectief, blinde vlekken, traditie.
    1. Hiervan dus niet alleen bewust zijn maar ook verantwoordeing afleggen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  1. Weke rol speelt kritiek in een kritisch wetenschappelijke houding met betrekking tot het wetenschappelijk werk?
A
  • Ook onderscheiding toepassen: bewaren van afstand ten opzichte van het gekozen onderwerp, de primaire en secundaire bronnen.
  • Hermeneutiek van wantrouwen = streven naar een onafhankelijkheid.
  • Hermeneutiek van vertrouwen: respect voor het eigen karakter en weerbarstigheid van het onderwerp, de bronnen en bestaande literatuur.
  • Kritische houding gerespecteerd als iets dat men niet voor eigen doeleinden kan en mag gebruiken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  1. Verschil pantheïsme en panentheïsme:
A
  • Pantheïsme: lijnrecht tegenover het naturalisme, in het pantheïsme is er geen natuurlijke wereld omdat alles god of goddelijk is.
  • Panentheïsme: in monotheïstische religies wordt de relatie tussen het natuurlijke en het goddelijke soms beschreven als panentheïsme = alles in God is, de gehele natuurlijke, immanente realiteit is omringd door God, alles is opgenomen in God en is doordrongen door God.
  • In tegenstelling tot pantheïsme, betekent panentheïsme niet dat het universum synoniem is met God. In plaats daarvan gaat panentheïsme ervan uit dat God meer is dan het universum: God is zowel transcendent als immanent.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  1. Wat zijn de kenmerken van het spiritualisme met betrekking tot religie, tot welk soort fenomeen lijdt spiritualisme binnen religie?
A
  • Spiritualisme = idealisme: geest als belangrijkste dimensie van de werkelijkheid en verwaarloost de materie. Immateriële = superieur en is onbereikbaar. Tegenovergestelde van immanentie = transmanentie.
  • Religie: transcendente, het goddelijke in zijn eigen sfeer opgesloten en een actieve aanwezigheid van het goddelijke in de wereld wordt als onmogelijk beschouwd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
  1. In het Jodendom en het christendom wordt de seksuele voortplantingskracht van de mens niet vergoddelijkt, wat komt in de plaats hiervan?
A
  • Seksualiteit en voortplanting blijven belangrijke onderworpen, maar door hen wordt de voortplantingskracht niet vergoddelijkt. God wordt als Vader voorgesteld (vooral in het Christendom), maar beslist niet in de fysieke, op voortplanting gerichte zin, maar veeleer in spirituele betekenis.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
  1. Wat zegt Akiba ten opzichte van de positie van Job? Job zegt dat mens niet kan begrijpen waarom hij moet lijden omdat hij God niet is.
A
  • God is not good, he was never good, he was only on our side.
  • In de context betekent dit dat de manier waarop men God heeft voorgesteld, voor de slachtoffers niet voordelig was, want zo heeft men voorgesteld alsof God aan de kant van hun vijanden zou staan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
  1. Mystieke mensen:
A
  • Mensen die ervaring hebben de diepste grond van het bestaan, God, onbemiddeld bemiddeld te ontmoeten en met hem één te worden.
  • Op grond van die ervaring zijn mystieke mensen in staat te herkennen wat allemaal god beweert te zijn, maar het in werkelijkheid niet is. Een dergelijke ervaring stelt mensen in staat de waarheid te herkennen en het inauthentieke in de bestaande godsbeelden aan te klagen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  1. Vier verschillen tussen primaire religie en secundaire religie:
A
  • Primaire
    1. Oorspronkelijke religie, oerreligie
    2. Polytheïsme
    3. Cultuurreligie
    4. Oergeloof
    5. Traditionele religie, stichter onbekend
  • Secundaire
    1. Tegenreligie
    2. Waar-onwaar
    3. Monotheïsme
    4. Boekreligie
    5. Wereldreligie
    6. Openbaring, stichting
    7. Keuzereligie: bekende stichter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  1. Kritische overweging formuleert Bieringen aan oorsprong van het potentieel van religie met betrekking tot deze positie?
A
  • Als men rekening houdt met het geweld dat in naam van religies werd en wordt gepleegd, heeft men begrip voor de droom van een wereld zonder religie (zie John Lennon), maar religie heeft ook een zeer rijke realiteit die men niet mag reduceren tot haar gewelddadig potentieel.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
  1. Wat is het verschil tussen een dualistisch mensbeeld en het personalisme?
A
  • Dualistisch mensbeeld: Mens is een wezen dat een lichaam en een ziel heeft. Hierbij werd het lichaam verwaarloosd of als negatief beschouwd.
    1. Centrale ethiek = natuurwet.
  • Personalisme: de menselijke persoon zelf zal nu de maatstaf voor het beoordelen van een menselijke daad.
    1. Louis Janssens: theologisch personalisme: de menselijke persoon mag niet gereduceerd worden tot het hebben van een lichaam en een ziel. 8 fundamentele dimensies van de menselijke persoon.
17
Q
  1. De 10 dimensies van de menselijke persoon:
A
  1. Subject
  2. Subject in lichamelijkheid
  3. Lichaam stuk van de materiële wereld
  4. Ik-jij verhouding
  5. Ik-wij: sociale groepen
  6. Geschapen naar Gods beeld = beminnen en verheerlijken
  7. Historische wezens
  8. Fundamenteel gelijken, maar ieder een oorspronkelijkheid
  9. Respectvolle relatie met ecosysteem
  10. Relatie tot gemaakte culturele en technische voorwerpen
18
Q
  1. Voorwaarde van het personalisme om de mens en niet de wet te beschouwen als maatstaf van het ethisch handelen?
A
  • Tweede Vaticaans Concilie: zedelijk karakter van een handelwijze hangt niet af alleen af van de goedwillende intentie en de subjectieve motivering, maar moet worden bepaald vanuit objectieve criteria die hun grondslag vinden in de eigen aard van de persoon en diens daden.
19
Q
  1. Selbszweckformel van Immanuel Kant:
A
  • Deel van categorische imperatief: “Handel zo dat jij het menszijn, zowel in eigen persoon als in de persoon van ieder ander altijd tegelijk als doel, nooit louter als middel gebruikt”.
20
Q
  1. Verschil raadsel en mysterie?
A
  • Een raadsel kan je oplossen. Maar een mysterie blijft ook onverhuld een mysterie. Op de ontmoeting met het mysterie komt de symboolhandeling tot uitdrukking.
  • Mensen blijven vaak een mysterie en zijn altijd goed voor verrassingen. We kunnen ons nooit volledig kenbaar maken aan andere mensen.
21
Q

Natuurwetsdenken

A
  • Natuurwet betekent (volgens de traditionele katholieke theologie) de orde die inherent is aan de wereld en die de mensen met hun verstand kunnen herkennen en die daarom voor alle mensen overal en ten alle tijden geldig is.
  • De natuur overstijgt dus de historische omstandigheden en culturen van de mens. De in de natuur ingebakken orde werd dus in het natuurwetsdenken beschouwd als hét criterium voor het beoordelen van een ethisch goede of slechte daad.
  • Het personalisme vervangt de natuur als criterium door de dimensies van de menselijke persoon “ten volle beschouwd”.
22
Q
  1. Economisch handelen moet rekening houden met de dimensie van het unieke mysterie van elke persoon:
A
  • Men zou best rekening houden met de toekomstdimensie, de openendedness van het menszijn. Authentieke interactie met een medemens staat altijd open voor nieuwe ontdekkingen en verrassingen.
23
Q
  1. De Bijbelse tekst kan worden gelezen als raam, spiegel en als icoon. Wat heeft dit te maken met de 3 werelden van de tekst?
A
  • Wereld achter de tekst = verleden. Historische kritiek bestudeert achtergrondelementen die belangrijk zijn om de Bijbeltekst wetenschappelijk correct te begrijpen.
  • Wereld van de tekst: heden: inleving in personages, diepere existentiële vragen, dilemma’s, conflicten = Spiegel. De wereld van de tekst treedt in dialoog met het heden van de lezer = herkenning waardoor de tekst een nieuw licht werpt op de wereld van vandaag.
  • Wereld voor de tekst = toekomstvisioen: projecteert een alternatieve wereld die grotendeels nog te realiseren is Rijk Gods. Dimensie is een icoon en maakt de wereld voor de tekst zichtbaar. Doel: toekomstperspectieven te verwoorden.
  • Raam: Raam: de wereld van de tekst
24
Q
  1. Bijbelse tekst als diachroon, synchroon en metachroon perspectief:
A
  • Diachroon: in zijn historische relaties
  • Synchronisch: los van zijn historische relaties
  • Metachronisch: eschatologisch perspectief: binnenbreken van Gods toekomst in de wereld verkondigen en bemiddelen.
25
Q
  1. Heilshistorische benadering:
A
  • De heilshistorische prediking in de vorm waarin Schilder haar formuleerde zet zich af tegen de “exemplarische” prediking, volgens welke de Bijbelse verhalen, en in het bijzonder de verhalen uit het Oude Testament, vooral worden gebruikt als voorbeelden hoe christenen vandaag behoren (of niet behoren) te leven. De oudtestamentische gelovigen worden als voorbeeld (of, naargelang het geval, als tegenvoorbeeld) gebruikt hoe men zich dient te gedragen.
26
Q
  1. Onthullende autoriteit:
A
  • vereisen een affectieve en morele reactie. Autoriteit van de Bijbel is intrinsiek en relatief. Het gehoorzamen aan dit soort autoriteit is het resultaat van een dialoog: autoriteit als Woord van God = metafoor.
27
Q
  1. Normativiteit van de toekomst:
A
  1. Dag van morgen
  2. Ethische claim
  3. Toekomst = eschatologisch perspectief
  4. Onverwacht binnenbreken
28
Q
  1. Aardse Jezus vs historische Jezus
A
  • Historische Jezus = moderne historische constructie met behulp van werkinstrumenten van de moderne historische wetenschap. Dingen die men over aardse Jezus kan te weten komen door historisch-kritische methoden = fragmentarisch.
29
Q
  1. Welke houding tegenover de Bijbel past bij de interpretatie van de Bijbel als woord van God in mensentaal?
A
  • Bijbels symbolisme: dialogisch openbaringsproces =kritische dialoog en creatieve interpretatie.
  • Kritiek = meevoelende leeshouding waarbij men kiest in een soort van zelfbedieningsrestaurant maar met een hermeneutische benadering is dit ongegrond.
  • Symbolisme: begrijpt de relatie tussen het immanente en de transcendente dimensies van de Bijbels als een symbolische relatie. De dimensies van het woord van God en woord van mensen ernstig te nemen, zonder te tekst ethisch te instrumentaliseren, maar veeleer door de transformatieve kracht van de tekst te privilegiëren.