Hfdst 12, 3/3 Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

Welke onderdelen bevat de kortetermijnpaarstrategie van de vrouw? (2)

A
  • Trouw, parabinding en emotionele betrokkenheid niet belangrijk
  • mogelijke evolutionaire adaptaties voor korte relaties en tijdelijke affaires
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de mogelijke evolutionaire adaptaties voor korte relaties en tijdelijke affaires? (4)

A
  1. Goede genen
  2. Partnerverandering
  3. Directe hulpbronnen
  4. Evaluatie partners voor langetermijnmogelijkheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat stelt de goedegenenhypothese in termen van kortetermijnhypothese voor vrouwen?

A

Het belang van fysieke aantrekkelijkheid, meer gekozen voor mannelijke features

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat stelt de dualepaarstrategiehypothese?

A

Vrouwelijk overspel als gemengde parastrategie, buitenechtelijke copulaties om naast goede verzorger ook goede genen te bekomen

Zwakke ondersteuning in empirische studies!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke vier varianten bevat de partnerwisselhypothese?

A
  1. Zorgen voor ‘backup’ partner
  2. Losmaken van vaste partner
  3. Upgrade naar betere partner
  4. Evaluatie van vaste partner (vergelijken)

= redenen die vrouwen zelf geven voor ontrouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat hebben empirische studies aangetoond over kortetermijnpaarstrategieën van mannen? (6)

A
  1. Permissieve houding tegenover casual seks
  2. Vrijere socioseksualiteit uiten (meer fantasiën)
  3. Lagere seksueel spijt
  4. Gebruik maken van vrouwelijke seksuele exploiteerbaarheid
  5. Gebruik maken van misleiding (overdrijven van gevoelens/toewijding)
  6. Gebruik maken van seksuele diensten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de voordelen van langetermijnpaarstrategie van de man? (5)

A
  1. Hogere kans op partner (met hoge waarde)
  2. Zekerheid van vaderschap
  3. Verhogen van overleving nageslacht
  4. Toename sociale status
  5. Toename sociale netwerken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar zijn uiterlijke kenmerken van schoonheid mee gerelateerd?

A

Goede genen en reproductieve waarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn contextspecifieke invloeden op paarstrategieën?

A
  • Eigen partnerwaarde
  • Levensloopstrategieën
  • Ecologische condities
  • Operationele sekseratio (kan wijzigen)
  • Culturele normen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly