Hfdst 4, 2/4 Flashcards
Levensduur heeft waar allemaal een positieve correlatie mee? (4)
Bereiken van geslachtsrijpe leeftijd, dracht, speeltijd en volwassen lichaamsgewicht
Waar heeft levensduur een negatieve correlatie mee?
Groeisnelheid
Wat is belangrijk om te begrijpen rondom hoge/lage mortaliteit adult in verband met hoge/lage moraliteit jongen? (5 kenmerken)
De hoeveelheid jongen, lichaamsgrootte adulten, snelheid groei, snelheid geslachtsrijpheid en levensduur hangen hier allemaal mee samen.
Hoezo is het nadelig om onder of boven de optimale hoeveelheid nakomelingen te zitten?
Te veel kan voor ondervoeding of sterfte zorgen
Te weinig is een suboptimale voortplanting
Waar gaat de belangrijke ruilfunctie ‘kwaliteit vs kwantiteit’ over?
Aantal nakomelingen vs investering in individuele nakomelingen (hoe meer je moet investeren per nakomeling hoe minder je er kan hebben, maar meer investering is beter qua kwaliteit)
Waar is fecunditeit omgekeerd evenredig mee?
Hoeveelheid energie geïnvesteerd per nakomeling
Wat houdt ‘sempelpaar’ in?
1 explosieve voortplantingsactiviteit & sterven na voortplanting
Wat zijn de gevolgen van sempelpariteit?
Overlevingskans van volwassen dieren laag, facunditeit groot + overlevingskans van jongen hoog
Wat houdt ‘iteropaar’ in?
Maximaliseren door voortplanting te overleven en meerdere keren voort te planten
Wat zijn de gevolgen van iteropariteit?
Overlevingskans van volwassen dieren groot en fecunditeit klein + overlevingskans van jongen klein
Hoe wordt het genoemd als adulten een relatief lagere overleving hebben tov jongen?
Sempelpaar
Hoe wordt het genoemd als adulten een relatief hoge overleving hebben tov jongen?
Iteropaar