Hfdst 9, 1/3 Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

Waar gaat precopulatorische competitie over?

A

Competitie alvorens de copulatie, intraseksuele selectie bij soortgenoten om te mogen copuleren met het andere geslacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een voorbeeld van precopulatorische competitie?

A

Mannelijke rivaliteit bij hertensoorten, gewei en agressief gedrag geeft voordeel bij strijd om wijfjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarvan is fitness een combinatie?

A

Overlevings- en voortplantingssucces (afweging tussen overlevingssucces en voortplantingssucces)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar gaat postcopulatorische competitie over?

A

Competitie die plaatsvindt ná copulatie (zoals spermacompetitie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar gaat spermacompetitie over?

A

Sperma van meerdere mannetjes voor bevruchting van eitjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar gaat spermacorrmetitie over?

A

Vorm van spermacompetitie, zaadcellengte positief gecorreleerd met zwemsnelheid (dus hoe langer hoe beter bij competitie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar gaat zaadcelpolymorfisme over?

A

Vorm van spermacompetitie door alternatieve zaadcelvormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het resultaat van spermacompetitie?

A

Variatie in penismorfologie, meer complexe penis bij grotere competitie voor wijfjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe is de peniscomplexiteit bij mensen?

A

complexiteit is niet groot, maar lengte van de penis verschilt wel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar gaat cryptische partnerkeuze over?

A

De onrechtstreekse beïnvloeding van een wijsje op paring (vb: M wil paren met V -> V protesteert luid -> andere M komen -> enkel sterkste mannetje zal met V paren).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly