Het cerebellum en de controle van de motoriek Flashcards
Cerebellum, algemeen
Ontstaat samen met pon uit metencefalon.
Meer dan helft van neuronen van CZS in cerebellum, maar 1/8 deel van gewicht.
Betrokken bij motoriek, bewust en onbewuste bewegingen.
Indirecte coördinerende functie, na verwijdering cerebellum nog beweging mogelijk.
Maakt bewegen vloeiend en op elkaar afgestemd.
Betrokken bij aanleren nieuwe bewegingen.
Stoornissen leiden tot onhandigheid, ataxie (niet vloeiend).
Cerebellaire hemisfeer primair betrokken bij ipsilaterale lichaamshelft.
Opbouw cerebellum, algemeen
Vlindervorm.
Midden vermis, dan 2 hemisferen, met tussen vermis en hemisferum cerebelli, de pasr intermedia.
Ligt onder lobus occipitalis, dorsaal van pons.
Verbonden met hersenstam via 3 pedunculi (superior, medius en inferior).
Macroscopische bouw cerebellum, afferente projectiegebieden
Vermis en 2 hemisferen.
Fissura prima (anterior) dwars over oppervlak aan voorzijde, scheid t de lobus anterior van rest.
Dwarsdoorsnede: vorm van boom met blaadjes, arbor vitae.
Grijze stof buitenkant, witte stof binnenkant.
Centraal cerebellaire kernen.
Onderaan bijna geheel losliggend deel: lobus floculonodularis (archicerebellum), gescheiden van rest door fissura posterolateralis.
Pyramis en uvula: neocerebellum.
Vestibulaire afferente vezels naar nodus floculonodularis, spreidend naar uvula.
Afferente somatosensibele vezels vanuit ruggenmerg naar vermisgedeelte van lobus anterior, naar uvula en pyramis.
Visuele en auditieve afferente vezels naar vermisgedeelte tussen beide somatosensibele projectiegebieden.
Afferente vezels van cerebrale cortex naar rest van cerebellaire cortex via de pontine kernen.
PLAATJES!!!
Microscopische bouw cerebellum, 4 lagen
Laag 1:
- moleculaire laag
- platte dendrietbomen van Purkinjecellen met parallel aan oppervlak lopende axonen erdoorheen
- stercellen, kleine cellen met korte dendrieten en ongemyeliniseerd axon
- korfcellen, uitgebreide dendrietboom die dwars door moleculaire laag steekt en ongemyeliniseerd axon die verbindt met 10 Purkinjecellen
Laag 2:
- Purkinjelaag
- cellichamen van Purkinjecellen, tot grootste neuronen van CZS, belangrijkste cerebellaire neuronen
- platte brede dendrietboom loodrecht op oppervlak tot boven in moleculaire laag
- axonen naar diepe cerebellaire kernen en vestibulaire kernen, enige efferentie van cerebellaire cortex, werken inhiberend
- collateralen naar Golgicellen
- synapteren elk met 200.000 parallelvezels
Laag 3:
- granulaire laag
- veel opeengepakte kleine granulaire cellen, evenveel als alle neuronen in ZS
- 4-5 korte dendrieten die eindigen in glomerulus, speciale synapsstructuur, intensief contact met afferente vezel
- gemyeliniseerd axon naar moleculaire laag, daar 2 kanten op splitsen, de parallelvezels
- Golgicellen
- input vanuit Prukinjecel en parallelvezels
- sterk vertakt axon eindigt in glomerulus op dendrieten van granulaire cellen
Laag 4:
- witte stof
2 soorten afferente vezels cerebellaire cortex
Klimvezels:
- tussen 1 neuron in contralaterale olijfkern en 1 Purkinjecel (klein deel komt vanaf medullaire reticulaire formatie en ponskernen)
- vormt meerdere synapsen met de Purkinjecel
- stimulatie van klimvezel geeft sterke en langdurige excitatie van Purkinjecel, overstemt alle andere activiteit
- collateralen van klimvezel synapteren met granulaire cellen, Golgicellen en korfcellen
Mosvezels:
- exciteren de Prukinjecellen indirect
- 1 mosvezel werkt op duizenden Purkinjecellen, vertakken sterk voor en in granulaire laag
- elke collateraal in eindigt in speciaal knoopje, centrum van de glomerulus
- complexe synapsen met dendrieten van granulaire cellen en dendrieten en axonen van Golgicellen
- vormen belangrijkste afferentie van cerebellum
- afkomstig uit ruggenmerg (spinocerebellair), hersenschors (coritcopontocerebellair), hersenstamkernen en reticulaire formatie
Cerebellum, functie, 3 aspecten
- regulatie spiertonus
- planning en voorbereiding van de beweging
- continue coördinatie van en controle op een in gang zijnde beweging
Functioneel niet van elkaar los te zien, samenhangend proces.
Cerebellum, afferentie, 2 stromen
- vanuit het lichaam:
- via spinocerebellaire banen proprioceptieve info uit spieren, pezen en gewrichtskapsels
- via vestibulocerebellaire banen info over positie lichaam in ruimte
- via tectocerebellaire banen visuele en auditieve info - vanaf de cortex:
- vanuit bijna elle delen van cortex
- sensomotorische cortex -> ipsilaterale kernen pons -> contralaterale hemisfeer cerebellum via corticopontocerebellaire banen
- collateralen van corticospinale baan -> ipsilaterale onderste olijfkern -> contralaterale hemisfeer cerebellum via olivocerebellaire banen
Cerebellum, efferentie, vanuit 3 schorsdelen
- vanuit vermis en lobus flocculonodularis (vestibulocerebellum):
- axonen naar nu. fastigus -> vezels naar nu. vestibularis bdz
- controle oogmotoriek vanuit nu. vestibularis superior en medius
- nu. vestibularis lateralis (Deiters) via tractus vestibulospinalis -> exciteren extensoren
- lopen en staan mogelijk door excitatie en inhibitie nu. vestibularis lateralis
- rompataxie bij laesie in vestibulocerebellum en nystagmus - vanuit pars intermedia (spinocerebellum):
- projectie op nu. globusus en nu. emboliformis (samen nu. interpositus) -> axonen via pedunculus cerebellaris superior -> contralaterale nu. ruber
- controle motoriek via tr. rubrospinalis
- klein deel vezels naar nu. ventralis lateralis van thalamus -> naar motorische cortex - vanuit pars lateralis hemisfera (corticocerebellum):
- axonen naar nu. dentatus -> vezels naar nu. ventralis lateralis en ventralis anterior van thalamus -> projectie naar motorische cortex
- klein deel vanaf nu. dentatus -> nu. ruber -> onderste olijfkern (gesloten regelkring, dan terug naar cerebellaire schors)
- laesie hier -> initiële tremor en dysdiadochokinesie