Hoofdstuk 1: Frans recht Flashcards
1
Q
Wat is de korte historiek van Frankrijk tot aan Franse revolutie?
A
- Romeinse provincie
- Germaanse invasie: Karolingisch bewind. Ontstaan van de feodale maatschappij (vazallen). Koning zwakke positie, grote juridische versnippering. Koning had weinig legislatieve bevoegdheden, veel gewoonterecht.
- Feodale samenleving:
- Oprichting specifieke rechtbanken voor geschillen vazal en leenheer –> systeem van peer review, beklaagde beoordeeld door mannen van gelijke stand.
- Konninklijke rechtbanken in 13e eeuw. Hier werd het beroep geregeld voor de feodale rechtbanken. Ook als het konninkljik belang -> exclusieve bevoegdheid.
- Beperkte eenmaking: Parlement de Paris: lokale gewoontes: Coutume de Paris. Meeste parlements waren beperkt tot hun grondgebied, maar dit voor heel het gebied. Gebruikte eigen Coutume: begin van rechtseenmaking.
- Koning maar beperkte rol, maar wordt belangrijker in 17-18e eeuw.
- Koning kan dan ordonnances aannemen: wetgevende bevoegdheid maar wel binnen de gewoonterechtelijke regels. Wetgeving dus toch belangrijkste bron van het recht.
2
Q
Wat met de Franse revolutie?
A
- 1789: gebroken met de maatschappelijke en staatkundige organisatie van het Ancien Règime. Dus echt een tabula rasa.
- Belangrijk: Déclaration des droits de l’homme et citoyen : verankerde: liberté, égalité et fraternité voor verhouding van de staat en rechtsonderhorigen: principiële gelijkheid alle burgers, die ook eigen, onvervreemdbare rechten en plichten bezitten. Basis voor mensenrechten.
- Rechtsbedeling: 1 enkele beroepsinstantie: Tribunal de Cassatio**n:
- Toezien op correcte en uniforme toepassing van de nieuwe wetgeving.
- Bevoegdheid beslissen te hervormen van lagere rechtbanken.
- Administratie hervormd: centralisme op een betere manier georganiseerd.
- Indeling van het grondgebied in departementen met elk een beperkte bestuursautonomie.
- Dient ook als afbakening van de rechtsmacht van nieuwe lokale en regionale gerechtelijke instanties.
- 1791: Eerste geschreven grondwet:
- Alle instutitutionele hervormingen en verworvenheden verankeren in formeel document: rechten en scheiding der machten
- Werd snel verworpen door koninkljike vetorecht maar wel nog zeer belangrijk als ijkpunt en precedent.
3
Q
Wat zijn de fundamentele kenmerken van de Ve République?
A
- La République is een complex begrip:
- Negatieve invulling: staatsvorm in contrast met monarchie.
- Positieve invulling: staatsvorm gebouwd op “democratie, rechtsstaat & natie”
- Artikel 1 franse Gw!
- Staat heeft een sociale dimensie die ook blijkt uit de officiële leuze: “liberté, égalité, fraternité”
- Frankrijk ook oermodel van de gelaïciseerde staat: volledige scheiding van Kerk en Staat.
- Frankrijk oermodel van de eenheidsstaat:
- Afwijzing van elk federalisme: dit kan wel eens leiden tot afscheiding kolonies. Er is wel een erkenning van de “populations d’outre-mer”. Positie minderheden in de eenheidsstaat.
- Toch in toenemende mate ruimte voor decentralisatie:
- Principe van decentralisatie staat sinds 2003 in art. 1 Franse Gw.
- Collectivités territoriales (art. 72 Gw.)
4
Q
Wat is de bestuurlijke indeling van Frankrijk?
A
- Territoriale decentralisatie op 3 niveau’s: Artikel 72 Gw.
- Régions: 13+5
- Conseil régional
- Départements: 86+15
- Conseil départemental
-
Communes: ca. 36.000
- Conseil communal
5
Q
Hoe zit het met de scheiding der machten met sterke UM?
A
- Erg sterke uitvoerende macht in persoon van de president: art. 10 Gw.
- Nuance “cohabitations”? Als de president en de Eerste minister van een andere kleur zijn, waardoor ze wel moeten samenwerken. Komt minder voor.
- Ongewoon sterke president voor parlementair regime
- Rechtstreeks verkozen voor 5 jaar
- Nagenoeg geheel onverantwoordelijk = presidentiële onverantwoordelijkheid: wel nog systeem van tegenhandtekening Eerste minister en haute trahison indien President manifest in gebreke blijft.
- Extern (staatshoofd - hoofd strijdkrachten - buitenlands beleid)
- Intern (benoemt premier – greep op Conseil supérieur de la magistrature)
- Rol 1ste minister en regering:
- Verantwoordelijk voor implementatie van beleid.
- Kunnen collectief Ordonnances uitvaardigen.
- Zijn verantwoording verschuldigd aan Parlement (Assemblée Nationale”)
- Ministers burgerlijk & strafrechtelijk aansprakelijk voor handelen.
6
Q
Hoe zit het met de scheiding der machten en de WM?
A
- Zwakke wetgevende macht:
- Tweekamerstelsel:
- Assemblée Nationale = rechtstreeks verkozen om de 5 jaar.
- Sénat samengesteld uit departementale vertegenwoordigers.
- Assemblée nationaal duidelijk de belangrijkste: toezicht op regering en toekennen budget (begroting).
7
Q
Wat met Napoleon en zijn Code Civil?
A
- Wortels in schuchtere codificatie-initiatieven in verder verleden
- Boost door revolutionair klimaat
- Code civil: compromis van Germaans & Romeins
- Code civil: doordesemd van revolutionair denken
- Code civil: toonbeeld van interne structuur en coherentie
- Abstract geformuleerde principes en deductieve logica (ruimte voor ontwikkeling)
- Frankrijk wordt eerste land met echte globale codificatie
- Code de Commerce - Code d’Instruction Criminelle - Code de Procédure Civil - Code Pénal
- Frankrijk wordt vlaggenschip van juridische traditie (civil law)
- Codificatie met aanzien & navolging door intrinsieke kwaliteit
- Napoleon-factor
8
Q
Wat hield de Eerste Grondwet in van 1791?
A